Service of SURF
© 2025 SURF
BACKGROUND: Integrated care is essential for improving the management and health outcomes for people with Parkinson's disease (PD); reliable and objective measures of care integration are few.OBJECTIVE: The aim of this study was to test the psychometric properties of the Rainbow Model of Integrated Care Measurement Tool (RMIC-MT, provider version) for healthcare professionals involved in PD care.METHODS: A cross-sectional survey was administered online to an international network representing 95 neurology centers across 41 countries and 588 healthcare providers. Exploratory factor analysis with principal axis extraction method was used to assess construct validity. Confirmatory factor analysis was used to evaluate model fit of the RMIC-MT provider version. Cronbach's alpha was used to assess the internal consistency reliability.RESULTS: Overall, 371 care providers (62% response rate) participated in this study. No item had psychometric sensitivity problems. Nine factors (professional coordination, cultural competence, triple aims outcome, system coordination, clinical coordination, technical competence, community-centeredness, person-centeredness, and organizational coordination) with 42 items were determined by exploratory factor analysis. Cronbach's alpha ranged from 0.76 (clinical coordination) to 0.94 (system coordination) and showed significant correlation among all items in the scale (>0.4), indicating good internal consistency reliability. The confirmatory factor analysis model passed most goodness-of-fit tests, thereby confirming the factor structure of nine categories with a total of 40 items.CONCLUSIONS: The results provide evidence for the construct validity and other psychometric properties of the provider version of the RMIC-MT to measure integrated care in PD. © 2023 The Authors. Movement Disorders published by Wiley Periodicals LLC on behalf of International Parkinson and Movement Disorder Society.
Binnen het Raak Pro project ‘Praten kan ik niet …, maar communiceren wil ik wel’ hebben we onderzoek gedaan naar het gebruik van Communicatie Ondersteunende Hulpmiddelen (COH) bij kinderen/jongeren met ernstige communicatieve en meervoudige beperkingen. Het ging om kinderen/jongeren die niet, nauwelijks of zeer slecht verstaanbaar spreken vanwege hun meervoudige beperkingen. We onderzochten hoe zij en mensen in hun omgeving, bijvoorbeeld ouders, leraren en/of behandelaars geholpen konden worden bij het zoeken, selecteren en inzetten van de best passende en meest adequate hulpmiddelen om de communicatie van het kind/de jongere te ondersteunen en verder te ontwikkelen. Goede, optimaal aangepaste hulmiddelen, methoden en technieken voor communicatieondersteuning vergroten de mogelijkheden en kansen van deze kinderen en jongeren om meer (zelf)redzaam te worden, meer regie te hebben over eigen kwaliteit van leven en meer succesvol deel te nemen aan verschillende activiteiten in allerlei sociale en maatschappelijke contexten: thuis, op school, in dagbesteding of werk en in de vrije tijd. Hiervoor is een Routekaart ontwikkeld. Onderdeel van de Routekaart is het proces van assessment waarin onderzocht wordt welke barrières/functioneringsproblemen het kind/de jongere ervaart bij het communiceren met anderen; wat zijn/haar behoeften en wensen zijn wat betreft het communiceren en welke mogelijkheden de persoon heeft om, eventueel met behulp van een COH, te kunnen communiceren in alledaagse levenssituaties.
Evidence based practice, wie kan daar tegen zijn? Toch blijkt evidence based werken in de sociale sector nog niet zo eenvoudig uit te voeren. Mensen op de werkvloer stellen dat weinig methoden werkelijk aantoonbaar effectief zijn, en onderzoekers morren dat er te weinig gebruik wordt gemaakt van hun wetenschappelijke kennis. Ondertussen staat de kwaliteit van de sociale sector steeds opnieuw ter discussie. Dit boek beschrijft de inhoud en relevantie van evidence based practice, maar ook de bijziendheid van die benadering. Er zijn immers behalve wetenschap nog veel meer krachten die de dynamiek op de werkvloer van de sociale sector beïnvloeden. De basis waarop professionals kiezen een bepaalde sociale interventie wel of niet te gebruiken omvat veel meer dan alleen wetenschap. Aan de hand van theoretische beschouwingen en biografieën van sociale interventies verruimen de auteurs de discussie over beroepsinnovatie. Hoe goed is de sociale sector in staat om lessen te trekken uit zijn eigen geschiedenis? Brengt de canon sociaal werk alleen maar voortgang in beeld of ook vooruitgang? En is het mogelijk de kwaliteit van de sector daadwerkelijk te verbeteren door inzichten uit praktijk en wetenschap te gebruiken? Bestemd voor iedereen die bij de sociale sector betrokken is en een eigen mening wil vormen over de discussie over evidence based practice: hulpverleners, managers van welzijnsinstellingen, ambtenaren sociaal beleid bij gemeenten, studenten hoger sociaal agogisch onderwijs en uiteindelijk ook de cliënten die van al deze mensen hulpverlening krijgen.