Service of SURF
© 2025 SURF
Als mensen werken, verbinden zij zich in hun handelen aan de kerntaak van de organisatie. Met hun werk helpen zij die kerntaak direct of indirect te realiseren. In de verbinding tussen werkende en organisatie is het zaak een goede balans te vinden tussen de persoonlijke ontwikkeling van mensen, het werk dat ze doen en de bijdrage die ze daarmee leveren aan de ontwikkeling van de organisatie. Dit is het werkterrein van HRM. Dit werkterrein is, zeker in de tijd waarin we nu leven, voortdurend in verandering. Niet alleen de aard van de arbeidscontracten verandert, ook de aard van het werk zelf. Werkorganisaties worden opener, en de diensteneconomie vraag om klantgericht werken. Bovendien wordt de betekenis van arbeid in het leven van mensen meer divers. Anciënniteit in de relatie tussen werkgever en werknemer hebben aan gewicht ingeboet. Van werkenden wordt tegenwoordig gevraagd competent te zijn, in staat tot het aangaan van relaties, deze te onderhouden en daarin zelfstandig, maar niet alleen, te functioneren. Maatwerk, ontwikkeling en zeggenschap zijn hierin sleutelbegrippen. Dat vraagt ook het nodige van het management. Het management werkt dan niet langer op basis van beheersing, maar op basis van vertrouwen, op gezag in plaats van macht. Deze veranderingen op het arbeidsterrein hebben grote gevolgen. Ze zijn zo drastisch, dat HRM de boot gaat missen als zij zich tot haar traditionele terrein beperkt. HRM concentreert zich nog vaak op de vaste kern van werknemers terwijl de differentiatie op de arbeidsmarkt vraagt om aandacht voor de groep werkenden als geheel. HRM moet verduurzamen. Duurzame HRM is het onderzoeksthema van ons lectoraat.
In 2016 zijn de reclasseringsorganisaties, OM en DJI gestart met de ontwikkeling Ruim baan. Meer ruimte voor maatwerk en een contextgerichte en integrale aanpak van delinquent gedrag stonden daarbij centraal (Lünnemann et al., 2017). De adviestaken van de reclassering werden lumpsum gefinancierd, er werd ruimte gecreëerd om vanuit ZSM zaken direct op te pakken en te doen wat naar het oordeel van de reclasseringswerker nodig is, zoals toeleiden van cliënten naar zorg of begeleiding door sociale wijkteams. Reclassering en DJI startten gezamenlijk proeftuinen waarin reclasseringswerkers aanwezig waren in de PI en samen met medewerkers van de PI werkten aan detentie- en re-integratietrajecten voor voorlopig gehechten en gedetineerden. In een eerder onderzoek naar Ruim baan, uitgevoerd door het Lectoraat Werken in Justitieel Kader en het Verwey-Jonker Instituut (Lünnemann et al., 2017), werd geconcludeerd dat er buiten ZSM en de PI’s nog weinig sprake was van nieuwe manieren van werken. De grote instroom aan adviesvragen gaf weinig ruimte voor experimenteren en vernieuwing. De geboden ruimte werd met name aangegrepen om korter en sneller te adviseren. Onderzoeksvragen. In dit onderzoek is gekeken naar de samenwerking tussen reclassering en OM en DJI, en naar de ervaren kwaliteit van reclasseringsadviezen door de ontvangers daarvan. De centrale onderzoeksvragen waren: 1. Wat zijn de succesfactoren en leerpunten in de verandering van een aanvraaggerichte en productgedreven relatie tussen OM / DJI en reclassering naar een gelijkwaardige samenwerking waarbij niet het product, maar de vraagstelling vanuit het OM / DJI en de expertise van de reclassering centraal staan? 2. Hoe beoordelen ontvangers van reclasseringsadviezen bij OM en DJI de kwaliteit en bruikbaarheid van de adviezen?
Dit rapport is een een discussienota en heeft als doelstelling: het aanreiken van een streefmodel en - in beperkte mate - een methodologie, instrumenten en technieken voor vraaggestuurd opleiden binnen Fontys. Ook wordt aandacht besteed aan strategische beleidsvorming om vraaggestuurd opleiden in de instituten te realiseren.
