Service of SURF
© 2025 SURF
Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek naar online veiligheid en mediawijsheid onder 1432 jongeren uit het voortgezet en het middelbaar beroepsonderwijs in Leeuwarden. Het biedt een cijfermatig inzicht in online problemen: welke problemen komen voor en in welke mate? Met de via de tool ( Online Tool Internetveiligheid 2.0.) verkregen data zijn zowel analyses op gemeentelijk niveau als op schoolniveau gemaakt. In het verlengde hiervan kunnen preventiestrategieën op maat worden ontwikkeld. Uiteindelijk doel is het veiliger maken van het internet voor jongeren. Dit onderzoeksproject is uitgevoerd vanuit de cross-over Digital Citizenship: dit is een samenwerkingsverband tussen de onderzoeksgroep Cybersafety en het lectoraat Organisations & Social Media, beide van NHL-Stenden Hogeschool. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de afdeling openbare orde en veiligheid (OOV) van de gemeente Leeuwarden.
Inleiding:De online leefwereld speelt in toenemende mate een centrale rol in het leven en de ontwikkeling van jongeren. De online leefwereld biedt jongeren veel mogelijkheden om bijvoorbeeld hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen, andere jongeren te ontmoeten en vriendschappen op te bouwen, te experimenteren met verschillende aspecten van hun identiteit, nieuwe vaardigheden aan te leren en ondersteuning voor hun vragen en problemen makkelijker te zoeken en te vinden. Niet alle jongeren profiteren van deze mogelijkheden. Sommige jongeren ervaren ook de negatieve kanten van de online leefwereld (zoals cyberpesten, grooming, exposing, uitsluiting, etc.), zijn betrokken bij online fraude en cybercrime, hebben moeite bij bepaalde stappen in hun ontwikkeling en vertonen risicogedrag in de online leefwereld. Vooral deze jongeren hebben ondersteuning nodig in de online leefwereld. Maar wie moet dat doen en hoe kun je precies jongeren in deze omgeving ondersteunen? Terwijl scholen en ouders vaak achter de feiten aan hollen en nauwelijks toegang hebben tot de online leefwereld van jongeren, werken jongerenwerkers al een aantal jaar intensiever in die leefwereld.
Dit onderzoek is een eerste verkenning in Nederland naar de impact op slachtoffers van online delicten, de behoeften van slachtoffers en de verantwoordelijkheden van politie, justitie en andere instanties bij de afhandeling van dergelijke delicten. Daarbij is er bijzondere aandacht voor de vraag in hoeverre en hoe de situatie en behoeften van slachtoffers van online criminaliteit afwijken van de situatie en behoeften van slachtoffers van traditionele offline delicten. Immers, als daar meer zicht op is wordt ook duidelijk of het bestaande slachtofferbeleid – dat ontwikkeld is voor traditionele offline delicten – voorziet in de behoeften van slachtoffers van online criminaliteit. Onder de noemer ‘online criminaliteit’ vallen diverse delicten die kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: cybercriminaliteit en gedigitaliseerde criminaliteit. Onder cybercriminaliteit vallen delicten waarbij de ICT-structuur zelf doelwit is én waarbij voor het plegen van dat delict ICT van wezenlijk belang is voor de uitvoering. Voorbeelden zijn het hacken van een database met persoonsgegevens of het platleggen van een website van een bank met een zogenaamde DDoS-aanval. Dit soort delicten wordt ook wel cyber dependent crimes genoemd. Onder gedigitaliseerde criminaliteit vallen traditionele offline delicten die ook online kunnen worden gepleegd. Voorbeelden zijn fraude via internet en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal. Dit soort delicten wordt ook wel cyber enabled crimes genoemd. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
Digitale Held: Onderzoek naar serious gaming voor het vergroten van de kritische digitale vaardigheden en digitaal bewustzijn bij kwetsbare jongeren. Onderzoek uit 2022 laat zien dat Nederlandse jongeren en jongvolwassenen bovengemiddeld vaak slachtoffer van phishing zijn en lopen daardoor vaker financiële schade op. Daarnaast onderschatten jongeren de kans dat zij slachtoffer worden van vormen van cybercriminaliteit als identiteitsfraude en gegevensverlies door een datalek . Ook blijkt uit onderzoek dat nagenoeg de helft (47%) van de jongeren het eigen niveau van digitale vaardigheden overschat. Daarbij herkent een groot deel van de jongeren onveilig onlinegedrag minder goed en zijn ze sceptisch over wat ze van ouders en leraren kunnen leren . Dit leidt onder andere tot een stijging van het aantal kwetsbare jongeren die onder bewind staan. Daarbij lijkt een aanzienlijk deel van deze groep jongeren onder bewind een licht verstandelijke beperking (LVB) te hebben. Er is echter weinig bekend over de digitale vaardigheden en de inzichten op het eigen internetgedrag van deze jongeren met een LVB en schulden. Gezien de geringe tijd die bewindvoerders hebben om de zaken van deze personen te behartigen, is er geen tijd voor het aanleren van kritische digitale vaardigheden. Binnen het project wordt onderzoek gedaan naar het vergroten van kritische digitale vaardigheden en digitaal bewustzijn bij kwetsbare jongeren, waaronder jongeren met een LVB aansluitend op de missie Gezondheid en zorg, door de toepassing van serious gaming, bite-sized learning en sleuteltechnologie als artificial intelligence (AI). In het project werkt het Lectoraat Digitale Transformatie van de Hanzehogeschool Groningen samen met twee MKB-ondernemingen, ProBewind B.V. en de startup FamilyPay B.V., en met de Stichting Humanitas DMH. Daarnaast participeert het Innovatiehuis Politie Noord-Nederland als overige partij. Het project is een uitbreiding van een bestaand netwerk, waarbij nu verder onderzoek wordt uitgevoerd met publieke instellingen.
