Service of SURF
© 2025 SURF
In de onregelmatig verschijnende serie over ombudsmannen met een specifiek taakgebied stellen we hier de ombudsman Zorgverzekeringen aan je voor. Sinds vorig jaar is dat Frederique van Zomeren. Zij legt uit waarom zij een en ander van de werkwijze aanpaste en hoe goed dat uitpakt.
Purpose of this studyThis study aims to better understand the deliberate design of student learning in living labs.Theoretical backgroundThe intended purpose of living labs in higher education is to integrate education, research and professional practice and thereby integrate initial learning (of students) and innovation (Schipper, Vos & Wallner, 2022). Yet, the literature shows a divide between innovation focused labs and student focused labs. Innovation focused labs hardly include students (Kalinauskaite, Brankaert, et. al., 2021; Westerlund, Leminen, & Habib, 2018), while student focused labs are framed as sec pedagogical devices, with transferable innovation positioned as a mere by-product of education (Admiraal et al., 2019; McLaughlan & Lodge, 2019). A review of the international literature on higher education living labs calls for both practice and research to be developed to realize the intended integration between initial learning and innovation in living labs (Griffioen & van Heijningen, 2023).A way to follow up on that call is to better position students in living lab practices. Students’ learning experiences in living labs are so far rather weakly framed compared to their learning in traditional, transmissive educational settings such as lectures. One of the differences is that the relationships in living labs are more open to initiative and have shown to require more autonomy in students (Barnett & Coate, 2005, p. 34). This asks of students to take on other roles and of lecturers that they tailor their pedagogical practices to student learning in the lab setting (McLaughlan & Lodge, 2019). Moreover, students and lecturers collaborate with professional partners in labs, adding to the complexity of labs as learning environments.Following Markauskaite and Goodyear (2017) can be said that living labs that include students bring together three discourses in their collaborative practices: a professional discourse linked to practice, a pedagogical discourse for learning structures and an accountability discourse for assessment. Each having their own artefacts and practices, and not all focused to student learning. In these situations, “[p]ractice is not always committed to more abstract student assignments […] and professionals do not always have time to work with students or feel lacking in capability to construct an assignment.”, and “[i]t is a challenge to create a shared interest besides the individual interests of the participants” (Huber et al. 2020, p. 5-6).This poster studies how student learning in living labs comes about in professional, pedagogical and assessment practices as perceived by students, lecturers and professionals.Research design, methodologySettingThis project takes place in the Social Professions Faculty of a single applied university in The Netherlands. Undergraduate students in different bachelor programs follow part of their education in labs. Seven social learning settings in two labs are analyzed in the project as a whole, this poster reports findings in the first lab with three social learning settings.The labs included in this multiple case study showed willing to improve their student learning through analysis and collaborative re-design. Labs were eligible when students had to collaborate with professionals and citizens to solve a real-life issue, as part of their education in the lab.SampleThe poster reports findings in the first case lab that consisted of three classes of 20 fourth year undergraduate students (N=60 in total) and their three lecturers (N=3). They collaborated with local community workers to improve the process of citizens making use of municipal public services, an assignment assigned by the regional ombudsman.MethodThe researcher participated in the lab team in the preparation and execution of the lab work and captured insights on reflective memo’s throughout the project. Based on evaluations of the previous year and ambitions for the coming year, adjustments were made to improve student learning and collaboration in the lab.Pre and post descriptions were captured of the professional, pedagogical and assessment practices in the lab, based on documents of educational and professional materials (e.g. study guide, assignments, meeting notes, flyer of national ombudsman), field notes and memo’s. Descriptions of the