Service of SURF
© 2025 SURF
Aim of this study 1. To examine the development of motor competence over time in primary school children. 2. To study differences in this development according to the SES of the child’s school district.
Background: Current use of smartphone cameras by parents create opportunities for longitudinal home-video-assessments to monitor infant development. We developed and validated a home-video method for parents, enabling Pediatric Physical Therapists to assess infants’ gross motor development with the Alberta Infant Motor Scale (AIMS). The objective of the present study was to investigate the feasibility of this home-video method from the parents’ perspective. Methods: Parents of 59 typically developing infants (0–19 months) were recruited, 45 parents participated in the study. Information about dropout was collected. A sequential mixed methods design was used to examine feasibility, including questionnaires and semi-structured interviews. While the questionnaires inquired after the practical feasibility of the home-video method, the interviews also allowed parents to comment on their feelings and thoughts using the home-video method. Results: Of 45 participating parents, 34 parents returned both questionnaires and eight parents agreed to an interview. Parent reported effort by the infants was very low: the home-video method is perceived as similar to the normal routine of playing. The parental effort level was acceptable. The main constraint parents reported was time planning. Parents noted it was sometimes difficult to find the right moment to record the infant’s motor behavior, that is, when parents were both at home and their baby was in the appropriate state. Technical problems with the web portal, reported by 28% of the parents were also experienced as a constraint. Positive factors mentioned by parents were: the belief that the home videos are valuable for family use, receiving feedback from a professional, the moments of one-on-one attention and interaction with their babies. Moreover, the process of recording the home videos resulted in an increased parental awareness of, and insight into, the gross motor development of their infant. Conclusion: The AIMS home-video method is feasible for parents of typically developing children. Most constraints are of a practical nature that can be addressed in future applications. Future research is needed to show whether the home-video method is also applicable for parents with an infant at risk of motor development problems.
BackgroundThe closing of schools and sports clubs during the COVID-19 lockdown raised questions about the possible impact on children’s motor skill development. Therefore, we compared motor skill development over a one-year period among four different cohorts of primary school children of which two experienced no lockdowns during the study period (control cohorts) and two cohorts experienced one or two lockdowns during the study period (lockdown cohorts).MethodsA total of 992 children from 9 primary schools in Amsterdam (the Netherlands) participated in this study (age 5 – 7; 47.5% boys, 52.5% girls). Their motor skill competence was assessed twice, first in grade 3 (T1) and thereafter in grade 4 (T2). Children in control group 1 and lockdown group 1 were assessed a third time after two years (T3). Motor skill competence was assessed using the 4-Skills Test, which includes 4 components of motor skill: jumping force (locomotion), jumping coordination (coordination), bouncing ball (object control) and standing still (stability). Mixed factorial ANOVA’s were used to analyse our data.ResultsNo significant differences in motor skill development over the study period between the lockdown groups and control groups (p > 0.05) were found, but a difference was found between the two lockdown groups: lockdown group 2 developed significantly better than lockdown group 1 (p = 0.008). While socioeconomic status was an effect modifier, sex and motor ability did not modify the effects of the lockdowns.ConclusionsThe COVID-19 lockdowns in the Netherlands did not negatively affect motor skill development of young children in our study. Due to the complexity of the factors related to the pandemic lockdowns and the dynamic systems involved in motor skill development of children, caution must be taken with drawing general conclusions. Therefore, children’s motor skill development should be closely monitored in the upcoming years and attention should be paid to individual differences.
MULTIFILE
De technische en economische levensduur van auto’s verschilt. Een goed onderhouden auto met dieselmotor uit het bouwjaar 2000 kan technisch perfect functioneren. De economische levensduur van diezelfde auto is echter beperkt bij introductie van strenge milieuzones. Bij de introductie en verplichtstelling van geavanceerde rijtaakondersteunende systemen (ADAS) zien we iets soortgelijks. Hoewel de auto technisch gezien goed functioneert kunnen verouderde software, algorithmes en sensoren leiden tot een beperkte levensduur van de gehele auto. Voorbeelden: - Jeep gehackt: verouderde veiligheidsprotocollen in de software en hardware beperkten de economische levensduur. - Actieve Cruise Control: sensoren/radars van verouderde systemen leiden tot beperkte functionaliteit en gebruikersacceptatie. - Tesla: bij bestaande auto’s worden verouderde sensoren uitgeschakeld waardoor functies uitvallen. In 2019 heeft de EU een verplichting opgelegd aan automobielfabrikanten om 20 nieuwe ADAS in te bouwen in nieuw te ontwikkelen auto’s, ongeacht prijsklasse. De mate waarin deze ADAS de economische levensduur van de auto beperkt is echter nog onvoldoende onderzocht. In deze KIEM wordt dit onderzocht en wordt tevens de parallel getrokken met de mobiele telefonie; beide maken gebruik van moderne sensoren en software. We vergelijken ontwerpeisen van telefoons (levensduur van gemiddeld 2,5 jaar) met de eisen aan moderne ADAS met dezelfde sensoren (levensduur tot 20 jaar). De centrale vraag luidt daarom: Wat is de mogelijke impact van veroudering van ADAS op de economische levensduur van voertuigen en welke lessen kunnen we leren uit de onderliggende ontwerpprincipes van ADAS en Smartphones? De vraag wordt beantwoord door (i) literatuuronderzoek naar de veroudering van ADAS (ii) Interviews met ontwerpers van ADAS, leveranciers van retro-fit systemen en ontwerpers van mobiele telefoons en (iii) vergelijkend rij-onderzoek naar het functioneren van ADAS in auto’s van verschillende leeftijd en prijsklassen.
