Service of SURF
© 2025 SURF
Demografische transitie – bezuinigingen – participatiesamenleving – zelforganisatie – eigen verantwoordelijkheid. Deze maatschappelijke en economische ontwikkelingen leiden tot veranderende verhoudingen tussen overheid, burgers en marktpartijen. Tegen de achtergrond van deze ontwikkelingen heeft de gemeente Slochteren het gebruik van maatschappelijke voorzieningen door het lectoraat Krimp en Leefomgeving in kaart laten brengen (Bovenhoff & Meier 2014). Naast inzicht in gebruik en waardering van deze voorzieningen, wil de gemeente meer zicht krijgen op de relatie tussen de aanwezigheid en het gebruik van voorzieningen enerzijds, en de subjectieve beleving van sociale cohesie anderzijds.
Bij het domein „Inrichten‟ gaat het om de manier waarop de beroepsgroep is georganiseerd en ingebed. Hoe staat het met de professionele cohesie? Hoe zijn de beroepsgenoten ingebed in de organisatie? Hoe stemmen ze hun handelen af op hun samenwerkingspartners? Dit hoofdstuk richt zich op de professionele cohesie. De centrale vraag hierbij is: wat zou de beroepsgroep van reclasseringswerkers met elkaar kunnen delen? Op welke wijze is de professionele cohesie te vergroten? Daaraan vooraf gaat een andere vraag: Is het reclasseringswerk een beroep?
26 oktober 2020 vond de installatie van het CHE-lectoraat Samen Divers plaats. Tijdens de lectorale rede schetste Gert-Jan Veerman de route naar het gezamenlijke onderzoeksthema van de Academische basisscholen van de opleiding leraar basisonderwijs: versterken van sociale cohesie bij diversiteit. Ingegaan werd op hoe dit kan in een samenleving die steeds verder polariseert en of je dit als leerkracht eigenlijk wel wilt vanuit je onderliggende kernwaarden.
Eindhoven en Tilburg zijn welvarende regio's. Maar niet iedereen deelt mee. Uiteenlopende maatschappelijke vraagstukken vergroten de verschillen tussen inwoners en zetten de sociale cohesie in de wijken onder druk. Overheden en professionals zetten programma's in, maar het lukt vaak niet om inwoners te bewegen en transformaties in de wijk te realiseren. Om de maatschappelijke vraagstukken succesvoller aan te pakken wil het consortium de kennis-infrastructuur in de stad versterken. De bestaande Hybride Leeromgevingen (HLO’s) in de wijken worden doorontwikkeld, zodat studenten samen met professionals beter in staat te zijn om vraagstukken van de stad bij inwoners op te halen (vraaggestuurd) in plaats van eigen beroeps- of schoolopdrachten uit te voeren (aanbodgestuurd). Inwoners krijgen hierdoor meer regie over hun eigen vraagstukken. Bovendien worden de HLO's via een nieuw netwerk met elkaar verbonden, zodat ze hun kennis kunnen delen en van elkaar leren. Dit nieuwe kennisnetwerk is de Inclusive Learning Community. Het bestaat uit KennisPunten (de verbeterde HLO's) op fysieke locaties in de wijken en een centraal KennisLab, waar het netwerk wordt beheerd, de kennis wordt verzameld en complexe transdisciplinaire vraagstukken worden aangepakt. In een KennisPunt worden meer studenten ingezet dan in de huidige HLO's, in een multi-level samenwerking met studenten van andere onderwijsinstellingen. Zij werken er nauw samen met wijkinwoners, professionals, docenten en onderzoekers. De KennisPunten worden zo rijke lerende en innoverende omgevingen die volledig in het curriculum zijn ingebed en nieuwe kennis, skills en een includerende attitude genereren. Met behulp van de City Deal Kennis Maken 2023 wil het consortium 12 bestaande HLO's analyseren om via design thinking tot het ideale model voor het KennisPunt en KennisLab te komen. Daarna willen we het model uitrollen naar zoveel mogelijk van de huidige 131 HLO's.
