Service of SURF
© 2025 SURF
Rijk, provincies en gemeenten werken allemaal aan een omgevingsvisie, een langetermijnvisie voor de fysieke leefomgeving. Waterschappen hoeven volgens de nieuwe Omgevingswet geen omgevingsvisie te maken. Waterschap Vallei en Veluwe koos ervoor er wél een op te stellen, in de overtuiging dat water onderdeel is van veel kansrijke oplossingen in het stedelijk en landelijk gebied. Een Blauwe Omgevingsvisie als voeding voor andere omgevingsvisies.
MULTIFILE
Het landschap meenemen in een omgevingsvisie, hoe kunnen gemeenten dat doen? En hoe kunnen zij hierbij bewoners en andere betrokkenen meenemen (participatie)? Deze handreiking helpt gemeenten hierin, stap voor stap. Bijvoorbeeld door een landschapsbiografie te maken. Een gemeente brengt hiermee samen met bewoners uit de streek de kernkwaliteiten en ontwikkelrichtingen van een gebied in kaart. De handreiking bevat vier casussen die laten zien hoe je dit kunt aanpakken. Vervolgens wordt besproken hoe de biografie en de kernkwaliteiten van het landschap richting kunnen geven aan de plannen, ontwerpen en ambities van gemeenten.
MULTIFILE
-De opbrengst van het Omgevingslab Fries Platteland bestaat uit drie delen: 1. De “SYNTHESE” van omgevingslabs. De Synthese is een beknopt overzicht van de resultaten en een overzicht van de meest opvallende punten die uit de Omgevingslabs Fries Platteland naar voren komen. 2. Het “PROCESVERSLAG” van de opbrengsten van het Omgevingslab Fries Platteland. Dit verslag is bedoeld als terugkoppeling naar de deelnemers aan de omgevingslabs. Voor de leesbaarheid is deze opgenomen in bijlage 1. 3. Het “MENGPANEEL FRIES PLATTELAND” met bijbehorende gebruiksaanwijzing. Dit hoofdstuk kent als doelgroep/lezerspubliek de opstellers van omgevingsvisies die in samenspraak met hun bestuurders tot een passend invulling van de omgevingsvisie moeten. Het Mengpaneel Fries Platteland is het instrument dat de overheidspartijen in Fryslân kunnen (gaan) gebruiken om hun omgevingsvisies te maken. Het mengpaneel geeft relevante informatie en kan aangevuld worden met andere informatiebronnen zoals om in het onderdeel ‘gebruiksaanwijzing wordt uitgelegd.
Publieke ambtenaren bij gemeenten zien in toenemende mate de relatie met de burger veranderen in de eigen werkomgeving. In een informatie-intensieve netwerksamenleving zien ambtenaren veel kansen in het toepassen van social media en smart-city-technologie. Open data, social media en high-tech media kunnen, indien strategisch toegepast, helpen om slimmer samen te gaan werken met burgers en bedrijven. Maar ambtenaren worstelen met het effectief toepassen van deze nieuwe digitale mogelijkheden voor participatie. De veranderingen in samenleving vragen bovendien om meer dan technologie alleen. Ze vragen om integrale benaderingen van digitale strategie inclusief vernieuwende werkvormen en aangepaste competenties. Vanuit de disciplines van smart city en elektronische participatie is er jarenlang onderzoek gedaan naar oplossingen voor het participatievraagstuk maar het is nog onduidelijk welke digitale strategieën het beste aansluiten bij de behoeften van deze tijd. Dit project beoogt een concreet werkinstrumentarium te ontwikkelen voor professionals van de lokale overheid om participatie te organiseren. Het gaat om het uitvinden van geschikte combinaties van technologie en communicatiemethoden voor effectieve participatie in de stad, dorp of buurt. Door het uittesten van diverse digitale strategieën in ‘Living-labs’ bij gemeenten willen we de know-how bundelen in een toolkit en beschikbaar maken voor professionals die werkzaam zijn in het publieke veld.
Vrijwel iedereen heeft er meteen een beeld bij: Jaren 30-wijken, naoorlogse woonwijken, bloemkoolwijken, de Bijlmer, Vinex-locaties. Dat is heel anders voor de woonwijken met sociale huurappartementen uit de jaren ’70-’80. Die zijn nauwelijks bekend, ook niet professioneel. En dat is een probleem omdat juist voor deze wijken een golf aan herstructurering- en verdichtingsprojecten op handen is. Deze wijken zijn verwant aan de naoorlogse woonwijken, maar hebben ook wezenlijk andere karakteristieken. Bovendien is er binnen de versnipperde praktijk van de ruimtelijke ontwikkeling weinig kennis van de plannen in andere gemeenten of woningbouwcorporaties. Nog minder bekend is of deze wijken ruimte bieden voor het aanpakken van de hardnekkige woningnood en het oplossen van andere grote maatschappelijke opgaven, zoals energie, biodiversiteit en circulariteit. Tijd voor een inventarisatie. In de planvorming voor deze woonwijken stellen gemeenten, ontwikkelaars en woningbouwcorporaties de kaders, maar het zijn de stedenbouw- en architectuurbureaus die dit moeten vertalen in concrete ontwerpoplossingen. Wij richten ons op deze MKB-ers. Met de KIEM brengen we de ambities, uitdagingen en kansen van de herstructuering van deze woonwijken in drie stappen in kaart: 1. Wat voor type plannen en ambities zijn er voor deze woonwijken? Hiervoor onderzoeken we vier grote- en vier middelgrote steden, middels beleidsanalyses van de omgevingsvisies en gebiedsvisies en interviews. 2. Wat kenmerkt de ruimtelijk-sociale opbouw van deze woonwijken? Hiervoor maken we een vergelijkende ruimtelijk-sociale analyse met de vroeg-naoorlogse woonwijken. 3. Welke kansen en uitdagingen biedt de herstructurering voor dit type woonwijken? Hiervoor zetten we de inzichten uit de eerste twee stappen in bij een middagvullende co-creatiesessie met het consortium – en een bredere kring van gemeenten en woningbouwcorporaties. De resultaten leggen we vast in een open acces booklet – en vormt de opmaat voor een RAAK aanvraag.