Service of SURF
© 2025 SURF
Aanleiding Sinds kort nemen zorgprofessionals en onderzoekers in Nederland initiatieven om mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) zo lang mogelijk te laten functioneren in de eigen thuissituatie. Een manier om dit te doen is de inzet van zogenoemde Functional Assertive Community Treatment (FACT) teams. Deze teams gebruiken voornamelijk verbale interventies. Maar mensen met een LVB hebben moeite met het verwerken van verbale informatie. Vaktherapie kan juist met non-verbale en ervaringsgerichte methodieken goed aansluiten bij deze groep. Dit innovatieprogramma richt zich op de vraag van vaktherapeuten hoe en in welke vorm zij, in of rondom FACT LVB-teams, mensen met een LVB kunnen helpen. Doelstelling Het doel van de deelnemers aan het project is de zorg en ondersteuning van mensen met een LVB in de eigen thuissituatie (buurt/wijk) te verbeteren. Liefst zodanig dat deze mensen minder vaak hoeven te worden (her)opgenomen in een behandelcentrum. Het doel van het project is om de meerwaarde vast te stellen van de inzet van vaktherapie in of rondom FACT LVB teams bij het realiseren van deze ambitie. Het project is gefaseerd opgebouwd. In de eerste fase worden de vaktherapeutische behandelvormen bepaald. Vervolgens worden efficiënte interprofessionele werkwijzen en een vaktherapeutische behandel- & ondersteuningsroute vastgesteld, en ten slotte wordt het project geëvalueerd. Beoogde resultaten Het project biedt resulteert in een handreiking voor professionals om interprofessioneel samen te werken in de wijk voor mensen met LVB. Binnen het onderwijs levert het project een bijdrage aan een minor 'Wijkgerichte zorg & ondersteuning'. Het biedt een leerwerkplaats LVB voor studenten vaktherapie en aanpalende gebieden. De handreiking wordt geïmplementeerd in de opleidingen die opleiden tot vaktherapeut. Zogenaamde 'battles', waarin interprofessioneel samenwerken aan problemen vanuit de praktijk en het beste idee bekroond wordt met een stimuleringsprijs, zorgen voor verdere ontwikkeling. Publicaties in vakliteratuur zorgen voor verspreiding van de projectresultaten. De deelnemers aan het project zullen aansluiting zoeken bij symposia - regionaal, nationaal en internationaal - en bijeenkomsten buiten en binnen het netwerk om de resultaten aan een breed publiek te presenteren.
Aanleiding Kinderen in het basisonderwijs bewegen van huis uit te weinig. Goed bewegingsonderwijs leidt tot verbeterde motoriek, waardoor kinderen meer plezier in bewegen hebben en dus ook meer gaan bewegen. Dat leidt weer tot een kleinere kans op overgewicht en het verbetert de gezondheid. Scholen hebben de taak vroegtijdig passende zorg te organiseren als de gezonde ontwikkeling stokt. Dit gebeurt nu nog onvoldoende. Gymleraren kunnen een rol spelen bij het signaleren van problemen op het gebied van motorische ontwikkeling en (over)gewicht. Zij hebben dan wel kennis, vaardigheid en de juiste instrumenten nodig. Doelstelling De centrale doelstelling van dit project is de huidige en toekomstige gymleraren beter uit te rusten om de motorische ontwikkeling van kinderen te verbeteren en bij achterblijvende motorische ontwikkeling adequaat te kunnen doorverwijzen. De deelnemers aan het project onderzoeken of de zogenoemde 4Ssen-scan een geschikt instrument zou kunnen zijn om de grove motoriek van kinderen te meten. Daartoe zullen ze de betrouwbaarheid en validiteit van de scan bepalen. Voor de gymleraren stellen ze een meetprotocol op om met een meetinstrument tijdens de gymles een scan te maken. Daarnaast zullen ze in samenwerking met de jeugdgezondheidszorg (JGZ) een zorgprotocol opstellen, waarin ze de zorgketen en zorgpaden beschrijven. Dit alles zal leiden tot verdere professionalisering van gymleraren, zodat zij beter in staat zijn kinderen beter te leren bewegen, en samen te werken met de JGZ en andere professionals in de zorgketen. Beoogde resultaten De concrete resultaten van het onderzoek zijn een zorgprotocol met een beschrijving van de zorgketen en zorgpaden, en een meetprotocol met meetinstrument dat geschikt is voor een scan tijdens de gymles. Om de opgedane kennis te verspreiden publiceren de deelnemers aan het project wetenschappelijke artikelen in internationale peer-reviewed tijdschriften. Een Nederlandse vertaling zal worden aangeboden aan de Nederlandse vakbladen voor gymleraren. Verder wordt de kennis verspreid via presentaties op congressen en via de websites van deelnemende organisaties.
Bewegen is essentieel voor alle kinderen en stimuleert de fysieke-, psychosociale- en cognitieve ontwikkeling, de gezondheid en kwaliteit van leven. De laatste jaren zien we een zorgelijke afname in de motorische vaardigheden van Nederlandse kinderen. Een groot scala aan factoren kan bijdragen aan het ontwikkelen van een motorische achterstand waaronder bewegen, voeding, slaap en gezinsfactoren. Voor kinderen met een motorische achterstand is het van belang om op tijd gescreend te worden en daarom is de ondersteuningsroute Bewegen en Motoriek ontwikkeld. In de ondersteuningsroute wordt door het lectoraat Bewegen In en Om School (BIOS) samengewerkt met de Gemeente Amsterdam en de Amsterdamse schoolbesturen waarin zowel de gymleerkracht, groepsleerkracht, intern begeleider (IB-er), jeugdarts, kinderfysiotherapeut en kinderoefentherapeut met elkaar samenwerken om de achterstand in motoriek terug te brengen. Uit vooronderzoek blijkt dat de communicatie tussen de professionals aan begin en einde van de keten (gymleerkracht en kinderfysiotherapeut) in de praktijk niet optimaal verloopt en er behoefte is aan een tool ter ondersteuning hierin. Ook blijkt er bij de kinderfysiotherapeut een kennis hiaat te zijn rondom het kinderfysiotherapeutisch onderzoek bij het kind met een achterstand in de motorische ontwikkeling. Er is behoefte aan een uniforme set metingen om deze kinderen in kaart te brengen. De onderzoeksvraag in dit project luidt: Hoe kan de ondersteuning van het kind met een achterstand in de motorische ontwikkeling in samenwerking met de kinderfysiotherapeut en gymleerkracht geoptimaliseerd worden? In de eerste fase van het project wordt informatie verzameld om tot een digitale tool (KLIK dashboard) te komen. Dit dashboard wordt middels co-creatie sessies vormgegeven. In de laatste fase zal geëvalueerd worden in hoeverre het KLIK dashboard aansluit bij de behoeften om uniform kinderfysiotherapeutisch onderzoek uit te voeren en faciliteert in de communicatie tussen de gymleerkracht en de kinderfysiotherapeut