Service of SURF
© 2025 SURF
-
Waarom voelen we afgrijzen voor de daden van Macbeth? Hebben we medelijden met Desdemona? Waarom reageren we emotioneel op situaties die we beschouwen als fictioneel, als niet-echt? Door een analyse van het receptieproces van toeschouwers bij theatrale producten (theater, film, televisie) wordt in dit boek een antwoord op deze vragen geformuleerd. Hiertoe worden begrippen als 'fictionaliteit', 'mogelijke werelden', 'beleving', 'identificatie' en 'empathie' vanuit een psychologische optiek geanalyseerd.In het bijzonder wordt stelling genomen tegen het idee dat het receptieproces hoofdzakelijk door bepaalde conventies wordt gestuurd. De analyse resulteert ineen psychologisch model dat een aantal cognitieve processen nauwkeurig beschrijft. Tevens wordt uitvoerig ingegaan op de emotionele relatie van de toeschouwer met het theatrale product. Empirisch onderzoek bevestigt het merendeel van de aan het model onttrokken hypothesen.
Jan Van der Noot (c.1540-c.1601) is a central figure in Dutch literature, widely regarded as the first true Renaissance poet in the Netherlands. He was the earliest Dutch poet to imitate Ronsard, Baïf, and Petrarch, and the first to use the sonnetform. Van der Noot also has vital links with sixteenth-century England and English literature. While living in London (1567-72), he produced the source-text for Spenser and Roest's Theatre of Voluptuous Worldlings. Yet despite this contribution, he is frequently overlooked by English-speaking critics. Even when he does receive consideration, he is seldom viewed as a poet in his own right. As an attempt to redress this, we offer here fresh translations from Van der Noot's work, lightly annotated throughout, concentrating on the sonnets that are the lynchpin of his reputation.