Service of SURF
© 2025 SURF
Ziekenhuizen behoren tot wat Mintzberg professionele bureaucratieën noemt. Ze worden geconfronteerd met problemen op het gebied van kwaliteit, patiëntvriendelijkheid, veiligheid en efficiency. Een belangrijke vraag is of ze voor het bereiken van deze doelen de juiste structuur bezitten. In zijn boek Structure in fives (1983) presenteert Mintzberg een ontwerptheorie waarmee deze vraag beantwoord zou kunnen worden. Structuurparameters spelen hierin een belangrijke rol. In het samen met Glouberman geschreven artikel (2001) past hij zijn ontwerptheorie toe op het ziekenhuis. In dat artikel wordt de vraag beantwoord: aan welke knoppen moet de ontwerper draaien om de problemen van ziekenhuizen op te lossen? In deze bijdrage vergelijk ik de opvattingen van Mintzberg met recente opvattingen over een patiëntgerichte en procesgestuurde organisatie van het ziekenhuis. Ik kom tot de conclusie dat wat hierin voorgesteld wordt, overeenkomt met 1) wat volgens Minztberg niet kan (het kantelen van de ziekenhuisorganisatie van een functionele naar een marktgerichte structuur) en 2) wat volgens Minztberg niet mag (het standaardiseren van output en processen). Dat is praktisch belangrijk, immers, volgens Mintzberg krijgen we nooit de zo gewenste multidisciplinaire, patiëntgerichte en proces- gestuurde ziekenhuisorganisatie. In deze bijdrage beperk ik mij nadrukkelijk tot het ziekenhuis als vraagstuk van structuurontwerp. Ik kan, binnen dit bestek, niet ingaan veranderingskundige vraagstukken op meso- en met vraagstukken van institutioneel herontwerp op macroniveau. Deze bijdrage is onderdeel van een vergelijkend onderzoek van de sterke en zwakke punten van verschillende organisatieontwerpbenaderingen (zie Achterbergh, Vriens, 2009; Christis, 2005, 2009 en 2011).
Verslag van een onderzoek gericht op de medische adviezen die kinderen met diabetes en hun ouders krijgen tijdens bezoeken aan de arts. Globaal blijken ruim de helft van de gegeven adviezen te worden opgevolgd. In het onderzoek is veel aandacht besteed aan de gezinssituatie van de kinderen.
Nederland staat voor een aantal grote crisissen, een acute energiecrisis, maar ook een klimaatcrisis en een biodiversiteitscrisis. Het aanpakken van deze energiecrisis gaat leiden tot een wezenlijke verandering van de landschappelijke structuur van Nederland. Deze verandering brengt kansen mee voor de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis door op zoek te gaan naar slimme combinaties van ecologische diensten in het landschap. In dit voorstel onderzoeken we met een trans-disciplinair team vanuit de visie van een natuur-inclusief energie landschap voor natte PV-systemen waar barrières zitten in de realisatie. Hierbij staat co-design van PV-systemen met inrichting van natuur- klimaat en belevingsfuncties van water centraal. Het onderzoek werkt vanuit deze visie terug naar concrete lacunes in kennis over techniek, ecologische impact en maatschappelijk draagvlak. Om multidisciplinariteit te garanderen zetten we in op multi-disciplinaire werkpakketten waarbinnen ten minste twee componenten van het SETs (Sociaal-Ecologisch-Technisch-systeem) denken belichaamd wordt. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan PV-design op klimaatbufferzones voor waterberging, waarbij sun-tracking mogelijk wordt door drijvende constructies, klimaatmitigatie door het maximaliseren van opslag van koolstof in wateren waardoor ook meteen habitat aangelegd kan worden voor soorten of het gebruik van thin-film PV ontwerpen die minder zichtbaar zijn in het landschap en dus op minder weerstand stuiten. Om tot opschaling te komen gaan we met de verschillende zienswijzen kansenkaarten produceren waar vanuit technisch, ecologisch en maatschappelijk oogpunt de beste kansen liggen voor de aanleg van een nat energielandschap. Door maatschappelijke kosten en baten af te wegen wordt een integrale kansenkaart gemaakt die kan leiden tot een energielandschap met maximale baten voor mens, klimaat en natuur.