Service of SURF
© 2025 SURF
Is eerder gepubliceerd op de site van de Nederlandse Dalton Vereniging, 2021. april Onderzoek laat zien dat individuele prestatieverschillen een direct gevolg zijn van de hoeveelheid tijd besteed aan doelbewuste oefening. In dit onderzoek is bij 49 basisschoolleraren onderzocht hoeveel tijd zij besteden aan activiteiten die grotendeels voldoen aan de kenmerken van doelbewuste oefening en hoeveel leerwinst zij daarbij ervaren. Doelbewuste oefenactiviteiten zijn activiteiten met een duidelijk doel om het eigen onderwijs te verbeteren, zijn vooraf doordacht en gepland, worden voorzien van informatieve feedback en worden herhaaldelijk en regelmatig uitgevoerd. Leraren vulden via een mobiele logboekapplicatie tweemaal per dag gedurende twee weken een vragenlijst in, waarin ze bijhielden welke activiteiten zij uitvoerden om hun onderwijs te verbeteren en hoeveel tijd ze hieraan besteedden. Uit de eerste onderzoeksresultaten blijkt dat leraren ongeveer 30 procent van de gerapporteerde tijd besteden aan doelbewuste oefenactiviteiten. Doelbewuste oefenactiviteiten bleken significant langer te duren dan niet-doelbewuste oefenactiviteiten. Verder ervaren leraren een significant hogere leerwinst bij het uitvoeren van doelbewuste oefenactiviteiten dan bij niet-doelbewuste oefenactiviteiten. Meters maken dus!
MULTIFILE
Deze column gaat in op de betekenis van loslaten.
In dit boekje vindt u leuke tips, mogelijkheden en tricks om te bewegen. Er staan verschillende oefeningen en trainingen in. Ook vindt u hierin een instructie voor video-bellen om in contact te kunnen blijven met uw dierbaren.Dit boekje is ontwikkeld in samenwerking met studenten van de Minor Designing User Research in het kader van de studie en behoefte-onderzoek voor BAAT. Dit project is gesponsord vanuit Zaaigeld Urban Vitality (Hogeschool van Amsterdam)
“Authentieke Vanille uit de kas” richt zich op het ontwikkelen van producten en praktische richtlijnen voor glastelers voor een hogere opbrengst van in de kas geteelde Vanillepeulen uit gezonde planten met meer Vanille en een authentieke geur en smaak. Het hiervoor benodigde onderzoek staat onder leiding van het lectoraat Biodiversiteit en Generade, het Center of Expertise Genomics van Hogeschool Leiden. In het project participeren kennisinstellingen, MKB-bedrijven uit de tuinbouw en bedrijven met expertise in chemie, bodemverbetering en genomics. Het project bestaat uit vier deelonderzoeken: 1. Het bestuivingsonderzoek richt zich op ontwikkeling van een instrument voor optimale overdracht van pollen in Vanillebloemen. 2. Een inventarisatie van het microbioom in Vanilleplanten en -peulen in het wild uit het regenwoud in Costa Rica, plantages op Reunion en Nederlandse kassen zal meer inzicht geven in de correlatie tussen de samenstelling van deze microben en het Vanillegehalte van de peulen en hun lokale geur en smaak. De inventarisatie zal gedaan worden met Next Generation DNA metabarcoding van markers ontwikkeld voor schimmels en bacterieen. 3. Daarnaast richt het onderzoek zich op de fermentatie van de Vanillepeul. Er zal worden onderzocht welke combinatie van microben leidt tot productie van een zo hoog mogelijk gehalte aan precursors van Vanille in groene peulen en een authentieke geur en smaak. Dit wordt gedaan met een combinatie van experimenteel teeltonderzoek en chemische analyses. 4. Momenteel wordt aantasting door schimmels en virussen in de kas met de hand verwijderd. Deze behandeling is kostbaar maar voor biologische teelt de enige optie. Een vierde pijler van het onderzoek zal daarom gericht zijn op de verbetering van het substraat. Met behulp van experimenteel onderzoek zal worden nagegaan welke mix aan microben in het substraat nodig is voor bescherming tegen aantasting door kwaadaardige schimmels.
Studenten in het beroepsonderwijs leren op de werkplek om een goede beroepsuitoefenaar te worden. Beoordeling van het werkplekleren gebeurt vaak op de werkplek en door de werkplek. Dit promotieonderzoek wil in kaart brengen hoe werkplekopleiders de student beoordelen.
In de huidige onderwijsdiscussie staat persoonsvorming prominent op de agenda. Ten aanzien van beroepsopleidingen voor het leraarschap is er een toenemende en brede erkenning voor het belang van de persoonsvorming van de leraar (in opleiding), de professionele identiteit van de leraar en de bronnen (primaire bronteksten) die bij dat vormingsproces van belang zijn. De relatie tussen de gebruikte bronnen, de persoonsvorming/professionele vorming en de professionele praktijk is complex en daarover is nog veel onduidelijk. Echter, die relatie is cruciaal vanuit het standpunt dat een beroepsopleiding een positieve en waarneembare invloed beoogt uit te oefenen op de aanstaande beroepsbeoefenaren en daarmee op de professionele praktijk in de school. Als onderdeel van het curriculum van een christelijke lerarenopleiding voor het basisonderwijs worden primaire (levensbeschouwelijke en pedagogische) bronteksten ingezet bij het proces van persoonsvorming en vorming van de professionele identiteit. Het onderzoeksproject De invloed van primaire bronteksten op de persoonsvorming en het professionele handelen van de leraar (in opleiding) beoogt aan het licht te brengen welke invloed primaire bronteksten hebben op de persoonsvorming van studenten/aankomende leraren en op beroepsuitoefening in de lespraktijk in het basisonderwijs tijdens hun LIO-stage. Hoe primaire bronteksten functioneren in de praktijk van het onderwijscurriculum op de pabo-opleiding, hoe deze teksten doorwerken bij de persoonsvorming van studenten, welke invloed deze teksten hebben op de vorming van de professionele identiteit van aankomende leraren basisonderwijs en hoe dat hun handelen als beroepsbeoefenaar beïnvloedt, is tot op heden niet onderzocht. Dit empirische onderzoek wil in deze leemte voorzien.