Service of SURF
© 2025 SURF
Full text aan te vragen bij auteurs. This article describes the results of qualitative research into the moral issues faced by social work professionals working in projects targeted at teenage mothers. The research is part of the tradition of empirical and practice-driven ethics. The main questions were: How does morality become visible in the social services for teenage mothers and how do social workers deal with the moral dimension of their work? (How) can education, training and peer review offer space for moral reflection? Interviews and group meetings ('focus groups') were held to answer these questions. Nineteen professionals (front-line professionals as well as professionals in executive roles) participated in the research. The findings describe the moral issues and the moral actions of professionals and the organizational context respectively. The results reveal that the everyday practice of social work professionals can raise complex issues inherent to their work and that there is often no explicit reflection on the moral dimension of these issues. The authors argue that there needs to be greater focus on the complexity of moral issues and elaborate on three dimensions of this complexity.
MULTIFILE
Wat is de beroepsidentiteit van sociaal werk, wat behoort zij te zijn? Sociaal werk wordt wel omschreven als een professie maar ook als een ambacht, vaak zonder duidelijk onderscheid tussen en wellicht zelfs door impliciete gelijkstelling van deze kwalificaties. Met behulp van de ideaaltypische benadering kan echter worden aangetoond dat deze twee typen beroepen niet alleen veel overeenkomsten delen maar ook op enkele punten fundamenteel van elkaar verschillen. Op basis van het werk van Freidson (2001) en Sennett (2008) kan worden aangetoond dat het ideaaltypische doel van professies het realiseren van een abstracte waarde (zoals rechtvaardigheid) is, terwijl ambachten gericht zijn op het manipuleren van concrete materialen (bijvoorbeeld steen). Bijgevolg zijn (enkel) professies beroepen met een morele identiteit. In alle zelfdefinities van sociaal werk is deze morele identiteit, deze humanitaire kern aanwezig (zie bv. IFSW, NVMW). Daarom moet sociaal werk worden beschouwd als een professie en niet als een ambacht. Dit is niet louter een academische discussie maar beïnvloedt bijvoorbeeld de positie van dit beroep in de samenleving, zoals aan de hand van de ministeriële richtlijnen betreffende Welzijn Nieuwe Stijl kan worden geïllustreerd.
This article aims to explore the moral ideas and experiences that students at Dutch universities of applied sciences (UAS) have of being a professional with an ‘ethical compass.’Semi-structured interviews were held with 36 fourth-year Bachelor students divided over four institutions and three different programmes: Initial Teacher Educa- tion, Business Services and Information and Communication Technology. Findings show that students say they strive to be(come) moral professionals, but that they have difficulties recognising and articulating the moral aspects of their professional roles. They seem to lack a moral vocabulary and the moral knowledge to verbalise their aspirations and to provide arguments to explicate or legitimise their moral behaviour. While most students were critical of the support they received from their universities, they indicated that various other role models and (work) experiences did have a strong and positive influence on their moral development. In this article, we reflect on the findings in relation to international empirical research on students’ moral development and highlight the characteristics of UAS students.