In het RUIT-project wordt jaarlijks bekeken hoe onderzoek, onderwijs en werkveld rond het thema veiligheid beter kunnen samenwerken in de regio Midden-Nederland. Het meest recente onderzoeksproject richt zich op een andere uitvoering van straffen en hoe de Nederlandse bevolking over strafdoelen denkt.Doel In het terugkerende RUIT-onderzoeksproject werkt het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid samen met de opleiding Integrale Veiligheidskunde, het Bureau Regionale Veiligheidsstrategie en Veiligheidsregio Utrecht. Jaarlijks kiezen we een onderzoeksvraag, waarmee tweedejaarsstudenten Integrale Veiligheidskunde aan de slag gaan. Het doel van alle RUIT-onderzoeksprojecten is om de samenwerking te verbeteren tussen onderwijs, onderzoek en praktijk. Resultaten RUIT 1: Lokaal veiligheidsbeleid Het eerste RUIT-onderzoek (2012-2013) had als doel om inzicht te krijgen in de theorie en de praktijk van het lokaal veiligheidsbeleid, specifiek in de Utrechtse gemeenten en over meerdere jaren. Lees het onderzoeksrapport. RUIT 2: Burgerparticipatie bij veiligheidsproblemen RUIT 2 (2013-2014) keek naar de beleving van bewoners over burgerparticipatie bij het werken aan lokale veiligheids- en leefbaarheidsproblemen. Lees het onderzoeksrapport. RUIT 3: Woninginbraak zelf voorkomen In RUIT 3 ( 2014-2015) stond het voorkomen van woninginbraak door bewoners centraal. Welke preventiemaatregelen nemen mensen zich voor en wat voeren ze daadwerkelijk uit? Lees het onderzoeksrapport. RUIT 4, onderzoek 1: Zelfredzaamheid bij brand Het eerste onderzoek van RUIT 4 (2015-2016) keek hoe zelfredzaam ouderen, die zelfstandig wonen in een seniorencomplex, waren bij brand. Lees het onderzoeksrapport. RUIT 4, onderzoek 2: Nieuwe leeftijdgrens Drank- en Horecawet Het tweede onderzoek van RUIT 4 ging over de effecten van de wijziging van de leeftijdgrens in de Drank- en Horecawet 2014 in de gemeenten Almere, Huizen en Zeist. Lees het onderzoeksrapport. RUIT 5: Deelnemen aan een Whatsappgroep voor veiligheid in de buurt RUIT 5 (2016-2017) onderzocht de factoren waardoor buurtbewoners wel of niet deelnemen aan een Whatsappgroep voor veiligheid in de wijk. Uit dit onderzoek bleek dat deelnemers niet erg verschilden van niet-deelnemers. De belangrijkste reden dat bewoners niet deelnamen was dat zij niet wisten van het bestaan van de Whatsappgroep. Bekijk de factsheet. RUIT 6: Alcoholbeleid in (para)commerciële horecagelegenheden RUIT 6 (2017-2018) ging dieper in op het onderwerp van RUIT 4, deelonderzoek 2. Studenten keken in Almere hoe de Drank- en Horecawet werd uitgevoerd in (para)commerciële horecabedrijven. RUIT 7 en RUIT 8: Meningen over strafdoelen Strafrecht is een middel om controle te krijgen over het gedrag van de bevolking. Straf was vroeger vooral gericht op leedtoevoeging en wraak, tegenwoordig zetten wij als samenleving ook in op strafdoelen als resocialisatie of afschrikking. Maar blijkbaar doen wij het niet zo goed, want de recidivecijfers zijn hoog. Vanuit het programma ‘Koers en Kansen van de sanctie-uitvoering’ van het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt gewerkt aan andere uitvoering van straffen, opdat de recidive minder wordt. Bijvoorbeeld door meer vakkundig maatwerk bij het begeleiden van resocialisatie. Maar sluit dit ook aan bij hoe de Nederlandse bevolking denkt over strafdoelen? De studies van RUIT 7 en RUIT 8 proberen meer duidelijkheid te geven over deze vraag. Welke strafdoelen zijn bekend en hoe wordt over deze doelen gedacht? En zijn er verschillen vast te stellen in dit denken over strafdoelen tussen bevolkingsgroepen, zoals bijvoorbeeld vrouwen en mannen? Deze vragen staan centraal in de zevende en in de achtste uitgave van dit samenwerkingsproject tussen de opleiding Integrale Veiligheidskunde en het lectoraat. Looptijd 01 januari 2012 - 31 december 2020
