© 2025 SURF
'Onderzoek naar de meerwaarde van het wijkservicepunt in Amsterdam-Noord. Hoe een laagdrempelige, sociale voorziening de verbinding kan zijn tussen informele en formele zorg.'
'Onderzoek naar de meerwaarde van het wijkservicepunt in Amsterdam-Noord. Hoe een laagdrempelige, sociale voorziening de verbinding kan zijn tussen informele en formele zorg.'
Inleiding:Ongeveer één derde van Nederlanders die recht heeft op inkomensvoorzieningen van de gemeente, maakt geen gebruik van die ondersteuning (Inspectie SZW, 2021). Hierbij kun je denken aan gemeentelijke voorzieningen als kwijtscheldingen van gemeentelijke belastingen, bijzondere bijstand (bv. woonlastenvergoeding) en een stads- of participatiepas, maar ook een bijstandsuitkering. Deze groep kan worden aangeduid als verborgen armen. Een grote groep verborgen armen zijn zelfstandigen. Hoe kunnen gemeenten deze groep het beste bereiken en ondersteunen?Dit rapport is een praktijkbeschrijving van het Zelfstandigenloket Flevoland (ZLF), een samenwerkingsverband van de Flevolandse gemeenten: Almere, Dronten, Noordoostpolder, Urk Zeewolde, waarbij Lelystad uitvoeringsgemeente is. Als gemeentelijk loket zorgt het ZLF voor alle gemeentelijke hulpverlening waar ondernemers voor in aanmerking komen, met als doel hen in staat te stellen in hun eigen bestaan te voorzien. Het ZLF is hiermee een voorbeeld van een gemeentelijke aanpak gericht op het bereiken van zelfstandigen in de groep mensen die verborgen arm zijn. Door de werkwijze van het ZLF op papier te zetten dragen we bij aan het verspreiden van effectievere manieren om deze groep te bereiken en te ondersteunen.Voor het opstellen van de praktijkbeschrijving is documentonderzoek gedaan en zijn groepsinterviews afgenomen met managers van het ZLF en de teamleider van gemeente Almere, alsmede met ondernemers die de diensten van ZLF hebben gebruikt.
Inleiding:Ongeveer één derde van Nederlanders die recht heeft op inkomensvoorzieningen van de gemeente, maakt geen gebruik van die ondersteuning (Inspectie SZW, 2021). Hierbij kun je denken aan gemeentelijke voorzieningen als kwijtscheldingen van gemeentelijke belastingen, bijzondere bijstand (bv. woonlastenvergoeding) en een stads- of participatiepas, maar ook een bijstandsuitkering. Deze groep kan worden aangeduid als verborgen armen. Een grote groep verborgen armen zijn zelfstandigen. Hoe kunnen gemeenten deze groep het beste bereiken en ondersteunen?Dit rapport is een praktijkbeschrijving van het Zelfstandigenloket Flevoland (ZLF), een samenwerkingsverband van de Flevolandse gemeenten: Almere, Dronten, Noordoostpolder, Urk Zeewolde, waarbij Lelystad uitvoeringsgemeente is. Als gemeentelijk loket zorgt het ZLF voor alle gemeentelijke hulpverlening waar ondernemers voor in aanmerking komen, met als doel hen in staat te stellen in hun eigen bestaan te voorzien. Het ZLF is hiermee een voorbeeld van een gemeentelijke aanpak gericht op het bereiken van zelfstandigen in de groep mensen die verborgen arm zijn. Door de werkwijze van het ZLF op papier te zetten dragen we bij aan het verspreiden van effectievere manieren om deze groep te bereiken en te ondersteunen.Voor het opstellen van de praktijkbeschrijving is documentonderzoek gedaan en zijn groepsinterviews afgenomen met managers van het ZLF en de teamleider van gemeente Almere, alsmede met ondernemers die de diensten van ZLF hebben gebruikt.