Onderzoek uit 2022 laat zien dat Nederlandse jongeren en jongvolwassenen bovengemiddeld vaak slachtoffer van phishing zijn en lopen daardoor vaker financiële schade op. Daarnaast onderschatten jongeren de kans dat zij slachtoffer worden van vormen van cybercriminaliteit als identiteitsfraude en gegevensverlies door een datalek . Ook blijkt uit onderzoek dat nagenoeg de helft (47%) van de jongeren het eigen niveau van digitale vaardigheden overschat. Daarbij herkent een groot deel van de jongeren onveilig onlinegedrag minder goed en zijn ze sceptisch over wat ze van ouders en leraren kunnen leren .Dit leidt onder andere tot een stijging van het aantal kwetsbare jongeren die onder bewind staan , . Daarbij lijkt een aanzienlijk deel van deze groep jongeren onder bewind een licht verstandelijke beperking (LVB) te hebben. Er is echter weinig bekend over de digitale vaardigheden en de inzichten op het eigen internetgedrag van deze jongeren met een LVB en schulden. Gezien de geringe tijd die bewindvoerders hebben om de zaken van deze personen te behartigen, is er geen tijd voor het aanleren van kritische digitale vaardigheden. Binnen het project wordt onderzoek gedaan naar het vergroten van kritische digitale vaardigheden en digitaal bewustzijn bij kwetsbare jongeren, waaronder jongeren met een LVB aansluitend op de missie Gezondheid en zorg, door de toepassing van serious gaming, bite-sized learning en sleuteltechnologie als artificial intelligence (AI).In het project werkt het Lectoraat Digitale Transformatie van Hanzehogeschool Groningen samen met twee MKB-ondernemingen, ProBewind B.V. en de startup FamilyPay B.V. en Stichting Humanitas DMH. Daarnaast participeert het Innovatiehuis Politie Noord-Nederland als overige partij mee. Het project is een uitbreiding van een bestaand netwerk, waarbij verder onderzoek wordt uitgevoerd met publieke instellingen.
Onderzoek laat zien dat jongeren onveilig met het internet omgaan waardoor ze slecht in staat zijn om bijvoorbeeld nepnieuws te herkennen en delen ze online te gemakkelijk gevoelige informatie met elkaar en met derden. Hierdoor zijn ze kwetsbaar voor cyberdreigingen zoals cyberpesten, grooming, intimidatie en identiteitsfraude. We kunnen spreken over een matig niveau van veilig digitaal gedrag onder jongeren. Hoewel er interventies voor het bevorderen van veilig digitaal gedrag zijn ontwikkeld, zijn deze in het algemeen niet gestoeld op kennis over welke factoren beïnvloed moeten worden. Bovendien zijn er nauwelijks effectmetingen gedaan bij uitgevoerde interventies, waardoor het leereffect onduidelijk is. Er bestaat derhalve een hiaat in de kennis over hoe effectieve interventies ontwikkeld moeten worden voor het bevorderen van veilig digitaal gedrag onder jongeren. Doordat wetenschappelijk inzicht ontbreekt over welke factoren bepalend zijn om veilig digitaal gedrag te verbeteren bij jongeren, is het voor leerkrachten van basisscholen moeilijk om adequate lessen te ontwikkelen en worden jongeren momenteel niet goed onderwezen op dit gebied. Het in dit voorstel beschreven onderzoek richt zich op het achterhalen van de factoren die de effectiviteit van interventies voor het verbeteren van veilig digitaal gedrag van jongeren beïnvloeden alsmede het ontwikkelen van zulke interventies. De ontwikkelde interventies worden getest op participerende basisscholen. De centrale onderzoeksvraag luidt: Welke factoren zijn bepalend voor de mate van veilig digitaal gedrag onder basisscholieren van groep 7 en 8 en hoe zijn deze effectief te beïnvloeden? De mate van effectiviteit van de interventies zal gemeten worden door een nulmeting uit te voeren en per interventie een effectmeting te doen. Dit type onderzoek is niet eerder uitgevoerd in Nederland op het gebied van veilig digitaal gedrag. Dit project zal resulteren in een wetenschappelijke paper alsmede onderwijsmateriaal voor de opleidingen PABO en HBO-ICT.