Service of SURF
© 2025 SURF
Ambtenaren openbare orde en veiligheid spelen een centrale rol in de zorg voor maatschappelijke veiligheid. Hun focus ligt van oudsher op de preventie van slachtofferschap van veelvoorkomende criminaliteit (zoals diefstal, vernielingen en vandalisme) en high impact crime (zoals woninginbraak, overvallen en straatroven) binnen hun verzorgingsgebied. Intussen heeft de digitalisering van de samenleving een ongeëvenaarde gelegenheid voor criminaliteit gecreëerd. De totale maatschappelijke schade van cybercrime werd voor 2018 op 10 miljard euro geschat (1% van BNP). Uit cijfers van het CBS blijkt dat tussen 2012 en 2018 het slachtofferschap van hacken zelfs hoger lag dan dat van fietsendiefstal. Nederlandse gemeenten hebben cybercrime in de afgelopen twee jaar dan ook breed als beleidsprioriteit omarmd. Maar in de vertaling van deze beleidsprioriteit naar concrete acties gaat het mis. Duidelijk is dat de ambtenaren openbare orde en veiligheid een taak voor zichzelf zien in de preventie van cybercrime, maar waar te beginnen? In dit project bundelen professionals uit twaalf gemeenten en vier regionale veiligheidsnetwerken hun slagkracht met onderzoekers van twee hogescholen en het NSCR voor de cyberweerbaarheid van de samenleving. De hoofdvraag van dit project luidt: Met welke interventies kunnen ambtenaren openbare orde en veiligheid de cyberweerbaarheid van burgers en bedrijven binnen hun gemeente vergroten? Middels actieonderzoek werken professionals van gemeenten en regio’s samen met onderzoekers aan het verbeteren van bestaande en het ontwikkelen van nieuwe interventies. Daarbij verscherpen zij hun beeld van de omvang en achtergronden van slachtofferschap van cybercrime. Ook onderzoeken zij achtergronden en verklaringen voor het risicobewustzijn en preventief gedrag onder doelgroepen. Deze inzichten worden in verschillende iteraties aangevuld met effectstudies, om tot een set beproefde interventies te komen waarmee de cyberweerbaarheid van burgers en bedrijven zal toenemen.
Net als in het boek van Dan Brown, de ‘Da Vinci Code’, is de politie altijd op zoek naar aanwijzingen die naar de dader kunnen leiden. Waar in het boek allerlei cryptische symbolen en codes verborgen achtergelaten worden als aanwijzingen, zal in de praktijk bij forensisch onderzoek van de politie of het NFI, sporen gevonden moeten worden op een plaats delict. Het onderwerp van dit projectvoorstel, DaVinciQD, ligt op het dateren van een van dat soort sporen, namelijk vingersporen. Er wordt standaard in forensisch onderzoek naar vingersporen gezocht en indien gedetecteerd en veiliggesteld, worden zij ter plaatse of in het forensisch lab onderzocht en vervolgens vergeleken met een grote databank. Relevant is het om te bepalen of een vingerspoor afkomstig is van de dader en dus relevant voor het forensisch onderzoek. Om dit te bepalen is het niet alleen noodzakelijk om een vingerafdruk zichtbaar te maken en te koppelen aan een persoon, maar ook om deze te kunnen relateren aan het tijdsframe van het gepleegde misdrijf. Daarom de vraag om een methode te ontwikkelen die in staat is om vingerafdrukken te dateren. Het bepalen van het moment van achterlaten van een vingerspoor is cruciaal enerzijds om te bepalen of deze relevant is voor het lopende onderzoek, maar ook in de context van bewijsvoering en een eventuele veroordeling van een dader. Een consortium bestaande uit de onderzoeksgroepen Advanced Forensic Technology en NanoBio van Saxion, het Nederlands Forensisch Instituut, de Nationale Politie, de Universiteit Twente en enkele private bedrijven, zal een methode ontwikkelen om met behulp van quantum dots de datering van vingersporen mogelijk maken. De methode zal niet alleen in het lab, maar ook in de praktijk van de forensisch onderzoeker getest en gevalideerd worden.
Nadat er een misdrijf heeft plaatsgevonden, doen forensisch onderzoekers van de Nationale Politie ter plekke onderzoek naar de toedracht van het incident. Hiertoe wordt gezocht en onderzoek verricht naar sporen op de plaats delict die aanwijzingen of antwoorden kunnen geven op de vragen: Wat is er gebeurd, hoe, en wie is hier verantwoordelijk voor? In dit onderzoeksvoorstel, DaVinciQD 2.0, gaan we onderzoek doen naar het dateren van biologische sporen, meer specifiek vingerafdrukken en bloedspatten. Voor forensisch onderzoek is het relevant om te bepalen of een aangetroffen vingerafdruk of bloedspoor afkomstig is van de dader. Maar het beantwoorden van de wie/wat vraag is in veel gevallen niet voldoende. Wat als de verdachte verklaart aanwezig te zijn geweest op de plaats-delict, maar niet ten tijde van het misdrijf, bijvoorbeeld omdat deze persoon daar woont of werkt? In dat geval wil je een antwoord op de hoe en wanneer-vraag: Wanneer is dit spoor aangebracht? Daarom is er vanuit de praktijk de dringende vraag naar een dateringsmethode die op de plaats-delict kan bepalen hoe oud een gevonden spoor is. HIermee wordt snel een antwoord verkregen, waarmee het forensische onderzoeksproces sneller en efficiënter kan worden uitgevoerd. De onderzoeksgroepen Applied Nanotechnology en Technologies for Criminal Investigations van Hogeschool Saxion, het Nederlands Forensisch Instituut, de Nationale Politie, Universiteit Twente, TU Delft en enkele private bedrijven willen gezamenlijk een methode ontwikkelen om met behulp van quantum dots de datering van biologische sporen op de plaats-delict mogelijk te maken. Deze nanometer-grote quantum dots zullen zodanig gefunctionaliseerd worden dat zij specifiek aan eiwitten in het spoor kunnen binden, om zo door middel van aanstralen met forensisch licht datering mogelijk te maken. De methode zal allereerst ontwikkeld en getest worden in het lab, om daarna ook in de praktijk van de forensische onderzoeker getest, gevalideerd en uitgeleerd te worden.