Kerntaak van de verenigingsondersteuner is om bij te dragen aan ‘vitalisering’ (het maatschappelijk toerusten en toekomstbestendig maken) van de sportvereniging. De sportvereniging heeft daarbij niet alleen te maken met de behoeften van de eigen leden. Van sportverenigingen wordt een steeds grotere maatschappelijke bijdrage gevraagd (denk aan gezond opgroeien, sociale cohesie, integratie, participatie), en dat lukt alleen als elke sportvereniging een strategie uitstippelt die inspeelt op het eigen karakter van die sportvereniging en op de specifieke context. Ondersteuning op maat van de verenigingsondersteuners is daarbij onontbeerlijk en dat vraagt van deze professionals een ontwikkelingsgerichte procesaanpak. Binnen deze aanpak bekijkt de professional de organisatie als een geheel en open systeem en ontwikkelt vanuit een begeleidende procesrol, in samenwerking met mensen in de organisatie, interventies en strategieën. De verenigingsondersteuners voelen zich echter nauwelijks toegerust voor deze nieuwe procesrol, en hebben dringend behoefte aan nieuwe producten om deze handelingsverlegenheid te verhelpen.Er is veel onderzoek gedaan naar werkingsmechanismen van een ontwikkelingsgerichte procesbenadering binnen organisatieadvisering aan bedrijven en overheden en naar het handelingsrepertoire dat hier bij hoort. Dit is echter nog niet gedaan in de context van organisatieadvies aan sportverenigingen, terwijl uit ander onderzoek wel blijkt dat organisatieadvies in deze context om een andere aanpak vraagt.De onderzoeksvraag die centraal staat in dit project luidt dan ook: Welk handelingsrepertoire heeft een verenigingsondersteuner nodig om een procesgerichte ontwikkelaanpak te kunnen hanteren om te komen tot vitalisering van sportverenigingen?Het project bestaat uit vijf fasen waarin een nieuw handelingsrepertoire voor verenigingsondersteuners wordt ontwikkeld die wordt vertaald in een handleiding en een programma van masterclasses voor de handelingsverlegen verenigingsondersteuners. Daarnaast wordt een evaluatierapport opgeleverd waarin de nieuwe handelingstheorie van verenigingsondersteuners en de opbrengsten hiervan voor verenigingen worden beschreven. Deze producten leiden tot een beter handelingsrepertoire van verenigingsondersteuners tot verenigingsontwikkelaar waarmee de vitalisering van sportverenigingen gestimuleerd wordt.
Kerntaak van de verenigingsondersteuner is om bij te dragen aan ‘vitalisering’ (het maatschappelijk toerusten en toekomstbestendig maken) van de sportvereniging. De sportvereniging heeft daarbij niet alleen te maken met de behoeften van de eigen leden. Van sportverenigingen wordt een steeds grotere maatschappelijke bijdrage gevraagd (denk aan gezond opgroeien, sociale cohesie, integratie, participatie), en dat lukt alleen als elke sportvereniging een strategie uitstippelt die inspeelt op het eigen karakter van die sportvereniging en op de specifieke context. Ondersteuning op maat van de verenigingsondersteuners is daarbij onontbeerlijk en dat vraagt van deze professionals een ontwikkelingsgerichte procesaanpak. Binnen deze aanpak bekijkt de professional de organisatie als een geheel en open systeem en ontwikkelt vanuit een begeleidende procesrol, in samenwerking met mensen in de organisatie, interventies en strategieën. De verenigingsondersteuners voelen zich echter nauwelijks toegerust voor deze nieuwe procesrol, en hebben dringend behoefte aan nieuwe producten om deze handelingsverlegenheid te verhelpen. Er is veel onderzoek gedaan naar werkingsmechanismen van een ontwikkelingsgerichte procesbenadering binnen organisatieadvisering aan bedrijven en overheden en naar het handelingsrepertoire dat hier bij hoort. Dit is echter nog niet gedaan in de context van organisatieadvies aan sportverenigingen, terwijl uit ander onderzoek wel blijkt dat organisatieadvies in deze context om een andere aanpak vraagt. De onderzoeksvraag die centraal staat in dit project: Welk handelingsrepertoire heeft een verenigingsondersteuner nodig om een procesgerichte ontwikkelaanpak te kunnen hanteren om te komen tot vitalisering van sportverenigingen? Het project bestaat uit vijf fasen waarin een nieuw handelingsrepertoire voor verenigingsondersteuners wordt ontwikkeld die wordt vertaald in een handleiding en een programma van masterclasses voor de handelingsverlegen verenigingsondersteuners. Daarnaast wordt een evaluatierapport opgeleverd waarin de nieuwe handelingstheorie van verenigingsondersteuners en de opbrengsten hiervan voor verenigingen worden beschreven. Deze producten leiden tot een beter handelingsrepertoire van verenigingsondersteuners tot verenigingsontwikkelaar waarmee de vitalisering van sportverenigingen gestimuleerd wordt.