Service of SURF
© 2025 SURF
The aim of this study was to test the inter- and intraobserver reliability of the Physician Rating Scale (PRS) and the Edinburgh Visual Gait Analysis Interval Testing (GAIT) scale for use in children with cerebral palsy (CP). Both assessment scales are quantitative observational scales, evaluating gait. The study involved 24 patients ages 3 to 10 years (mean age 6.7 years) with an abnormal gait caused by CP. They were all able to walk independently with or without walking aids. Of the children 15 had spastic diplegia and 9 had spastic hemiplegia. With a minimum time interval of 6 weeks, video recordings of the gait of these 24 patients were scored twice by three independent observers using the PRS and the GAIT scale. The study showed that both the GAIT scale and the PRS had excellent intraobserver reliability but poor interobserver reliability for children with CP. In the total scores of the GAIT scale and the PRS, the three observers showed systematic differences. Consequently, the authors recommend that longitudinal assessments of a patient should be done by one observer only.
LINK
Sommige mensen hebben psychiatrische of ernstige psychische problemen én leveren gevaar op voor anderen. Het betreft bijvoorbeeld mensen die lijden aan schizofrenie of een antisociale persoonlijkheidsstoornis, die anderen schade berokkenen, leed veroorzaken of strafbare feiten plegen. Goed omgaan met deze mensen is een moeilijke opgave. Ze maken deel uit van twee werelden. Die van de zorg en die van justitie, die zich in de praktijk moeizaam tot elkaar verhouden. Allereerst kampt een aanzienlijk deel van de gedetineerden in Nederlandse gevangenissen met psychi(atri)sche problemen, die niet altijd behandeld worden. Ten tweede zijn de recidivecijfers hoog. Binnen vier jaar na ontslag uit de gevangenis is 66% opnieuw veroordeeld voor een misdrijf. Ten derde en in samenhang daarmee zijn er knelpunten in het begeleiden van (ex-)gedetineerden bij hun terugkeer naar de maatschappij. Als beter en langer nazorg zou worden verleend, zou het risico op terugval kunnen worden verkleind. Tot slot komen psychiatrische patiënten die overlast veroorzaken niet altijd tijdig in beeld bij de hulpverlening. Daardoor kunnen zij terechtkomen in situaties waarin zij delicten plegen die mogelijk hadden kunnen worden voorkomen. De vraagstelling van het advies luidt: hoe kunnen we beter omgaan met delictplegers met psychi(atri)sche problemen?