Service of SURF
© 2025 SURF
© 2025 SURF
Interview met Eugène Thijssen, van de opleiding Vastgoed & Makelaardij over de ontwikkeling van de opleiding.
Interview met drie young professionals die zijn afgestudeerd via het lectoraat Brainport bij de opleiding Vastgoed & Makelaardij.
Dit artikel bevat de resultaten van het onderzoek Barometer Gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed 2012 en is uitgevoerd door het Kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen in opdracht van het lectoraat Maatschappelijk Vastgoed. Onder begeleiding van mevrouw drs. Wilma Wolf en mevrouw drs. Annette Tjeerdsma, beide docent/onderzoekers, zijn de interviews afgenomen door studenten van de opleiding Vastgoed & Makelaardij.
Op 21 februari 2014 vond de tweede expert meeting/workshop van Kansen in Krimp plaats. Deze keer stond de bijeenkomst in het teken van het ontwikkelen en uitwerken van de verschillende deelonderzoeken. Deze onderzoeken zullen door de junior medewerkers van bureau NoorderRuimte de komende tijd worden uitgevoerd als onderdeel van hun afstudeertraject. De studenten zijn afkomstig van verschillende opleidingen van de Hanzehogeschool Groningen: Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek, Bedrijfskunde, Facility Management, Communicatie, Economie en Vastgoed&Makelaardij. Naast deze afstudeerders zijn er ook nog eens 19 studenten van de opleiding Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek en 3 studenten Toegepaste Psychologie betrokken bij Kansen in Krimp vanuit het reguliere curriculum van hun opleiding. Om alle studenten zoveel mogelijk op wegte helpen hadden we voor deze bijeenkomst - naast de vaste kern KIK deelnemers - ook een aantal andere experts uitgenodigd. Bovendien stond er een heuse inspiratielezing op het programma, verzorgd door Studio Papaver. In dit document wordt een verslag gedaan van die middag.
Het hbo kent een grote diversiteit in instroom wat betreft de vooropleiding, die varieert van mbo en havo tot vwo. Differentiatie is nodig om elke student de uitdagingen te bieden die hij of zij aankan (Onderwijsraad, 2008). Excellentieprogramma’s kunnen die uitdaging bieden voor de bijzonder getalenteerde studenten. De ontwikkeling van excellentieonderwijs in het hbo is nog heel jong, ook binnen de Hanzehogeschool Groningen. Vanaf 2005 ontwikkelde de Hanzehogeschool haar excellentiebeleid, gericht op het herkennen, erkennen en stimuleren van talent (zie Bisschop Boele, 2007). Het honoursprogramma van de opleiding Vastgoed & Makelaardij was een van de voorlopers in het hbo. De Hanzehogeschool Groningen diende in 2008 een aanvraag in bij het Siriusprogramma voor excellentieonderwijs en kreeg als eerste hbo-instelling in Nederland de Siriusaanvraag toegekend. Hierna wordt het belang geschetst van excellentie voor het hbo in het algemeen en voor de Hanzehogeschool in het bijzonder. Vervolgens worden de wijze waarop dit binnen de Hanzehogeschool is uitgewerkt, de eerste bevindingen en de dilemma’s nader toegelicht en volgen vragen voor discussie en nader onderzoek.
De Barometer onderzoekt het beheer van maatschappelijk vastgoed door gemeenten in Nederland. Dit onderzoek wordt al uitgevoerd vanaf 2007. Het Barometeronderzoek 2011 is uitgevoerd door studenten van de opleiding Vastgoed & Makelaardij van de Hanzehogeschool te Groningen, in opdracht van het Consortium Maatschappelijk Vastgoed. Het type onderzoek dat dit jaar is uitgevoerd, is een kwantitatief onderzoek. Het betrof een herhalend veldonderzoek bij een grote groep respondenten via een digitale enquête.Studentonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving.
Deze rapportage bevat de resultaten van het onderzoek ‘Barometer Gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed 2011’. Dit onderzoek is uitgevoerd door het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen, in opdracht van het Consortium Maatschappelijk Vastgoed. Het begin is gemaakt door een groep studenten¹ van de opleiding Vastgoed & Makelaardij onder supervisie van mevrouw drs. J.M. Terlaak Poot. Daarna is het onderzoek voortgezet in de vorm van een afstudeeronderzoek onder supervisie van mevrouw A. Tjeerdsma MSc. Dit jaar zijn aanvullende vragen over cultureel maatschappelijk vastgoed in de Barometer opgenomen. Een uitgebreide toelichting vindt u in het artikel van mevrouw Eltje de Klerk.
