Service of SURF
© 2025 SURF
Most nurse leadership studies have concentrated on a classical, heroic, and hierarchical view of leadership. However, critical leadership studies have argued the need for more insight into leadership in daily nursing practices. Nurses must align their professional standards and opinions on quality of care with those of other professionals, management, and patients. They want to achieve better outcomes for their patients but also feel disciplined and controlled. To deal with this, nurses challenge the status quo by showing rebel nurse leadership. In this paper, we describe 47 nurses’ experiences with rebel nurse leadership from a leadership-as-practice perspective. In eight focus groups, nurses from two hospitals and one long-term care organization shared their experiences of rebel nurse leadership practices. They illustrated the differences between “bad” and “good” rebels. Knowledge, work experience, and patient-driven motivation were considered necessary for “good” rebel leadership. The participants also explained that continuous social influencing is important while exploring and challenging the boundaries set by colleagues and management. Credibility, trust, autonomy, freedom, and preserving relationships determined whether rebel nurses acted visibly or invisibly. Ultimately, this study refines the concept of rebel nurse leadership, gives a better understanding of how this occurs in nursing practice, and give insights into the challenges faced when studying nursing leadership practices.
MULTIFILE
A Magnet-related program has been recently adopted in the Netherlands. Support for staff nurses from nurse middle managers (NMMs) is a key component of such a program. A Bourdieusian ethnographic organizational case study in four hospitals in the Netherlands and the United States (Magnet, Magnet-related and non-Magnet) was conducted to explore NMMs’ supporting role behavior. Bourdieus concepts of habitus, dispositions, field and capital guided the analysis. Eight dispositions constitute NMMs habitus. A caring, clinical and scientific disposition enhance NMMs’ capital in particular organizations-as-fields. Further research is necessary to link Magnet (related) program characteristics to various configurations of dispositions of NMMs habitus.
The purpose of this study was to explore the experiences and impact of peer-to-peer shadowing as a technique to develop nurse middle managers’ clinical leadership practices. A qualitative descriptive study was conducted to gain insight into the experiences of nurse middle managers using semi-structured interviews. Data were analysed into codes using constant comparison and similar codes were grouped under sub-themes and then into four broader themes. Peer-to-peer shadowing facilitates collective reflection-in-action and enhances an “investigate stance” while acting. Nurse middle managers begin to curb the caring disposition that unreflectively urges them to act, to answer the call for help in the here and now, focus on ad hoc “doings”, and make quick judgements. Seeing a shadowee act produces, via a process of social comparison, a behavioural repertoire of postponing reactions and refraining from judging. Balancing the act of stepping in and doing something or just observing as well as giving or withholding feedback are important practices that are difficult to develop.
Worldwide, coral reefs are rapidly declining due to increased sea water temperatures and other environmental stresses (Figure 1). To counter the extinction of major coral reef building species on the island of Bonaire, the non-profit organization Reef Renewal Foundation Bonaire is restoring degraded reef sites using corals that are grown in local nurseries. In these nurseries, corals are propagated on artificial trees using fragmentation. After 6-8 months of growth in the nursery, the corals are transplanted to degraded reef sites around the island. Over the years more than 21.000 corals have been outplanted to reef restoration sites in this way. These corals show high survivorship under natural reef conditions but remain under threat by environmental disturbances, such as increased water temperatures, diseases, and competition with macroalgae. A promising intervention to increase reef persistence and resilience is to manipulate the coral-associated microbiome. At present, the composition of the microbiome in nursery-reared and outplanted corals on Bonaire is unknown. The aim of the current project is to identify and isolate naturally occurring beneficial bacteria that may stimulate the resilience of these corals. Our key objectives are: 1) to assess the presence of functionally beneficial bacteria in corals in nursery and restoration sites on Bonaire using metagenomic screening. 2) to design culture strategies to isolate these functionally beneficial bacteria. In the future, a selection of these beneficial bacteria can be applied to the corals to increase their resilience against environmental disturbances.