practices were checked with students, lecturers and professional partners.The perceptions of the practices of students, lecturers and professionals were collected after implementation through semi-structured interviews (N=3 lecturers; 9 students, and 3 professional partners). The interview guide focused on interviewees experiences and perceptions of their lab work, their collaboration and student learning in the lab, triangulating their perceptions of the professional, pedagogical and assessment practices and artefacts in the lab (Markauskaite & Goodyear, 2017).Coding and analysisIn this study, thematic analysis of the interviews is conducted (Braun & Clarke, 2022). This analysis is informed by the conceptual lens of professional practices, pedagogical practices, assessment practices, and their corresponding artefacts, in professional higher education (Markauskaite & Goodyear, 2017). Deductive coding for present and absent activities and artefacts and for the different actors’ perceptions of those activities and artefacts is complemented with inductive codes and themes.FindingsAt the time of submission, data collection in the first lab with three social learning settings is nearly finished, and implementation in a second set of four labs is work in progress. The data of the first lab will be analyzed in the period between submission and the CHER2024 conference.Practical/social implications:The proposed analysis will result in an understanding of the dynamics of practices and learning in the lab, from multiple perspectives. This understanding will be translated into design principles for balanced professional, pedagogical and assessment practices in this lab. Furthermore, this project has resulted in lab practices to improve student learning in three living labs.Originality/value of posterThis study offers a perspective on and understanding of practices and student learning in higher education living labs. It responds to a call for development of practice and research of higher education living labs, based on a review of international literature, so labs can realize the intended integration between initial learning and innovation in living labs (Griffioen & van Heijningen, 2023).Keywords: living labs, lab practices, design principles, collaboration
Munish Ramlal is sinds de zomer van 2021 ombudsman van de metropool Amsterdam. Hij weet steeds bijzondere manieren te vinden om mensen te bereiken die zijn hulp kunnen gebruiken. Zo draait hij platen voor daklozen en gaat hij met een ombulance de wijk in. Een gesprek met een jonge, energieke ombudsman.
“ The Voice beerput” (Volkskrant, 2022), ziekmakende werkcultuur DWDD (Telegraaf 2022) , “Er ligt een deken van angst over IT bedrijf Centric” (Financieel Dagblad, 2022), zo maar een aantal bedrijven die afgelopen jaar in het licht kwamen vanwege een onveilige en/of verziekte werkcultuur. In veel journalistieke artikelen hieromtrent werd de rol van de leider breed uitgemeten. Niet zonder reden, want leiders spelen een spilfunctie waar het gaat om het scheppen van een veilig werkklimaat. Ondanks dat een groeiend aantal leiderschaps-en managementprogramma’s aandacht besteedt aan goed leiderschap, een gezonde werkcultuur of een vruchtbaar werkklimaat, is er nog beperkte kennis omtrent het uitdragen van zogeheten ‘ethisch leiderschap’ zowel in de organisatie als extern via media-uitingen en interviews. In Moreel Leiderschap schetst voormalig ombudsman Brenninkmeijer hoe leiders niet zelden valse berichten via journalistieke uitingen verspreiden en zo het morele kompas van een organisatie en het ethos van de leider vertroebelen. De link tussen ethisch leiderschap in relatie tot media-uitingen is echter spaarzaam onderzocht. Dat is opmerkelijk daar van veel leiders steeds vaker een po-actieve houding naar de media gevraagd wordt en daarnaast veel misstanden omtrent leiderschap via de media wordt geagendeerd. Kennis omtrent de manieren om goed leiderschap over te dragen ontbreekt, terwijl die juist van pas kan komen om handelingsperspectieven te bieden voor het beter agenderen van ethisch leiderschap. In dit onderzoek zoomen we in op de rol van leiders in bedrijven die afgelopen jaren de door Intermediair samengestelde top 10 aanvoerden van beste werkgevers. Middels een discoursanalyse kijken we naar de visuele en verbale middelen om ethisch leiderschap uit te dragen. Wat zijn de handelingsrepertoires van leiders waar het gaat om in-en externe communicatie van de organisaties die afgelopen jaren goed scoren vanwege een gezond en vruchtbaar werkklimaat? Hoe kunnen we inzichten hieromtrent meenemen voor het vormgeven van toekomstig leiderschap?
