Service of SURF
© 2025 SURF
Als eerste beschrijven we het ontwikkelingsniveau van jongeren op muzisch gebied. Daarna wordt er een vergelijking gedaan tussen jongeren mét en jongeren zonder licht verstandelijke beperking. Tot slot gaan we inhoudelijk in op de tekeningen die deze jongeren gemaakt hebben en stellen we de vraag wat jongeren kunnen bedoelen met wat ze uitbeelden. Muzische middelen kunnen worden ingezet in alle vormen van hulpverlening. Door middel van een muzische activiteit kunnen cliënten vaak makkelijker hun gevoelens uiten en kan dit bespreekbaar worden gemaakt. Daarnaast leert een cliënt met een muzisch middel na te denken over belangrijke dingen uit het leven, waardoor het zelfinzicht vergroot kan worden. Muzische activiteiten zijn in het Social Work dan ook geen doel, maar een waardevol middel - als ze tenminste op een methodische manier worden ingezet: in aansluiting op de problematiek en de belangstelling van de groep.
Een lezing gehouden op de opleiding Creatieve Therapie over het woord Ludiek. De vraag was indertijd (1984) of deze opleiding zich met benamingen als muzisch ludisch diende te gaan afficheren. De auteur was van mening dat dit niet zo voor de hand lag. Het is tevens een aardige studie naar de etymologie (eigenlijk meer de sociogenese) van ludiek. En passent komen we te weten wat de toenmalige opleidingsvereisen waren: "Heerkens meldt voor het ludisch (genoemde) vak muziek, dat de leerlingen 75 liedjes goed moesten kunnen zingen en deze zowel met behulp van zelf vervaardigde instrumenten kunnen begeleiden, alsook kunnen meespelen met grammofoonplaatjes die harmonisch op die liedjes aansloten (bedenk wel, dit waren eindexameneisen."
Te gast zijn Marije Kesselring en Dorien Graas, onderzoeker en lector bij verschillende jeugdlectoraten, met wie ik spreek over het thema de pedagogische basis. Marije deed promotieonderzoek naar de Pedagogical Civil Society, een begrip dat haar promotor Mischa de Winter eerder al had geïntroduceerd en dat gaandeweg veranderd is in het begrip de pedagogische basis, naar analogie van het begrip de sociale basis. Dorien is als lector en daarvoor onder meer als betrokkene bij de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling al lange tijd pleitbezorger van dit thema. De pedagogische basis is het idee dat andere mensen dan de ouders vanzelfsprekende medeopvoeders zijn van kinderen. Denk aan informele medeopvoerders zoals buurtgenoten en formele professionals zoals leraren en medewerkers van de kinderopvang. Onderliggend idee is dat opvoeden niet overgelaten wordt aan ouders en als het mis gaat aan pedagogische specialisten, maar dat we 'allemaal opvoeders' zijn. Dat is ook de naam van het overheidsprogramma dat Marije onderzocht heeft op het begrip Pedagogical Civil Society. Omdat Civil Society betekent dat burgers onderling hun zaken regelen, is de geschiktere naam pedagogische basis gekozen. Dat betekent dat andere ouders en professionals rondom kinderen mee opvoeden als onderdeel van hun professie en dat de gemeente hen daarin stimuleert en ondersteunt. Marije en Dorien pleiten ervoor dat de pedagogische relatie en pedagogisch handelen normaal is in school en samenleving en dat we met elkaar spreken en reflecteren over hoe breed ons normaal is, zodat pedagogiek niet alleen aan specialisten wordt overgelaten.
LINK
Het tweejarige postdoc onderzoeksproject Common Ground gaat de verschillende soorten onderzoeksmethodologie verkennen die op HKU in praktijk gebracht worden, deze in een samenhangend kader en visie vatten en verder ontwikkelen tot een ontwerpmethode, in de context en het discours van artistiek onderzoek. Dat omvat het onderzoek van lectoraten en andere onderzoeksprogramma’s en de pedagogiek van onderzoeksbegeleiding van studenten op methodologisch niveau begeleiden. De hypothese is dat de kwaliteit van onderzoeksprocessen, -uitkomsten en -impact door een geavanceerde benadering van onderzoeksontwerp in de kunsten aanzienlijk verhoogd kan worden. Dit betekent niet om alle verschillende benaderingen tot één manier van onderzoek doen samen te brengen . Het gaat om het ontwikkelen van een gedeelde visie over het ontwerp van onderzoeksmethodologie, baserend op de gehele visie van HKU op onderzoek. Het project zal in vier fasen uitgevoerd worden: • conceptueel-ethisch-filosofische kadering, • ontwikkeling van een methodologisch model en • inbedding in het onderzoek op de HKU • kennisdeling/disseminatie Dit gebeurt door middel van gesprekken/interviews, observatie, theoretische reflectie en de praktijk van de postdoc zelf: dit betreft zowel zijn onderwijs- en begeleidingspraktijk, als zijn artistieke onderzoekspraktijk in het project In Search of Stories van het lectoraat Performatieve Maakprocessen en actieve deelname aan de Werkplaats Muzische Professionalisering. Alle activiteiten van dit project zullen gebruik maken van het netwerk binnen de HKU. De postdoc leidt dit proces, maar werkt geenszins alleen: Hij werkt samen met de betrokken docenten en onderzoeksbegeleiders op de diverse opleidingen, CvOI en de HKU onderzoekseenheid , waaronder ook de andere postdoc onderzoeker op het gebied van Methodologie Maakonderzoek. De primaire relevantie en impact van het project ligt in de manier waarop onderzoek wordt aangepakt en uitgevoerd en op het gebied van de didactiek van onderzoeksmethodologie. Dit geldt voor de context van HKU en tegelijkertijd voor het breder (inter)nationaal kennisdomein.