In dit artikel worden vier onderzoeken samengebracht die in opdracht van het Kenniscentrum NoorderRuimte en de opleiding Vastgoed &Makelaardij van de Hanzehogeschool zijn uitgevoerd. Elk onderzoek is gericht op het keuzegedrag en de bevindingen van de ondervraagde bewoners van een duurzame wijk in Nederland. De bewoners, hun motieven en hun ervaringen zijn in vier wijken met duurzaamheid als insteek onderzocht, namelijk Morrapark in Drachten, Drielanden in Groningen, de Kersentuin in Utrecht en de Meanderhof in Zwolle. Alle bewoners van de vier geselecteerde wijken hebben een schriftelijkeenquete ontvangen.De resultaten laten zien dat de ene duurzame wijk de andere niet is en dat dit te herleiden is naar verschillen in wat bewoners belangrijk vinden en hoe de wijk daar in hun ogen bij aansluit. Dit mondt uit in twee verschillende bewonersconcepties ten aanzien van de wijk, namelijk een technisch-duurzame of een meer sociaal-duurzame wijk. Bij de conceptie van de technisch-duurzame wijk richt de waardering van de geinteresseerde bewoners (volggroep) zich primair op fysieke kenmerken en ecologische prestaties. Bij de sociaal-duurzame wijk is de conceptie het delen van een gezamenlijke manier van leven vanuit gezamenlijke doelstellingen, namelijk bewust omgaan met elkaar en met het ecosysteem.
This thesis provides an examination of judgement autonomy of Dutch commercial real estate valuers in relation to client orientation. The valuation of commercial real estate such as offices or retail properties requires in-depth analysis due to its uniqueness by location, building type and usage details. Essentially, a register-valuer is qualified and instructed to assess a property value to one’s best cognitive effort and inform others of this outcome by means of a valuation report. In the Netherlands, concerns over independence risks and client-related judgement risks of valuers have been raised by regulative authorities as the Dutch Central Bank (DNB) and the Dutch Authority for the Financial Markets (AFM). A significant part of these concerns followed the 2008 financial crisis, which appeared to be at least partially driven by unreliable and incomparable valuations of Dutch commercial real estate (AFM, 2014; DNB, 2012; 2015). Among other things, these concerns led to the instigation of the Nederlands Register Vastgoed Taxateurs (NRVT) in 2015. NRVT is a new Dutch central register of valuation practitioners set up in order to improve self-regulation, quality control and compliance of valuation practitioners. Currently, the chamber for commercial real estate valuation holds about 2,000 commercial valuation registrations (NRVT, 2020). The introduction of NRVT, and other measures taken, reflect an instrumental view towards enhancing professionalism of Dutch valuers. This view is based on a systematic orientation to professional conduct in which good practice is primarily objectively determined (Van Ewijk, 2019). However, Wassink and Bakker (2016) point out that individuals make personal choices in order to deal with work complexity. Insight into and reflection on individual choices is part of what is referred to as normative aspects of professionalisation: what norms prevail in individual judgement and decision-making and why (Van Ewijk, 2019). In this regard, insight into judgement reasoning of valuation practitioners may contribute to normative levels of professional development of valuers. The need for such is expressed through community concerns over how individual judgement autonomy may become subdued due to instrumental-driven developments taking place in the sector. The combination of authoritative concerns over professional quality in the Netherlands and lack of (scientific) insight on how client influence affects judgement in valuation practice poses a problem: How may practitioners address client-related judgement bias risks and improve valuation accuracy from this viewpoint, if little is known on how such risks may occur in daily practice? The seemingly scarce scientific insights available in this regard in the Netherlands may also prevent educational programs to adequately address valuer independence and objectivity risks in relevant training programs. In order to address this knowledge gap, the present PhD research examines the following research problem: 169 Summary “How does client orientation affect professional judgement autonomy of commercial real estate valuers in the Netherlands?” The term ‘client orientation’ should be broadly interpreted and may refer to valuers’ perception, understanding and meaning given to alleged, actual or anticipated client-related aspects. Information on such client aspects is not required for the performance of valuation instructions. It should also be noted that this research examines the context of how client orientation may affect valuer judgement reasoning patterns during work practice, yet not its effect in terms of decision on final value opinion.
MULTIFILE