Service of SURF
© 2025 SURF
In dit praktijkvoorbeeld staat de ontwikkeling van de identiteit van de lerarenopleider centraal. Het opleiden van leraren vraagt een bepaalde rolinvulling van de opleider, waarvan niet iedere opleider zich bewust is. Hoe kan de groei in de verschillende aspecten van de rol als lerarenopleider bevorderd worden? We geven voorbeelden over identiteitsontwikkeling van lerarenopleiders bij Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT). In deze voorbeelden is bewustwording van de eigen rol als opleider het startpunt. En een belangrijke vervolgstap is de verankering hiervan in het personeelsbeleid, een doorgaande ontwikkelingslijn van werving&selectie, begeleiding van de inductiefase, contractering&beoordelingsgesprekken, collegiaal leren, certificering en voortgezette professionalisering vanuit de beroepsstandaard voor lerarenopleiders. In dit praktijkvoorbeeld zullen we de ontwikkelingslijn presenteren, de instrumenten die we daarbij inzetten en de opbrengsten uit het parallel lopende onderzoek naar de effecten hiervan op de identiteitsontwikkeling van FLOT-lerarenopleiders. Met deze voorbeelden willen we andere lerarenopleidingen en opleidingsscholen inspireren om ook aan de slag te gaan met het ondersteunen van de identiteitsontwikkeling van lerarenopleiders.
Lerarenopleiders begeleiden het leren van (a.s.) leraren. Maar hoe staat het met hun eigen professionele ontwikkeling? Op welke terreinen willen ze zich verder ontwikkelen? Hoe willen ze leren? Wat motiveert lerarenopleiders om professionaliseringsactiviteiten te ondernemen? In welk opzicht hangen voorkeuren samen met de verschillende rollen en ervaring die lerarenopleiders hebben? Welke belemmerende en bevorderende factoren zijn medebepalend? Om hier meer zicht op te krijgen gaat, - in het kader van plannen voor een European Teacher Educator Academy en als vervolg op eerdere studies, oa onder VELON-leden in 2010 - een internationale groep lerarenopleiders-onderzoekers een brede vergelijkende survey-studie uitzetten in diverse landen. Via een pilot wordt de vragenlijst in nationale contexten gevalideerd. In deze sessie gebeurt dat voor de Nederlandse situatie. Zo kan de deelnemer op een interactieve manier meer inzicht krijgen in de eigen professionele ontwikkeling en het werken met vragenlijsten, en bijdragen aan internationaal onderzoek.
Voor succesvolle onderwijsverbeteringen is het van belang dat lerarenopleiders zich professioneel ontwikkelen. Lerarenopleiders vervullen een sleutelrol in de kennis en beroepsontwikkeling van onderwijsgevenden, daarom is er groeiende aandacht voor het professionaliseren van lerarenopleiders. Verondersteld wordt dat lerarenopleiders veel leren van de evaluaties van hun eigen studenten, die zitten immers vol feedback over hun opleidingspraktijk. Toch is er nog maar weinig onderzoek gedaan naar professionalisering door middel van studentevaluaties (zoals blokevaluaties, kwaliteitskringen en individuele gesprekken met studenten) bij lerarenopleidingen. Door middel van een vragenlijst met gesloten en open vragen en een semigestructureerd groepsinterview is onderzocht in welke mate en op welke manier studentevaluaties bijdragen aan de competentieontwikkeling van lerarenopleiders in lerarenopleidingen Primair Onderwijs. Op basis van de onderzoeksresultaten is een belangrijke conclusie dat verschillende soorten studentevaluaties van invloed zijn op de competentieontwikkeling van lerarenopleiders. Hoe directer (just-in-time) en persoonlijker (in face-to-face-gesprekken) de feedback is, hoe meer invloed de feedback volgens lerarenopleiders heeft op de competentieontwikkeling. Het onderzoek leidt tot aanbevelingen die lerarenopleidingen kunnen benutten voor hun professionaliseringsbeleid en kunnen bijdragen aan de kwaliteitsverbetering van het opleidingsonderwijs.
Het project BLIP heeft een methodiek opgeleverd (WISH) die is ontwikkeld voor en haar bruikbaarheid heeft bewezen in het middelbaar beroepsonderwijs (zie http://www.han.nl/onderzoek/werkveld/projecten/blip/). In het project is de methode ook overgedragen aan leraren in opleiding zodat zij deze ook in hun onderwijspraktijk in het middelbaar beroepsonderwijs kunnen gebruiken. De lerarenopleiders van de HAN stelden daarna ook de vraag of de WISH methode ook niet bruikbaar zou zijn voor hun eigen studenten in het kader van voorbereiding op de stage. De methode, zo is de veronderstelling, zou dus breder gebruikt kunnen worden. We zijn voornemens de methode ook als stagevoorbereiding aan te bieden aan de lerarenopleidingen. In eerste instantie aan de faculteit educatie binnen de HAN. Als lijkt dat dit goed werkt dan verbreden we dit ook naar de andere lerarenopleidingen. Gedacht wordt aan studenten die stage lopen bij opleidingsscholen in het po en vo. Voor dat dit mogelijk is moet de methode echter wel aan de hbo context worden aangepast. Naast de inzet van de WISH methode voor mbo studenten kunnen we op deze wijze de WISH methode ook bruikbaar maken voor hbo studenten.