De administratieve en registratiewerklast op verpleegafdelingen in ziekenhuizen is hoog. Hierdoor besteden verpleegkundigen slechts een derde van hun dienst direct aan de patiënt waardoor zij plezier in hun werk verliezen. Er is een scala aan arbeidsbesparende technologie voor verpleegkundigen ontwikkeld. Slechts 30% daarvan is succesvol geïmplementeerd, onder andere door gebrek aan afstemming tussen innovatie, verpleegkundigen, werkprocessen en bestaande (informatie)systemen. Idealiter worden deze perspectieven geïntegreerd in één integrale, systemische ontwerpaanpak die tot op heden ontbreekt. Het UMC Utrecht benaderde daarom de Hogeschool Utrecht met de vraag: Hoe kan niet-direct zorggerelateerde technologie* zodanig ontworpen worden dat verpleegkundigen meer voldoening krijgen in hun werk (en meer tijd en aandacht hebben voor directe zorggerelateerde taken)? Door het combineren van onderzoeksmethoden uit de wereld van co-design, procesanalyse en systemisch ontwerp wordt op vier verpleegafdelingen in het UMC Utrecht en zeven verpleegafdelingen in het Sint Antonius Ziekenhuis met verpleegkundigen gezocht naar aangrijpingspunten in het verpleegkundig werkproces voor het verlagen van de werklast. Vervolgens wordt een aantal innovaties (her)ontworpen en getest. Hierbij worden Hogeschool Utrecht en de twee ziekenhuizen ondersteund door Panton, Pontes, Ucreate en Ascom. Het intensief in het ontwerpproces betrekken van verpleegkundigen zal dit project twee of drie toepasbare en ‘gedragen’ arbeidsbesparende producten en/of diensten opleveren (bijvoorbeeld een slim verpleegkundig oproepsysteem). Het selecteren, (door)ontwikkelen, combineren, toepassen en volgen van de diverse methodes bij het ontwikkelen van de arbeidsbesparende producten en/of diensten zal resulteren in een integrale ontwerpaanpak voor verpleegkundige innovaties, bedoeld voor ontwerpers in de zorg. Ook ontstaat een aanvulling op het beroepsprofiel voor de verpleegkundige in 2020 van Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (projectpartner) dat stelt dat verpleegkundigen niet alleen technologie moeten kunnen gebruiken maar ook bij kunnen dragen aan het verbeteren ervan.
For English see below In dit project werkt het Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg van hogeschool Windesheim samen met zorganisaties de ZorgZaak, De Stouwe, en IJsselheem en daarnaast Zorgcampus Noorderboog, Zorgtrainingscentrum Regio Zwolle, Patiëntenfederatie NPCF, VitaalThuis, ActiZ, Vilans, V&VN, Universiteit Twente en het Lectoraat Innoveren in de Ouderenzorg van Windesheim aan het in staat stellen van wijkverpleegkundigen om autonoom en doelmatig, op basis van klinisch redeneren, eHealth te indiceren en in te zetten bij cliënten. De aanleiding voor dit project wordt gevormd door de wijzigingen per 1 januari 2015 in de Zorgverzekeringswet. Wijkverpleegkundigen zijn sindsdien zelf verantwoordelijk voor de indicatiestelling en zorgtoewijzing voor verzorging en verpleging thuis: zij moeten bepalen welke zorg hun cliënten nodig hebben gezien hun individuele situaties, en hoe die zorg het best geleverd kan worden. Zorgverzekeraars leggen hierbij minimumeisen op, o.a. met betrekking tot de inzet van eHealth. Wijkverpleegkundigen hebben op dit moment echter niet of nauwelijks ervaring met het inzetten en toepassen van technologische toepassingen zoals eHealth. Vraagarticulatie leidde tot de volgende praktijkvraagstelling: 1. Hoe kunnen wijkverpleegkundigen worden voorzien in hun informatiebehoefte over eHealth? 2. Hoe kunnen wijkverpleegkundigen worden ondersteund in hun klinisch redeneren over het inzetten van eHealth bij hun cliënten? 