Service of SURF
© 2025 SURF
Natuurgebieden in Nederland worden meestal actief beheerd. De Waddenzee was lange tijd een uitzondering, de natuur kon hier ongestoord haar gang gaan. Maar tijden veranderen: veel wetenschappers en natuurbeschermers zijn nu voor ingrijpen. Hoofdredacteur Hans Revier zet de belangrijkste ontwikkelingen op een rij.Een belangrijke ontwikkeling is het ontstaan van de Nederlandse natuurbescherming. Deze vereniging heeft als taak om natuurgebieden aan te kopen, te beschermen en te beheren. Vervolgens ontstaat er een discussie over de mogelijke inpoldering van de Waddenzee.Gebaseerd op nieuwe wetenschappelijke inzichten worden ecologische doelstellingen voor verschillende natuurgebieden geformuleerd. De keerzijde van deze ontwikkeling is de dat de bewoners en gebruikers zich vaak niet herkennen in de nieuwe wildernisnatuur. De uiteindelijke kentering hierbinnen kan worden aangeduid als de vermaatschappelijking van het natuurbeleid. Hierbij krijgen beleving van natuur en leefbaarheid meer nadruk.Na de aanwijzing tot Werelderfgoed is een nieuwe fase aangebroken in de bescherming van de Waddenzee. Er wordt gewerkt aan een rijke Waddenzee waarbij veel mensen de unieke natuurwaarden kunnen beleven. Waar mogelijk zal de natuur echter haar eigen gang moeten kunnen gaan.
Rede uitgesproken door Hans Revier bij zijn installatie als lector Mariene Wetlands Studies op 5 april 2007.
Dit rapport is een voorstel voor het in kaart brengen van de mogelijkheden voor toeristische en recreatieve ontwikkelingen langs de Waddendijk. Een groeiende hoeveelheid initiatieven en plannen in dit gebied duidt op een behoefte aan vernieuwing, een vernieuwing die soms nodig wordt geacht om de gevolgen van bevolkingskrimp te verzachten en de leefbaarheid te vergroten, soms door de economische potentie die letterlijk aan dit gebied voorbijgaat omdat alle bezoekers naar de eilanden varen, soms ook gewoon door trots op het gebied en de overtuiging dat de cultuur en het landschap van de Waddenkust ook voor bezoekers een verrijkende ervaring kunnen betekenen.
Overlast door Eikenprocessierupsen neemt toe en is te wijten aan het warmer wordende klimaat, groene monoculturen en gebrekkige biodiversiteit. Eikenprocessierupsen hebben brandharen die langdurige jeuk en ernstige ontstekings- of allergische reacties kunnen veroorzaken. Zij vormen een gezondheidsprobleem, vooral op plaatsen waar veel mensen komen. Gemeenten hebben een zorgplicht om overlast die door Eikenprocessierupsen wordt veroorzaakt te beperken. De bestrijding van Eikenprocessierupsen kan aanzienlijk verbeteren als gemeenten beschikken over een robuust monitoringsprogramma waarmee data wordt verzameld voor het tijdig in kaart brengen van hot spots. Eikenprocessierupscoördinatoren van gemeenten, worden beperkt in hun handelen doordat data vaak onvolledig en niet tijdig kan worden opgenomen in risicozoneringskaarten welke de basis vormen voor rupsenbestrijding. Bestrijding vindt preventief en curatief plaats. Bij preventieve bestrijding worden rupsen bestreden alvorens ze zo oud zijn dat ze brandharen ontwikkelen. Bij curatieve bestrijding worden nesten met of zonder rupsen vernietigd. Alternatieve bestrijdingstechnieken als chemisch bestrijden, lijmbanden, valzakken, wegbranden en feromoonvallen zijn duur, niet effectief ofwel in strijd met de Wet Natuurbescherming. Derhalve slaan de provincie Overijssel, Twentse gemeenten, mkb-bedrijven en platformorganisaties de handen ineen om digitale sleuteltechnologieën in te zetten om de Eikenprocessierupsenbeheersing te verbeteren alsook om de communicatie hierover richting burgers te optimaliseren ter verbetering van de volksgezondheid en beheersingsaanpak. Onderzoeksvraag: Welke bestaande navigatie, lokalisatie en detectietechnieken kunnen worden doorontwikkeld om een nieuw platform te realiseren waarmee eikenprocessierupsen vroegtijdig kunnen worden gedetecteerd en structureel kunnen worden gemonitord om de EPR-overlast voor burgers te beheersen en volksgezondheidsklachten zoveel als mogelijk te voorkomen?” Het is consortium’s ambitie om Eikenprocessierupsen zo milieuvriendelijk en kostenefficiënt als mogelijk te beheersen alsook om een hightech methode voor vroegtijde detectie en monitoring te ontwikkelen. De nieuwe detectie en monitoringsmethode maakt het voor gemeenten en/of bestrijdingsdiensten mogelijk om risicozoneringsgebieden beter/sneller in kaart te brengen, lokale beheersplannen daarop af te stemmen en Eikenprocessierupsen zo beter te beheersen.
