Service of SURF
© 2025 SURF
Dit onderzoek richt zich op de vraag wat de effecten zijn van een niet-hiërarchische werkomgeving op leiderschap. Onderzocht wordt of niet-hiërarchisch leiderschap (in een matrix-, project- en netwerkorganisatie, of bij zelfsturende teams zoals bij projectmanagement) leiderschapskwaliteiten aantrekt, selecteert en behoudt. Het onderzoek toont aan, dat niet-hiërarchisch leidinggevenden hoger scoren op het persoonlijkheidskenmerk neuroticisme, vooral bij de subschalen angsten/nervositeit, ergernis, depressie, kritiekgevoeligheid en stressgevoeligheid, en lager scoren op extraversie, vooral bij de subschalen hartelijkheid, sociabiliteit en dominantie/assertiviteit. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat leiderschapskwaliteiten die samenhangen met neuroticisme en extraversie ondervertegenwoordigd lijken te zijn in een matrix-, project- en netwerk georiënteerde werkomgevingen, als ook bij innovatieprojecten en projectmanagement in het algemeen. Deze twee persoonlijkheidskenmerken hangen sterk samen met transformationeel leiderschap. De volgende kwaliteiten lijken bij niet-hiërarchisch leiderschap minder sterk ontwikkeld te zijn dan bij hiërarchisch leidinggevenden: inspirerend en enthousiasmerend vermogen, leiderschapscharisma, effectieve conflicthantering, het geven van feedback, assertiviteit, het vermogen tot het versterken van groepscohesie, bevorderen van een groeps- of teamontwikkeling richting meer autonomie en sterkere performance, initiatief met betrekking tot ondernemerschap, synergie tussen teamleden op het gebied van innovatie, kennisproductiviteit en reflectieve vaardigheden, als ook 'performance' in het algemeen in werkomgevingen met veel sociale interactie. Aanbevelingen worden gedaan met betrekking tot werving en selectie, als ook voor het opleiden en ontwikkelen van niet-hiërarchisch leidinggevenden. ABSTRACT This paper is devoted to answer the question whether nonhierarchical leadership (in a matrix, process, network structure, or in a project based work environment) attracts, selects and attains leadership qualities related to transformational (charismatic, inspiring & empowering) leadership. More in particular, we would expect leaders with lower scores concerning neuroticism, and with higher scores concerning extraversion and agreeableness. Enhancement of innovational capacities and knowledge productivity are the main motives for applying the structuring principles of a matrix, process, network organization, or of project management. The indicated personality traits are closely related to transformational leadership. Transformational leadership is needed to effectuate innovational and adaptive capacities, as well as for the enhancement of knowledge productivity in organizations. We analyzed whether significant differences could be found when personality traits of non-hierarchical (project) leaders and hierarchical operating managers are compared. Our study revealed, that non-hierarchical (project) leaders had indeed higher averages concerning neuroticism, and lower averages concerning extraversion. Neuroticism is negatively related to leadership charisma. Neuroticism, extraversion and agreeableness are related to transformational leadership in general. The overall conclusion of this study is that leadership qualities related to neuroticism and extraversion, tend to be underrepresented in the group of nonhierarchical leaders in a matrix, process or network structure, or in a project based work environment. Analyzing significant differences of the sub scales of neuroticism and extraversion revealed that these leadership qualities are specifically related to learning/adaptive capacities, feedback and conflict solving processes, knowledge productivity in teams, enhancement of group cohesion and coping with stressful situations. Furthermore, these qualities are closely related to several dimensions of transformational leadership: idealized influence, inspirational motivation and intellectual stimulation. Implications for training and development, and for selection processes are discussed. Also, some recommendations are put forward, related to the enhancement of the effectiveness of applying the structuring principles of a matrix, process, network or project based work environment.
Welk leiderschap is er nodig om de wereld van nu richting te geven? Boeken die de laatste jaren de markt overspoelen beloven vaak de ultieme sleutel tot dit vraagstuk te bieden. Daarmee wordt de lezer een volger. Leiderschap lijkt verworden tot een modebegrip dat aan inflatie onderhevig is. Dit boek schept orde en nuanceert de hype in zeven bondige thema’s. Het gaat over leiden en volgen, eigenschappen en gedrag, visies, ethiek en ontwikkeling. De kracht van dit boek is dat het geen visie opdringt, maar uitnodigt er zelf een te vormen. Het reikt de bouwstenen aan die daarvoor nodig zijn. Met een helder overzicht van theorieën, modellen en wijsheden, gebaseerd op klassieke leiderschapsliteratuur en wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast beschrijft het de essentie van het gedachtegoed van veertien spraakmakende leiderschapsdenkers. De filmtips en literatuursuggesties aan het eind van ieder hoofdstuk nodigen uit om zich verder in leiderschap te verdiepen en bekwamen.
LINK
Innovaties en veranderingen gaan steeds sneller terwijl de samenleving, met name als gevolg van digitalisering en internationalisering, steeds complexer wordt. Dit stelt hoge eisen aan ons vermogen om met elkaar samen te werken. In onze complexe samenleving zijn wij lid van vele groepen en andere samenwerkingsverbanden met soms grote culturele verschillen. Over de inzet van leiderschap bij innovatieprocessen
De meeste fusies en overnames falen, ook in het MKB. Achteraf weten we vaak wat daarvan de oorzaken zijn. Meestal zijn dit zogenaamde zachte factoren. Organisatieculturen sluiten niet op elkaar aan, de communicatie naar de werknemers is gebrekkig of de leiderschapsstijlen van de organisaties zijn te verschillend. Dit zijn veel voorkomende zachte faalfactoren. Met de vragen en stellingen in de te ontwikkelen Soft Due Diligence Check (SDDC) zullen we aan- of afwezigheid van de uit de literatuur bekende zachte slaag- en faalfactoren identificeren. Met de resultaten van de SDDC krijgen organisaties inzicht in de achterliggende zachte factoren van de fusie of overname en weten de betrokkenen beter wat potentiële pijnpunten zijn. Zij kunnen van het voorgenomen samengaan afzien of het traject beter voorbereid ingaan. Dit voorkomt grote verliezen.