Service of SURF
© 2025 SURF
Een onderzoekende houding helpt studenten een betere start te maken in het hbo. Een (aankomend) professional met een onderzoekende houding neemt niet klakkeloos aan wat collega’s, media, of anderen zeggen; is nieuwsgierig naar achtergronden; pluist de situatie uit, en werkt volgens een plan. Kortom, iemand met een onderzoekende houding is KNAP: Kritisch, Nieuwsgierig, Analytisch en Planmatig. Mbo-docenten spelen een belangrijke rol in het aanleren van en oefenen met een onderzoekende houding van hun studenten. De Hogeschool van Amsterdam (HvA) heeft hiervoor een KNAP-training ontwikkeld
Fontys OSO heeft in de afgelopen jaren haar opleidingsconcept ontwikkeld dat wordt weergegeven in een visueel model: de triade. Deze triade wordt zowel door docenten als studenten veel gebruikt en ook gewaardeerd. Met de beschrijving van de triade in deze bundel hopen we een impuls te geven aan een kritische dialoog over dit opleidingsconcept.
Studenten in het hbo ervaren nogal wat onzekerheid tijdens het doen van onderzoek. Dat is lastig, want teveel onzekerheid verlamt de student in het onderzoeksproces. Toch is enige mate van onzekerheid nuttig voor het ontwikkelen van een reflectieve en onderzoekende houding. Dan moet er wel sprake zijn van voldoende veiligheid voor de student om deze onzekerheid in het onderzoeksproces te kunnen hanteren. Door middel van empirisch-fenomenologisch praktijkonderzoek is vanuit de grounded theory benadering een aantal belevingsfactoren in het onderzoeksproces van studenten zichtbaar gemaakt. In relatie tot de Zelfdeterminatietheorie (Ryan & Deci, 2000) zijn deze onder te verdelen in interne factoren die zich vooral ‘binnen’ de student afspelen (bijvoorbeeld behoeften en houding). En in externe factoren die ‘buiten’ de student worden beleefd, zoals de opdracht, de begeleiding en beoordeling. Wanneer deze belevingsfactoren worden verbonden met (on)veiligheid en (on)zekerheid wordt duidelijk dat studenten zich tijdens het onderzoeksproces bewegen op het vlak van ‘veilige onzekerheid’. Ook laat dit onderzoek zien dat het kunnen omgaan met onzekerheid een vast onderdeel vormt van de onderzoekende houding van hbo-studenten en geeft een eerste blik op wat dat voor de student en de opleider zou kunnen betekenen.
Het project ‘Makers in Verandering’ (Makers for Change) is erop gericht interdisciplinaire werkwijzen te onderzoeken en te ontwikkelen. De kunstdocent van de toekomst ontwikkelt zich niet alleen als docent, maar is tevens een maker, een onderzoeker, en iemand die verandering teweegbrengt. Dit postdoc-project is niet bedoeld als een pleidooi voor het willekeurig combineren van die rollen, noch voor het verder ontmantelen van disciplines, maar wil een doordachte en eigen positionering van de kunstdocent in opleiding ondersteunen, vanuit de visie dat een interdisciplinaire benadering daarin nodig is om betekenisgeving en sociale ontwikkeling te stimuleren. In tijden van onzekerheid, maatschappelijke onrust en wantrouwen jegens kennisinstituten, moeten we juist helder krijgen wat we in het tertiair onderwijs mogen verwachten van de educator, de maker, de onderzoeker en de veranderaar. De vraag is hoe deze rollen en competenties samen kunnen gaan en wat de ‘artist educator’ daarvoor nodig heeft. Onderwijs biedt de kritische ruimte waarin verandering vorm en betekenis kan krijgen, op weg naar een veerkrachtige samenleving. Ten eerste vraagt dit van de artist educator in opleiding een kritische, onderzoekende houding, met zicht op hoe kennis tot stand komt en getoetst kan worden. Ten tweede vraagt het om visie, om een maatschappelijke betrokkenheid en een strategie of tactiek om verandering en bewustzijn teweeg te kunnen brengen. Ten derde is de artist educator een maker, iemand die het maakproces, de verbeelding, inzet om maatschappelijke issues zichtbaar of ervaarbaar te maken. Deze drie komen samen in de houding en werkwijze. De opbrengst van het project ‘Makers in verandering’ zal een theoretische uitwerking zijn en een op praktijkonderzoek gestoelde basis voor interdisciplinair werken vanuit de verbinding van de genoemde vier rollen. Het instrument dat hieruit ontstaat helpt studenten en docenten om zich te positioneren. Zicht op het onderscheid tussen disciplines en domeinen, maakt een zinvolle verbinding mogelijk.