Een aanzienlijk deel van de Nederlanders die in armoede leven heeft werk. Deze werkenden met een laag inkomen behoren relatief tot de ‘verborgen armen’, wat betekent dat zij gemeentelijke inkomensondersteunende regelingen mislopen waar zij recht op hebben. De gemeente Amsterdam werkt in haar aanpak Sociaal Werkgeverschap samen met lokale en regionale werkgevers om deze inwoners zo veel mogelijk te bereiken en ondersteunen. In deze case study is onderzocht hoe dat in de praktijk vorm krijgt en wat deze ondersteuning heeft betekend voor een aantal werknemers die in financiële nood zaten. Ook is gekeken in hoeverre werkgevers een 'vindplaats' kunnen zijn voor werkenden die in verborgen armoede leven en soms nog helemaal niet in contact zijn met de hulpstructuur in de stad. Deze case study is voor gemeenten die ook willen samenwerken met werkgevers om werkenden te bereiken met hun voorzieningen voor inwoners met een laag inkomen: mensen in 'verborgen armoede'.
Inleiding:In Almere groeien rond de 8000 kinderen en jongeren (0-18 jaar) op in armoede. Kinderen en jongeren uit (langdurig) arme gezinnen hebben het vaak moeilijker dan kinderen en jongeren uit meer welvarende gezinnen. Er is minder geld voor nieuwe kleren, verjaardagen of vakantie. Ook een lidmaatschap van een vereniging, het hebben van een laptop voor school of het meedoen aan schoolexcursies is niet vanzelfsprekend. Daardoor is het risico op sociale uitsluiting groter (Kalthoff, 2020). Daarbij lopen kinderen die opgroeien in armoede een groter risico om later zelf in armoede te leven.In Almere zijn er veel voorzieningen voor gezinnen in armoede die kunnen bijdragen aan een positieve ontwikkeling van kinderen en jongeren, bijvoorbeeld ondersteuning bij het betalen van sportlessen, studiematerialen of een coach voor het gezin. Cijfers lieten echter zien dat de groep kinderen en jongeren die in 2017 gebruik maakte van voorzieningen nog redelijk klein was. In 2017 maakten 2000 van de 8000 kinderen gebruik van deze voorzieningen, wat betekent dat er nog een grote groep was die niet werd bereikt met de beschikbare ondersteuning in Almere (Handboek ‘Als ik later groot ben’ 2021). Om dit gat te dichten is in 2017 het project ‘Als ik later groot ben’ van start gegaan ten behoeve van het bij elkaar brengen van gezinnen en het aanbod in de stad.Deze praktijkbeschrijving is tot stand gekomen op basis van deskresearch, kwalitatieve interviews met uitvoerders en deelnemers van het initiatief en een enquête onder de doelgroep.
Inleiding:In Almere groeien rond de 8000 kinderen en jongeren (0-18 jaar) op in armoede. Kinderen en jongeren uit (langdurig) arme gezinnen hebben het vaak moeilijker dan kinderen en jongeren uit meer welvarende gezinnen. Er is minder geld voor nieuwe kleren, verjaardagen of vakantie. Ook een lidmaatschap van een vereniging, het hebben van een laptop voor school of het meedoen aan schoolexcursies is niet vanzelfsprekend. Daardoor is het risico op sociale uitsluiting groter (Kalthoff, 2020). Daarbij lopen kinderen die opgroeien in armoede een groter risico om later zelf in armoede te leven.In Almere zijn er veel voorzieningen voor gezinnen in armoede die kunnen bijdragen aan een positieve ontwikkeling van kinderen en jongeren, bijvoorbeeld ondersteuning bij het betalen van sportlessen, studiematerialen of een coach voor het gezin. Cijfers lieten echter zien dat de groep kinderen en jongeren die in 2017 gebruik maakte van voorzieningen nog redelijk klein was. In 2017 maakten 2000 van de 8000 kinderen gebruik van deze voorzieningen, wat betekent dat er nog een grote groep was die niet werd bereikt met de beschikbare ondersteuning in Almere (Handboek ‘Als ik later groot ben’ 2021). Om dit gat te dichten is in 2017 het project ‘Als ik later groot ben’ van start gegaan ten behoeve van het bij elkaar brengen van gezinnen en het aanbod in de stad.Deze praktijkbeschrijving is tot stand gekomen op basis van deskresearch, kwalitatieve interviews met uitvoerders en deelnemers van het initiatief en een enquête onder de doelgroep.
Zelfstandig ondernemers met recht op gemeentelijke inkomensondersteuning weten niet altijd dat zij dat recht hebben. De gemeente Krimpenerwaard voerde campagne om hen te bereiken. Deze interventiebeschrijving is voor gemeenten die ook zelfstandig ondernemers willen bereiken met hun voorzieningen voor inwoners met een laag inkomen: mensen in 'verborgen armoede'.