Service of SURF
© 2025 SURF
Rondom het onderwerp ‘brede vorming’ en de mogelijkheden ervan voor het curriculum hebben we een onderzoek uitgevoerd waaraan teams van basisscholen van drie besturen in Dordrecht hebben meegewerkt. Dit verkennende onderzoek heeft zich ten doel gesteld een eerste schets te maken van de manier waarop basisscholen brede vorming hebben opgenomen in hun curriculum. Wat doen scholen op dit gebied, en waarom doen ze dat? En welke taal gebruiken ze als ze over de brede vorming van kinderen spreken? Dit artikel verscheen in Tijdschrift voor lerarenopleiders 41(2) 2020 en beschrijft hoe dit verkennende onderzoek is uitgevoerd en wat de belangrijkste uitkomsten ervan zijn. Het eindigt met een aantal aandachtspunten voor verder onderzoek en voor het ontwikkelen van brede vorming in het curriculum van zowel de basisscholen als de lerarenopleiding.
Eind 2015 startte een groep enthousiaste docenten van de Hanzehogeschool Groningen (de Hanze red.) met het uiteenrafelen van het begrip Bildung: wat omvat dit begrip, wat is het belang ervan voor het onderwijs en wat gebeurt er al binnen de Hanze op dit gebied? De groep wilde collega’s inspireren en handvatten bieden om met Bildung aan de slag te gaan. Resultaat is de inspiratiebundel ‘Het kleuren-palet. Handvatten voor persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling’ (Kool & Schutte, 2016). Dit artikel beschrijft het kleurenpalet, de totstandkoming van de inspiratiebundel en de toegenomen aandacht binnen de Hanze voor persoonlijke en maatschappelijke vorming (Bildung), zowel in het beleid als in de praktijk. De auteurs gaan in op successen en aandachtspunten die ze tegenkwamen bij hun inspan-ningen om dit proces te versterken en om meer aandacht te krijgen voor het thema.
LINK
Morele vorming kan een niet-beoogd gevolg zijn van onderwijs. Maar het kan ook nadrukkelijk wél beoogd worden en doel zijn van het onderwijsproces. Daarover gaat dit artikel. We beginnen met de verduidelijking van de relatie tussen morele vorming en Bildung (par. 2). Vervolgens behandelen we drie verschillende vormen van doelbewuste morele beïnvloeding in het onderwijs: morele vorming als vak, de voorbeeldfunctie van de docent en een positieve schoolcultuur (par. 3). Morele vorming als vak betreft de vorming in waarden en normen van de leerling. Daarbij kunnen verschillende accenten worden gelegd: waardenoverdracht, waardenverheldering en waardencommunica¬tie. Deze accenten worden toegelicht en we geven aan in welke leeftijdsgroep het zwaartepunt zou kunnen liggen in het onderwijs (par. 4). We ronden dit artikel met de vijf elementen van een moreel proces: morele gevoeligheid, morele analyse, moreel oordeel, morele motivatie en moreel handelen. Daarbij laten we zien hoe morele vorming in het onderwijs kan interveniëren om de competenties van de leerling met betrekking tot deze vijf elementen te versterken (par. 5).
Deze top-up subsidie sluit aan op het project ‘Afstemmen op diversiteit in de klas. De ontwikkeling van een passend professionaliseringspalet voor leraren’. De wens en noodzaak om het onderwijs goed af te stemmen op diversiteit onder leerlingen zijn groter dan ooit binnen onze maatschappelijke context van passend onderwijs, kansenongelijkheid en het streven naar inclusie. Professionele ontwikkeling op dit vlak vindt met name plaats in de scholen, wanneer leraren zich ontwikkelen van basisbekwaam tot vakbekwaam. Het vormgeven van effectieve professionalisering op dit thema is complex. De praktijkvraag van de werkveldpartijen was dan ook: ‘Hoe kunnen leraren door voortgezette professionalisering ondersteund worden om beter af te stemmen op diversiteit?’ In drie deelstudies is deze vraag onderzocht. Eerst zijn differentiatiestrategieën, opvattingen, dilemma’s en factoren in verwachtingsvorming van leraren onderzocht. Daarnaast zijn inhouden en vormen van voortgezette professionalisering die leraren als effectief ervaren voor het afstemmen op diversiteit in kaart gebracht. Op basis van de uitkomsten is een professionaliseringspalet ontwikkeld en geïmplementeerd in vijf scholen. De professionalisering was zo opgebouwd dat leraren op basis van de visie van de school en hun individuele leervragen keuzes maakten uit de leeractiviteiten in het palet en hier in leerteams mee aan de slag gingen. Eigen regie op de professionalisering en afstemming op de diversiteit in de teams werd hiermee beoogd. In de praktijk bleek het nemen van professionele ruimte zowel inhoudelijk als organisatorisch nog geen vanzelfsprekendheid is in scholen. Veel leraren hoopten op sturing en concrete aanbevelingen. Hierop zijn trajecten in de scholen aangepast en is er minder met het professionaliseringspalet gewerkt dan beoogd. De doorontwikkeling van het palet op basis van de behoeften en ervaringen van de leraren tijdens de professionalisering is hierdoor minder goed gerealiseerd dan gepland. Gezien de ontwikkelingen in de beroepspraktijk rondom passend onderwijs en inclusie is een goed ontwikkeld professionaliseringspalet wel wenselijk.