Changemakers in Rotterdam verkennen kansen voor sociaaleconomische groei in achterstandswijkenmiddels de "bezoekerseconomie". Ze staan voor uitdagingen: hoe wijken te laten profiteren,ondernemerschap te stimuleren en lokale weerstand te vermijden? Zij vragen om inzichten en instrumentenrondom drie elementen: bottom-up, verhalend, en verbindend naar alle belanghebbenden. Debezoekerseconomie, hoewel inkomsten genererend en werkgelegenheid scheppend, brengt ook nadelenmet zich mee, zoals vervuiling en stijgende huizenprijzen, zoals Amsterdam voor de coronapandemieillustreert. Desondanks draagt het bij tot brede welvaart in gebieden met economische, ruimtelijke en/ofsociale uitdagingen. Om dit potentieel te benutten, is een nieuwe benadering nodig, waarbij conflicterendestakeholders (bijvoorbeeld overheid, bewoners en natuurbeschermingsorganisaties) stapsgewijs wordensamengebracht om een strategische visie te ontwikkelen.In dit project wordt een prototype van een participatieve, multi-stakeholder scenariomethode ontwikkeld,gericht op ‘inclusieve participatie en co-design' en waarmee op gebiedsniveau de diversiteit aan belangen,veronderstellingen, randvoorwaarden en kansen worden geïdentificeerd en samengebracht. In navolging opde uitdagingen van de changemakers, is een belangrijke component het ophalen en delen van het DNA vaneen gebied. De methode ontwikkelen we in de context van de wijk Feijenoord in Rotterdam. Het stappenplanerkent de diversiteit aan stakeholders die het vraagstuk beïnvloeden, zelfs de ondervertegenwoordigden.Onderzoek naar het herkennen, integreren en benutten van verschillende belanghebbendenperspectieven induurzame stedelijke ontwikkeling is namelijk beperkt gebleken. Vervolgens worden hun verhalen en visieseerst individueel, en daarna gezamenlijk verbeeld. Het resultaat is een bottom-up, breed gedragen kadervoor impactvol ondernemerschap en beleidsoverwegingen van de lokale overheid: “Visie Verbeeld: SamenStreven naar Brede Welvaart middels een Duurzame Bezoekerseconomie”. De methode is niet alleentoepasbaar voor de ontwikkeling van een duurzame bezoekerseconomie, maar kan ook gebruikt worden bijhet bevorderen van brede welvaart in andere lokale en regionale verbanden, zoals bedrijventerreinen enmakers’ districten.Collaborative partnersKenniscentrum Business Innovation van Hogeschool Rotterdam, RBS, Skateland, Gemeente Rotterdam.
Changemakers in Rotterdam verkennen kansen voor sociaaleconomische groei in achterstandswijken middels de "bezoekerseconomie". Ze staan voor uitdagingen: hoe wijken te laten profiteren, ondernemerschap te stimuleren en lokale weerstand te vermijden? Zij vragen om inzichten en instrumenten rondom drie elementen: bottom-up, verhalend, en verbindend naar alle belanghebbenden. De bezoekerseconomie, hoewel inkomsten genererend en werkgelegenheid scheppend, brengt ook nadelen met zich mee, zoals vervuiling en stijgende huizenprijzen, zoals Amsterdam voor de coronapandemie illustreert. Desondanks draagt het bij tot brede welvaart in gebieden met economische, ruimtelijke en/of sociale uitdagingen. Om dit potentieel te benutten, is een nieuwe benadering nodig, waarbij conflicterende stakeholders (bijvoorbeeld overheid, bewoners en natuurbeschermingsorganisaties) stapsgewijs worden samengebracht om een strategische visie te ontwikkelen. In dit project wordt een prototype van een participatieve, multi-stakeholder scenariomethode ontwikkeld, gericht op ‘inclusieve participatie en co-design' en waarmee op gebiedsniveau de diversiteit aan belangen, veronderstellingen, randvoorwaarden en kansen worden geïdentificeerd en samengebracht. In navolging op de uitdagingen van de changemakers, is een belangrijke component het ophalen en delen van het DNA van een gebied. De methode ontwikkelen we in de context van de wijk Feijenoord in Rotterdam. Het stappenplan erkent de diversiteit aan stakeholders die het vraagstuk beïnvloeden, zelfs de ondervertegenwoordigden. Onderzoek naar het herkennen, integreren en benutten van verschillende belanghebbendenperspectieven in duurzame stedelijke ontwikkeling is namelijk beperkt gebleken. Vervolgens worden hun verhalen en visies eerst individueel, en daarna gezamenlijk verbeeld. Het resultaat is een bottom-up, breed gedragen kader voor impactvol ondernemerschap en beleidsoverwegingen van de lokale overheid: “Visie Verbeeld: Samen Streven naar Brede Welvaart middels een Duurzame Bezoekerseconomie”. De methode is niet alleen toepasbaar voor de ontwikkeling van een duurzame bezoekerseconomie, maar kan ook gebruikt worden bij het bevorderen van brede welvaart in andere lokale en regionale verbanden, zoals bedrijventerreinen en makers’ districten.