Service of SURF
© 2025 SURF
Blog post op de blog van het Amsterdam Creative Industries Network. Tijdens de Berlin Music Week hebben Inholland-onderzoekers Koos Zwaan en Sabine de Lat van het lectoraat Media, Cultuur en Burgerschap de eerste bevindingen gepresenteerd van een lopend onderzoeksproject getiteld ‘No Limits: The Value of Dutch Music in the Online Domain’.
LINK
Introduction: The notion of autonomy in Self-Determination Theory is at the core of intrinsically motivated learning, and fulfilment of the need for autonomy is essential for thriving at school. Therefore teacher-provided autonomy support has grown into a key concern in educational research. In the present study into primary school music education, the notion of creative autonomy support is introduced. Research into autonomy support is typically focused on verbal interaction. However, from an enactive perspective, teachers’ gesturing, bodily movement, facial expression, and musical action form an integral part of the socially situated interaction in music lessons, inherently involving autonomy support. In the present study, a distinction is made between creative verbal autonomy support and creative musical and non-verbal autonomy support.Methods: Applying a process-based time-serial methodology, rooted in a Complex Dynamic Systems and Enactive perspective, the effects of an intervention with Video Feedback Coaching for teachers were investigated. Video data of 105 music lessons of 18 teachers (intervention and control condition) from six primary schools was gathered, to examine teachers’ creative autonomy support at both the individual and group level.Results: The findings show that teachers in the intervention condition, compared to the control group, achieved a meaningful increase in their ability to offer creative autonomy support verbally. Teachers also showed development for the non-verbal and musical aspects of offering creative autonomy support. However, particularly for offering higher-level creative autonomy support in the non-verbal and musical mode, significant results were found for less than half of the intervention teachers.Discussion: These results underline the importance of embracing and studying the bodily dimension as an integral part of teacher autonomy support, aimed at emergence of students’ musical creativity, in primary school music education and in teacher training. We explain how these results might be relevant for autonomy enhancing musical activities in vulnerable groups.
LINK
In primary music education a key question is what teachers can do to stimulate students’ musical creativity. For the answer, delving into teacher-student interaction during the creative processes in the naturalistic setting of primary music lessons is required. Twenty-six music lessons from thirteen teachers and their classes of seven Dutch schools were recorded to explore the relation between teachers’ autonomy support and students’ divergent and convergent thought & action. Quantitative sequential analysis and thematic analysis were combined to examine this relation, using a framework offered by Complex Dynamic Systems theory and Enaction theory. In contrast to classical correla-tional analysis, sequential analysis focuses on the dynamics, and thus on the temporal relation in classroom interaction. The results show that mostly lower-level autonomy support was offered. Es-pecially in creative lessons, higher-level autonomy support is more likely to lead to higher-level student divergent thought and action. For convergent thought and action, the results were less con-clusive. An implication of the findings is that (research into) music education could benefit from interventions aimed at enhancing autonomy support in primary school music.
De uitbraak van het coronavirus heeft in Nederland geleid tot ongekende maatregelen, waarbij het maatschappelijke verkeer voor een groot deel werd stilgelegd op 15 maart 2020. Onder meer alle scholen, universiteiten, bibliotheken, cafés, kapperszaken, musea, bioscopen en restaurants sloten op last van de landelijke overheid hun deuren. Ook voor de podiumkunsten hebben de beperkende Coronamaatregelen geleid tot drastische veranderingen. Het was een aantal maanden niet toegestaan voor dansers, musici en circusartiesten om op te treden en het repeteren werd ook bemoeilijkt door de 1,5 meter richtlijnen. Studenten van kunsthogescholen konden niet gezamenlijk studeren en waren aangewezen op online onderwijs. Dit was een uitdaging, omdat juist de fysieke interactie bij podiumkunsten (dans, muziek en circus) essentieel is voor het leerproces van deze specifieke studentenpopulatie. Codarts (hogeschool voor de kunsten Rotterdam) wil juist in deze roerige tijden haar sterke positie op het gebied van praktijkgericht onderzoek binnen de podiumkunsten continueren en waar mogelijk versterken. Dit is een uitdaging, omdat door de pandemie het praktijkgericht onderzoek onder druk staat. Huidige onderzoekprojecten lopen vertraging op en het blijkt lastiger om nieuwe onderzoekstrajecten op te starten, doordat samenwerkingspartners prioriteit geven aan andere, Coronagerelateerde activiteiten. Codarts wil de SPRONG-impuls middelen inzetten om het praktijkgerichte onderzoek te versterken door intensiever samen te werken in bestaande netwerken en nieuw kansen aan te boren middels het oprichten van nieuwe samenwerkingsverbanden. Dat gebeurt aan de hand van drie werkpakketten: 1. Werkpakket 1: Continueren samenwerking binnen het Rotterdam Arts and Sciences Lab (RASL); 2. Werkpakket 2: Borging onderzoekslijn door oprichting van nieuwe fieldlabs. 3. Werkpakket 3: Uitbreiden onderzoekslijn door het uitwerken van een SPRONG aanvraag;
In het kader van Cultuureducatie met Kwaliteit II onderzoeken Corinne van Beilen (Master Kunsteducatie) en Rhea Hummel (Master Kunsteducatie en Master of Music), hoe leergemeenschappen cultuureducatie vorm kunnen krijgen op een manier die maximaal aansluit bij de betrokken (basis)scholen, hun leerlingen en de culturele partners.In de provincies Groningen en Drenthe wordt binnen de regeling CMK II gewerkt aan de ontwikkeling van cultuureducatie. Dit richt zich op samenwerkingstrajecten tussen onderwijsinstellingen en culturele partners, in de vorm van leergemeenschappen cultuureducatie.'Binnen een leergemeenschap werken één of meerdere scholen samen met één of meerdere culturele partners, bijvoorbeeld kunstenaars, kunstencentra, theatergezelschappen, musea, cultuuraanbieders, etc. Binnen de leergemeenschap wordt bepaald welke rollen de leerkracht en de culturele partner hebben in de uitvoering en hoe dat past in een gedeelde visie op cultuureducatie. Het uitgangspunt is kennisdeling van alle partijen. In leergemeenschappen wordt door het uitwisselen van expertise nieuwe vormen van cultuureducatie ontwikkeld en wordt samengewerkt in de uitvoering hiervan. Deze nieuwe vormen worden vervolgens uitgeprobeerd binnen de school en er wordt binnen de leergemeenschap op gereflecteerd door alle partijen' (K&C/Compenta, 2019).In dit praktijkonderzoek werken de betrokken onderzoekers samen met onderwijs-, culturele en ondersteuningeninstellingen aan de ontwikkeling van een werkwijze die toekomstige leergemeenschappen kunnen vertalen naar de eigen vraag en context. Het ontwikkelen van een onderzoeksaanpak m.b.t. de leeropbrengsten op individueel niveau/leergemeenschappen cultuureducatie tb.v. Cultuureducatie met Kwaliteit II in de provincies Drenthe en Groningen.