In het RUIT-project wordt jaarlijks bekeken hoe onderzoek, onderwijs en werkveld rond het thema veiligheid beter kunnen samenwerken in de regio Midden-Nederland. Het meest recente onderzoeksproject richt zich op een andere uitvoering van straffen en hoe de Nederlandse bevolking over strafdoelen denkt.Doel In het terugkerende RUIT-onderzoeksproject werkt het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid samen met de opleiding Integrale Veiligheidskunde, het Bureau Regionale Veiligheidsstrategie en Veiligheidsregio Utrecht. Jaarlijks kiezen we een onderzoeksvraag, waarmee tweedejaarsstudenten Integrale Veiligheidskunde aan de slag gaan. Het doel van alle RUIT-onderzoeksprojecten is om de samenwerking te verbeteren tussen onderwijs, onderzoek en praktijk. Resultaten RUIT 1: Lokaal veiligheidsbeleid Het eerste RUIT-onderzoek (2012-2013) had als doel om inzicht te krijgen in de theorie en de praktijk van het lokaal veiligheidsbeleid, specifiek in de Utrechtse gemeenten en over meerdere jaren. Lees het onderzoeksrapport. RUIT 2: Burgerparticipatie bij veiligheidsproblemen RUIT 2 (2013-2014) keek naar de beleving van bewoners over burgerparticipatie bij het werken aan lokale veiligheids- en leefbaarheidsproblemen. Lees het onderzoeksrapport. RUIT 3: Woninginbraak zelf voorkomen In RUIT 3 ( 2014-2015) stond het voorkomen van woninginbraak door bewoners centraal. Welke preventiemaatregelen nemen mensen zich voor en wat voeren ze daadwerkelijk uit? Lees het onderzoeksrapport. RUIT 4, onderzoek 1: Zelfredzaamheid bij brand Het eerste onderzoek van RUIT 4 (2015-2016) keek hoe zelfredzaam ouderen, die zelfstandig wonen in een seniorencomplex, waren bij brand. Lees het onderzoeksrapport. RUIT 4, onderzoek 2: Nieuwe leeftijdgrens Drank- en Horecawet Het tweede onderzoek van RUIT 4 ging over de effecten van de wijziging van de leeftijdgrens in de Drank- en Horecawet 2014 in de gemeenten Almere, Huizen en Zeist. Lees het onderzoeksrapport. RUIT 5: Deelnemen aan een Whatsappgroep voor veiligheid in de buurt RUIT 5 (2016-2017) onderzocht de factoren waardoor buurtbewoners wel of niet deelnemen aan een Whatsappgroep voor veiligheid in de wijk. Uit dit onderzoek bleek dat deelnemers niet erg verschilden van niet-deelnemers. De belangrijkste reden dat bewoners niet deelnamen was dat zij niet wisten van het bestaan van de Whatsappgroep. Bekijk de factsheet. RUIT 6: Alcoholbeleid in (para)commerciële horecagelegenheden RUIT 6 (2017-2018) ging dieper in op het onderwerp van RUIT 4, deelonderzoek 2. Studenten keken in Almere hoe de Drank- en Horecawet werd uitgevoerd in (para)commerciële horecabedrijven. RUIT 7 en RUIT 8: Meningen over strafdoelen Strafrecht is een middel om controle te krijgen over het gedrag van de bevolking. Straf was vroeger vooral gericht op leedtoevoeging en wraak, tegenwoordig zetten wij als samenleving ook in op strafdoelen als resocialisatie of afschrikking. Maar blijkbaar doen wij het niet zo goed, want de recidivecijfers zijn hoog. Vanuit het programma ‘Koers en Kansen van de sanctie-uitvoering’ van het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt gewerkt aan andere uitvoering van straffen, opdat de recidive minder wordt. Bijvoorbeeld door meer vakkundig maatwerk bij het begeleiden van resocialisatie. Maar sluit dit ook aan bij hoe de Nederlandse bevolking denkt over strafdoelen? De studies van RUIT 7 en RUIT 8 proberen meer duidelijkheid te geven over deze vraag. Welke strafdoelen zijn bekend en hoe wordt over deze doelen gedacht? En zijn er verschillen vast te stellen in dit denken over strafdoelen tussen bevolkingsgroepen, zoals bijvoorbeeld vrouwen en mannen? Deze vragen staan centraal in de zevende en in de achtste uitgave van dit samenwerkingsproject tussen de opleiding Integrale Veiligheidskunde en het lectoraat. Looptijd 01 januari 2012 - 31 december 2020