Doel van het vak Lichamelijke Opvoeding (LO) is dat leerlingen niet alleen beter leren bewegen, maar dat er ook aandacht is voor omgangs- en regelbekwaamheden (bijvoorbeeld fair play, het zelfstandig kunnen spelen van een spel, het organiseren van een activiteit, etc.). Ook het verwerven van (zelf)kennis en inzicht is een doel en daarmee het ontwikkelen van een eigen beweegidentiteit. De huidige praktijk van leerlingevaluatie sluit hier onvoldoende op aan en is soms zelfs demotiverend voor leerlingen. De focus van evalueren ligt daarbij vooral op de (eind)prestatie. Om leerlingen te motiveren en te ondersteunen, zou het leerproces van leerlingen richting de te bereiken doelen meer centraal moeten staan. Leraren LO vinden het echter een uitdaging om leerprocessen te monitoren en formatief te evalueren. Het ontbreekt binnen de LO aan een gebruiksvriendelijk en effectief instrument om dit te doen, passend bij de uiteenlopende doelen van het vak. Onderzoeksliteratuur en beperkte praktijkervaringen stellen een digitaal portfolio voor als mogelijk geschikt instrument. De Sportfolio App is een voorbeeld van zo’n digitaal portfolio, recent ontwikkeld voor LO. Deze app biedt nu nog onvoldoende aansluiting bij de gevarieerde doelen van het vak en is niet gericht op formatieve evaluatie. In het voorgestelde project, vormgegeven volgens de principes van Participatory Design Research, worden ontwerpprincipes en gebruiksrichtlijnen opgeleverd van een digitaal portfolio, waarmee effectief en gebruiksvriendelijk leervorderingen van leerlingen bij het vak LO inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Deze principes en richtlijnen zullen toepasbaar zijn op verschillende vormen van (digitale) portfolio’s, waardoor scholen deze kunnen aanpassen aan de eigen mogelijkheden en wensen. Om dit te bereiken wordt er samengewerkt in een netwerk van hbo-onderzoekers, lerarenopleiders, leraren LO uit het voortgezet onderwijs, en ontwikkelaars van de Sportfolio App. De projectopbrengsten worden breed gedissemineerd binnen het werkveld van de LO.
De zomer van 2021: extreme hitte aan de westkust van de VS, overstromingen in Nederland en Duitsland, de wereldwijde coronacrisis en een humanitaire ramp in Afghanistan. Aardrijkskunde is bij uitstek het schoolvak om leerlingen voor te bereiden op hun rol in de toekomst en de maatschappij. In dit onderzoek zoeken we uit wat ervoor nodig is om de best mogelijke aardrijkskundeleraren op te leiden.Doel Er is in Nederland een groeiend lerarentekort: er is behoefte aan meer leraren en vooral aan goede leraren. Met dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de vakdidactische ontwikkeling van aardrijkskunde leraren-in-opleiding. Met deze kennis kunnen lerarenopleiders hun studenten optimaal begeleiden in hun ontwikkeling tot leraar. Resultaten Met dit onderzoek ontwikkelen we kennis van en krijgen we inzicht in: de vakdidactische kennis van de startbekwame leraar aardrijkskunde de manier waarop werkplekbegeleiders hun studenten vakdidactisch begeleiden de overeenkomsten en verschillen tussen hbo-bachelor lerarenopleidingen aardrijkskunde in Nederland Waardoor we uiteindelijk: van 24 aardrijkskunde leraren-in-opleiding leerportretten kunnen maken die een beeld geven van hun vakdidactische ontwikkeling handvaten hebben voor de optimale vakdidactische begeleiding van leraren-in-opleiding Looptijd 01 september 2021 - 31 augustus 2026 Aanpak We volgen een groep aardrijkskundestudenten tijdens drie opeenvolgende jaren van hun opleiding tot leraar en onderzoeken hoe zij zich vakdidactisch ontwikkelen. We bekijken de invloed van de lerarenopleiding en de invloed van de werkplekbegeleider. Daarvoor leggen we elk jaar een lesbezoek af en interviewen we studenten over hun eigen vakdidactische ontwikkeling. Cofinanciering Dit project wordt mogelijk gemaakt door een financiering van de NWO promotiebeurs voor leraren.