Tijdens de pandemie heeft het publiek meer dan ooit behoefte aan informatie. Tegelijkertijd wordt er zoveel informatie verspreid, dat het WHO zelfs spreekt van een infodemic. De overvloed van informatie en ruime keuze van nieuwsmedia kan leiden tot het (tijdelijk) vermijden van (bepaalde) nieuwsmedia of berichtgeving. Geldt dit ook tijdens de Covid-19 crisis? Mijden mensen het nieuws meer? Doel Dit onderzoek heeft als doel om na te gaan hoe de nieuwsconsumptie tijdens de eerste golf van de Covid-19 crisis is verlopen. Resultaten We zien dat in het begin van de pandemie het publiek veel behoefte had aan informatie. Niet alleen gingen ze vaker nieuws consumeren (61%) dan voorheen, ook deden ze dit bij meer verschillende nieuwsbronnen (51%). Tegelijkertijd zien we dat een grote groep (53%) aan gaf afstand of pauze te nemen van nieuws over Covid-19. Naarmate ze minder gingen consumeren verder in de crisis, neemt deze behoefte voor een pauze ook af (naar 44% in juni). Wel zien we dat hoe langer de crisis voortduurde méér mensen het nieuws in het geheel gingen vermijden. De voornaamste reden hiervoor is dat men het gevoel had overladen te worden met informatie (59%). Looptijd 01 april 2020 - 01 november 2020 Aanpak In dit onderzoek keken we naar de nieuwsconsumptie van het Nederlandse publiek in de eerste vier maanden van de Covid-19 crisis. Op drie momenten hebben we een panelsurvey uitgezet (onder een representatieve steekproef van +/- 1500 mensen): begin april, een paar weken na de lock-down, begin mei toen de scholen weer opengingen en halverwege juni, toen de horeca weer open was. Meer weten? Lees de volgende blog: Nieuwsgebruik en mijding tijdens de infodemic Luister naar de podcast van Trajectum: https://trajectum.hu.nl/podcast-je-hoort-t-bij-trajectum/ Kijk naar het debat van HU podium waarin lector Yael de Haan in gesprek gaat met adjunct- hoofdredacteur AD, Paul van den Bosch, ombudsman van de publieke omroepen Margo Smit, hoofdredacteur van Rijnmond Alex Beishuizen
Tijdens de pandemie heeft het publiek meer dan ooit behoefte aan informatie. Tegelijkertijd wordt er zoveel informatie verspreid, dat het WHO zelfs spreekt van een infodemic. De overvloed van informatie en ruime keuze van nieuwsmedia kan leiden tot het (tijdelijk) vermijden van (bepaalde) nieuwsmedia of berichtgeving. Geldt dit ook tijdens de Covid-19 crisis? Mijden mensen het nieuws meer? Doel Dit onderzoek heeft als doel om na te gaan hoe de nieuwsconsumptie tijdens de eerste golf van de Covid-19 crisis is verlopen. Resultaten We zien dat in het begin van de pandemie het publiek veel behoefte had aan informatie. Niet alleen gingen ze vaker nieuws consumeren (61%) dan voorheen, ook deden ze dit bij meer verschillende nieuwsbronnen (51%). Tegelijkertijd zien we dat een grote groep (53%) aan gaf afstand of pauze te nemen van nieuws over Covid-19. Naarmate ze minder gingen consumeren verder in de crisis, neemt deze behoefte voor een pauze ook af (naar 44% in juni). Wel zien we dat hoe langer de crisis voortduurde méér mensen het nieuws in het geheel gingen vermijden. De voornaamste reden hiervoor is dat men het gevoel had overladen te worden met informatie (59%). Looptijd 01 april 2020 - 01 november 2020 Aanpak In dit onderzoek keken we naar de nieuwsconsumptie van het Nederlandse publiek in de eerste vier maanden van de Covid-19 crisis. Op drie momenten hebben we een panelsurvey uitgezet (onder een representatieve steekproef van +/- 1500 mensen): begin april, een paar weken na de lock-down, begin mei toen de scholen weer opengingen en halverwege juni, toen de horeca weer open was. Meer weten? Lees de volgende blog: Nieuwsgebruik en mijding tijdens de infodemic Luister naar de podcast van Trajectum: https://trajectum.hu.nl/podcast-je-hoort-t-bij-trajectum/ Kijk naar het debat van HU podium waarin lector Yael de Haan in gesprek gaat met adjunct- hoofdredacteur AD, Paul van den Bosch, ombudsman van de publieke omroepen Margo Smit, hoofdredacteur van Rijnmond Alex Beishuizen