Doel van dit project is de ontwikkeling van een virtual lab voor het bevorderen van het aanleren 21e eeuwse vaardigheden van leerlingen in de context van bèta burgerschapsvorming. In het consortium “Samen werken aan Bèta Burgerschap” (http://www.techyourfuture.nl/a-436/samen-werken-aan-bèta-burgerschap) werkt het lectoraat Vernieuwingsonderwijs intensief samen met basis- en middelbare scholen, bedrijven en maatschappelijke instellingen aan de ontwikkeling en implementatie van programma’s van leeractiviteiten waarin burgerschapscompetenties worden aangeleerd in het domein van de bèta en techniek. Het betreft bovendien een programma dat niet alleen beroepsvoorbereidend is maar ook burgerschapsvormend, aangezien we bèta en techniek in een bredere maatschappelijke context plaatsen. In de programma’s van leeractiviteiten worden 21e eeuwse vaardigheden gestimuleerd zoals kritisch denken, probleem oplossen, communicatie, samenwerking en ook ICT vaardigheden en levenslang leren. Een van de programma’s van leeractiviteiten is Plastic Soep, dat ontwikkeld is door en voor het voortgezet onderwijs in samenwerking met TCC de Tijl (VWO 2), WETSUS en het lectoraat International Water Technology van Saxion. WETSUS is een instelling waar internationaal onderzoek wordt gedaan naar duurzame watertechnologieën (zie https://www.wetsus.nl/home/what-is-wetsus). In het project worden leerlingen gevraagd welke oplossing het meest doeltreffend is voor het opruimen van plastic zwerfafval uit de oceanen. Tijdens het programma van leeractiviteiten onderzoeken leerlingen hoe plastic wordt geproduceerd en afgebroken en welke processen bijdragen aan de plastic soep. Het programma van leeractiviteiten is inmiddels in 19 klassen toegepast en geëvalueerd. Om het aanleren van 21e eeuwse vaardigheden van leerlingen tijdens het programma te optimaliseren wil het consortium een virtual lab ontwikkelen. Virtuele labs zijn webgebaseerde simulaties van authentieke laboratoriumtests; het lab worden beschikbaar gesteld in de Go-Lab omgeving. Het lab biedt leerlingen de mogelijkheid om te leren door het uitvoeren van virtuele experimenten. Belangrijk voordeel van een virtual lab is dat experimenten snel en eenduidig kunnen worden uitgevoerd, uitkomsten snel beschikbaar en te interpreteren zijn en onderliggende verschijnselen in de bèta en techniek zichtbaar kunnen worden gemaakt. Bovendien kunnen applicaties, die het aanleren van 21e eeuwse vaardigheden ondersteunen en stimuleren, in het virtuele lab worden geïntegreerd.
Deventer en Saxion hebben de City Deal Kennis Maken ondertekend. Deventer wil graag afgestudeerden en jong professionals behouden. Vanuit Deventer Informatiestad blijkt dat jongeren een aantrekkelijk vestigingsklimaat vooral zien als aanwezigheid van bedrijven die creatief, innovatief, duurzaam en integer zijn. Daarom is Deventer Informatiestad begonnen met het initiatief ‘De stad als werkgever’. Saxion studenten doen binnen het Smart Solutions Semester en Stadslab ervaring op met rijke leeromgevingen, vanuit het idee dat complexe vragen van morgen enkel opgelost kunnen worden door een interdisciplinaire benadering. Er is een gedeelde wens om aan deze bestaande samenwerking, waarbij gewerkt wordt aan maatschappelijke opgaven, een dimensie toe te voegen: het realiseren van ‘burgerschapsvorming’. Het gaat hier specifiek om studenten in staat te stellen aan hun ethisch bewustzijn te werken en hun kritische denkvaardigheden te laten ontwikkelen. Een vaardigheid om in hun toekomstige rol als professional tot solide oordeelsvorming komen. In de literatuur wordt frequent verwezen naar het belang van deze vaardigheden als burgerschapsvorming in onderwijs. In de praktijk lijkt dit aspect echter niet expliciet aan bod te komen. Doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen of het werken aan een maatschappelijke opgave bijdraagt aan burgerschapsvorming. Middels een documentanalyse wordt in kaart gebracht in hoeverre burgerschapsvorming al een rol speelt in de visie op onderwijs, de uitvoering en toetsing binnen de rijke leeromgevingen. Studenten van een zestal projectgroepen uit het Smart Solutions Semester (SSS) en StadsLAB wordt naar aanleiding van een interventie gevraagd te reflecteren op burgerschap en ethiek. Deze interventie wordt opgenomen en studenten wordt vervolgens gevraagd te reflecteren op een aantal fragmenten uit deze interventie. Tot slot worden desbetreffende tutoren, studenten en opdrachtgevers middels een semigestructureerd interview bevraagd m.b.t. deze thematiek. De opbrengsten dragen bij aan een positiever en duidelijker beeld van de stad als werkgever en innovatie van onderwijs rondom burgerschapsvorming.