Service of SURF
© 2025 SURF
PurposeThis study aims to develop an understanding of how customers of a physical retail store valuate receiving location-based mobile phone messages when they are in proximity of the store. It proposes and tests a model relating two benefits (personalization and location congruency) and two sacrifices (privacy concern and intrusiveness) to message value perceptions and store visit attitudes.Design/methodology/approachThe study uses a vignette-based survey to collect data from a sample of 1,225 customers of a fashion retailer. The postulated research model is estimated using SmartPLS 3.0 with the consistent-PLS algorithm and further validated via a post-hoc test.FindingsThe empirical testing confirms the predictive validity and robustness of the model and reveals that location congruency and intrusiveness are the location-based message characteristics with the strongest effects on message value and store visit attitude.Originality/valueThe paper adds to the underexplored field of store entry research and extends previous location-based messaging studies by integrating personalization, location congruency, privacy concern and intrusiveness into one validated model.
MULTIFILE
Het tweejarige onderzoeksprogramma The Network is the Message richt zich op de effectiviteit van sociale media: wanneer zijn sociale media effectief, wat bepaalt die effectiviteit en hoe kunnen we dit meten? Startpunt in deze management summary van thema 2 ‘meten is nog niet weten’ is het inzicht dat het allemaal begint met doelstellingen. Doelstellingen zijn van essentieel belang om te kunnen bepalen of je succes hebt of niet. En bij doelstellingen horen Key Performance Indicators (KPI’s), met een set zorgvuldig geselecteerde metrics die de beste bijdrage leveren om die doelstellingen in kaart te brengen. Op die manier kun je ook bepalen of je je tijd en middelen goed inzet en je misschien effectiever zou zijn deze door deze anders te verdelen.
Sociale media geven organisaties direct toegang tot hun (potentiele) gebruikers en bieden een mogelijkheid om te leren over wat ze willen en bezighoudt en met wie ze in verbinding staan. Veel organisaties staan via bijvoorbeeld Facebook of Twitter op die manier al met hun gebruikers in contact en geen marketingcampagne doet het meer zonder likes en tweets. Steeds meer organisaties gebruiken dan ook sociale media, deels reeds geïntegreerd in marketing, maar deels ook om de boot niet te missen of ?omdat de klant dat vraagt?. Hoeveel ze daarin investeren en dat in de toekomst ook willen blijven doen, hangt af van de effectiviteit van sociale media. Maar wanneer is het effectief, wat bepaalt die effectiviteit en hoe meten we de effectiviteit? Er bestaan inmiddels talloze hulpmiddelen om daartoe de output van sociale netwerken te monitoren en te analyseren (aantallen likes, comments, tweets, etc.). De belofte van effectiviteit schuilt echter met name in het gaandeweg vormgeven en verspreiden van de communicatie in samenwerking met netwerkgebruikers (user generated content, co-creatie, virale of netwerkeffecten). Sociale media zijn echter zo nieuw en in de mix zo complex dat er over de effectiviteit van deze interactieve vorm van communicatie nog weinig bekend is. Het project ?The Network is the Message? ontwikkelt nieuwe kennis en middelen om de werking van sociale media beter te begrijpen en de mogelijkheden ervan beter te benutten. Onze belangrijkste doelgroep is daarbij de communicatieprofessional, voor wie sociale media inmiddels cruciale tools zijn in de uitoefening van hun taak. Hoewel dat in zijn algemeenheid en voor iedereen geldt, lijkt het MKB in het nadeel ten opzichte van multinationals, die meer capaciteit en middelen hebben om met sociale media te experimenteren. In Nederland zijn het vooral de grotere communicatiebureaus die over voldoende mensen en middelen beschikken om de effectiviteit van campagnes systematisch te meten, terwijl het gros van de communicatiebureaus tot het kleinere MKB behoren. Op basis van de in het project verkregen kennis wordt een speciaal op het MKB gerichte toolkit ontwikkeld en beproefd waarmee communicatieprofessionals beter in staat zijn om een sociaal netwerk te activeren en grip te krijgen op de effectiviteit van hun online interactieve communicatie. De hoofdvraag van het project luidt: ?Hoe kan de effectiviteit van communicatie in online sociale netwerken worden beoordeeld en verbeterd?? De deelvragen hebben betrekking op: 1. De potentie van een sociaal netwerk: Wat maakt een sociaal netwerk tot een goed netwerk? Hoeveel respons kan ik verwachten van een netwerk als ik het aanspreek? Hoeveel doorgifte kan ik verwachten? Wat bepaalt deze respons? 2. De werking van een boodschap: Wat zijn de werkzame elementen van een sociale media boodschap? Welke elementen bepalen of een boodschap wel of niet wordt opgepikt en verspreid? 3. Het resultaat van een sociale actie/campagne: Wat is er beoogd met de actie/campagne en is dit doel bereikt? Aantallen likes en tweets zeggen wel iets over de verspreiding van de boodschap, maar hoe moeten we dit interpreteren? Zijn de juiste personen bereikt (precisie)? De antwoorden op deze deelvragen bepalen in samenhang de kans op succes van sociale media communicatie. Het onderzoek bestaat uit een non-experimentele en een experimentele fase. In de non-experimentele fase zullen praktijkcases aan de hand van het activatiepotentieel (netwerkstructuur en gebruikersprofielen) en mogelijke werkzame elementen (gebruikte communicatietechnieken en versnellende variabelen als een tag of video) worden beoordeeld op resultaten (verspreiding en precisie). De bevindingen uit deze non-experimentele fase zullen vervolgens worden gebruikt om in de experimentele fase systematisch het effect van verschillende technieken en versnellers te bepalen. Voor een zinvolle maat van effectiviteit zal het resultaat van een campagne vergeleken worden met het potentieel van het netwerk.