3. Hoe kunnen wijkverpleegkundigen worden ondersteund bij het inzetten van eHealth in hun zorgproces? Het project levert hiertoe drie bijdragen: - De eerste bijdrage is een duurzaam geborgde keuzehulp (een app voor tablet of smartphone) waarmee wijkverpleegkundigen toegang hebben tot de benodigde informatie over eHealth-toepassingen en die aansluit bij de manier waarop wijkverpleegkundigen zorg indiceren (bijvoorbeeld door relaties te leggen tussen NIC-interventies en bijpassende eHealth-toepassingen). - Informatievoorziening is niet een afdoende antwoord op de handelingsverlegenheid van de wijkverpleegkundige omdat eHealth sterk in ontwikkeling is en blijft waardoor er altijd een discrepantie zal bestaan tussen de beschikbare en de benodigde informatie. . De tweede bijdrage van dit project is daarom kennis over (en inzicht in) het klinisch redeneren over de inzet van eHealth. Deze kennis wordt in het project doorvertaald naar een trainingsmodule die erop is gericht om het klinisch redeneren van wijkverpleegkundigen over het inzetten van eHealth en andere thuiszorgtechnologie bij hun cliënten te versterken. - De derde bijdrage van dit project omhelst inbedding van bovengenoemde resultaten in het verpleegkunde-onderwijs van onder meer Windesheim en in nascholingstrajecten voor wijkverpleegkundigen. Voor duurzame, bredere inbedding in het onderwijs wordt samengewerkt met regionale zorgonderwijsnetwerken. In this project the research group IT-innovations in Health Care of Windesheim University of Applied Sciences cooperates with care organisations de ZorgZaak, De Stouwe, and IJsselheem, and stakeholders Zorgcampus Noorderboog, Zorgtrainingscentrum Regio Zwolle, Patiëntenfederatie NPCF, VitaalThuis, ActiZ, Vilans, V&VN, University of Twente, and research group Innovation of Care of Older Adults of Windesheim to enable home care nurses to autonomously and adequately, based on clinical reasoning, allocate eHealth and implement it in patient care. The motivation behind this project lies in the alterations in the care insurance legislation per January 2015. Since then, home care nurses are responsible for the care allocation of all care at home: they determine which care their clients require, taking into account the individual situations, and how this care can best be delivered. Care insurance companies impose minimum requirements for this allocation of home care, among others concerning the implementation of eHealth. Home care nurses, however, have no or limited information about and experience with technical applications like eHealth. Articulation of the demands of home care nurses resulted in the following questions: 1. How can home care nurses be provided with information concerning eHealth? 2. How can home care nurses be supported in their clinical reasoning about the deployment of eHealth by their patients? 3. How can home care nurses be supported when deploying eHealth in their care process? This project contributes in three ways: " The first contribution is a sustainable selection tool (an app for tablet or smartphone) to be used by home care nurses to provide them with the required information about eHealth applications. This selection tool will work in accordance with how home care nurses allocate care, e.g. by relating NIC-interventions to matching eHealth applications. " Providing information is an insufficient, although necessary, answer to the demands of home care nurses because of continuously developing eHealth applications. Hence, the second contribution of this project is knowledge about (and insight in) the clinical reasoning about the deployment of eHealth. This knowledge will be converted into a training module aimed at strengthening the clinical reasoning about the deployment of eHealth by their patients. " The third contribution of this project concerns embedding the selection tool and the training module in regular education (among others at Windesheim) and in refresher courses for home care nurses. Cooperation with regional care education networks will ensure sustainable and broad embedding of both the selection tool and the training module.