DOK Delft, de ondersteuningsinstelling voor cultuureducatie in Delft en omgeving, voert sinds 2016 samen met scholen uit de regio het project “Muziek = Taal + Rekenen” (M=T+R) uit, als vervolg op een eerder project. De M=T+R-werkwijze, ontwikkeld door kunstenaar Wolf Brinkman, is een werkwijze waarin via muziek aan taal en rekenen wordt gewerkt. Muziek wordt daarbij benaderd als ‘georganiseerd geluid’. De M=T+R-benadering leidt tot een aanpak waarin creativiteit, een onderzoekende houding, en verbinding van muziek aan de rest van de wereld mogelijk wordt. De M=T+R werkwijze raakt daarmee aan een aantal belangrijke 21st century skills, zoals creatief denken, probleemoplossen, samenwerken, communiceren (taal) en computational thinking (rekenen). In het project wordt door de Onderzopeksgroep Kunsteducatie van de Hanzehogeschool Groningen, DOK Delft, de Freinetschool Delft en een tweede nader te bepalen school een coachingsprogramma ontwikkeld dat groepsleerkrachten in staat stelt stelt om zich de M=T+R-werkwijze eigen te maken.
Opleidingsinstituten en werkveld constateren dat (toekomstige) leraren nog vaak onvoldoende toegerust zijn om met diversiteit in het onderwijs van leerlingen van 0-22 jaar om te gaan. We willen onderwijsprofessionals opleiden die kunnen afstemmen op de onderwijs- en ontwikkelbehoeften van kinderen en jongeren en in toenemende mate in staat zijn om een inclusieve leeromgeving te realiseren.Doel In samenwerking met opleiders en onderzoekers van hogescholen en praktijkopleiders willen we een pilot starten met als doel het opleiden van pedagogisch bekwame onderwijsprofessionals. Zij hebben oog voor kinderen en jongeren uit kwetsbare doelgroepen en dragen bij aan een meer inclusieve onderwijssetting. Resultaten De onderwijsprofessionals hebben zicht op de leefwereld van kinderen en jongeren waarmee zij werken; De onderwijsprofessionals weten hoe ze ‘in verbinding zijn en blijven’ met leerlingen en wat nodig is; De onderwijsprofessionals hebben geleerd interprofessioneel samen te werken; Onderwijsprofessionals weten vanuit welke waarden zij handelen, hebben een open en onderzoekende houding en voelen zich pedagogisch en didactisch goed toegerust; Er heeft een herijking plaatsgevonden van de opleidingsdidactiek en -pedagogiek en de visie op begeleiding van studenten; Het inclusieve gedachtengoed wordt voorgeleefd door alle opleiders. Looptijd 01 januari 2020 - 01 januari 2022 Aanpak Het scrumteam zal de track ‘Naar Inclusiever Onderwijs’ voor derdejaars studenten van de lerarenopleidingen voortgezet onderwijs en de pabo ontwikkelen (start pilot: studiejaar 2021-2022). Onderwijswerkplaats 1 onderzoekt welke theorievorming aan de basis ligt voor de track. Onderwijswerkplaats 2 onderzoekt de inhoud voor een inclusieve pedagogische didactische lijn in de track.