Project BAMBAM, BAby Motor development monitored By A Multisensor wearable, richt zich op het begin, namelijk bij de zorg voor kinderen van 0-2 jaar. In het bijzonder op het optimaliseren van de ontwikkeling van de motoriek wanneer dit niet vanzelf gaat. Kinderfysiotherapeuten begeleiden veel baby’s waarbij er zorgen zijn over de motorische ontwikkeling. Een goed ontwikkelde motoriek is de basis voor andere ontwikkelingsdomeinen,en een voorwaarde voor een fysiek actieve leefstijl op latere leeftijd. Het inzetten van technologie bij het analyseren van bewegingsproblemen bij het jonge kind kan een waardevolle aanvulling zijn voor de kinderfysiotherapeut, die nu eigen observaties gebruikt. Op dit moment is er nog geen geschikt systeem voor het observeren van de motorische ontwikkeling voor kinderfysiotherapeuten. Daarom werken we in project BAMBAM aan een meetinstrument voor het objectiveren van bewegingsgedrag van baby’s, dat verantwoord ingezet kan worden in de kinderfysiotherapeutische praktijk en interventiestudies. Uitgangspunt is een bestaande smartsuit, een ‘slimme' romper, met sensortechnologie en Artificiële Intelligentie die doorontwikkeld wordt in co creatie met kinderfysiotherapeuten, ouders en experts. Ook onderzoeken we hoe de uitkomsten van het systeem waarde toevoegen als beslissingsondersteuning voor de kinderfysiotherapeut. Hierbij richten we ons vooral op de bewegingsparameters die belangrijk zijn voor het kinderfysiotherapeutisch onderzoek en behandeling en hoe we die duidelijk kunnen weergeven. Het systeem moet valide en betrouwbare metingen verzorgen in de thuissituatie voor de kinderfysiotherapeut in praktijk en ziekenhuis. De impact van deze toepassing op ouders en kinderfysiotherapeuten is een belangrijk onderdeel bij het ontwikkelen van deze technologie, zodat het op een verantwoorde manier gebruikt kan worden. De gezondheidszorg vraagt om evidence-based diagnostiek en interventies. Met de schaarste van zorg, wordt het zorgvuldig signaleren van de baby’s die de zorg echt nodig hebben steeds belangrijker, net als de inzet van effectieve interventies. Technologie kan bijdragen aan toegankelijkheid en duurzame borging hiervan.
Physical rehabilitation programs revolve around the repetitive execution of exercises since it has been proven to lead to better rehabilitation results. Although beginning the motor (re)learning process early is paramount to obtain good recovery outcomes, patients do not normally see/experience any short-term improvement, which has a toll on their motivation. Therefore, patients find it difficult to stay engaged in seemingly mundane exercises, not only in terms of adhering to the rehabilitation program, but also in terms of proper execution of the movements. One way in which this motivation problem has been tackled is to employ games in the rehabilitation process. These games are designed to reward patients for performing the exercises correctly or regularly. The rewards can take many forms, for instance providing an experience that is engaging (fun), one that is aesthetically pleasing (appealing visual and aural feedback), or one that employs gamification elements such as points, badges, or achievements. However, even though some of these serious game systems are designed together with physiotherapists and with the patients’ needs in mind, many of them end up not being used consistently during physical rehabilitation past the first few sessions (i.e. novelty effect). Thus, in this project, we aim to 1) Identify, by means of literature reviews, focus groups, and interviews with the involved stakeholders, why this is happening, 2) Develop a set of guidelines for the successful deployment of serious games for rehabilitation, and 3) Develop an initial implementation process and ideas for potential serious games. In a follow-up application, we intend to build on this knowledge and apply it in the design of a (set of) serious game for rehabilitation to be deployed at one of the partners centers and conduct a longitudinal evaluation to measure the success of the application of the deployment guidelines.