Service of SURF
© 2025 SURF
Our current take-make-dispose economic model faces a vital challenge as it extracts resources from the natural environment at faster rates than that the natural environment can replenish. A circular economy where businesses lower their negative impact on the natural environment by transitioning towards recycling business models (RBMs), one of the four principles of circularity, is suggested as a promising solution. For a RBM to become viable, collaboration among several stakeholders and across several industries is required. In addition, the RBM should be scalable to make a positive impact. Hence, developing RBMs is complex as organizations need to consider multiple principles imposed by the recycling, collaborative, and scalability dimensions of these business models (BMs). In addition, these principles often remain general and not actionable to the practitioners. Therefore, in this study, we researched the practical guidelines for viable RBMs that are also collaborative and scalable. The empirical setting is the reuse of textile fibers to develop biocomposite products. We studied three cases using a research-through-design approach. We contribute to the literature on RBMs by showing the six minimum practical guidelines for recyclability, collaboration, and scalability. We draw implications for within sector collaborations and advance the thought that lease constructs challenge the scalability of RBM.
MULTIFILE
In the Netherlands, the automobile manufacturer Nissan has initiated a unique project to stimulate the uptake of electric vehicles (EV) for commercial usage. This project is called “Power to Amsterdam” and started by the end of 2014. In the project, Nissan has enabled entrepreneurs in the region of Amsterdam to drive the full electric e-NV200 for a period of 6 to 12 months. After this period, the participants can decide whether to purchase/lease the vehicle or to return it to Nissan. The e-NV200 can be used for passengers (max. 7 persons) and as van (loading space of 4,2 m3). The aim of the project is to increase the experience with EV. This is important from both a public (i.e. decrease air and noise pollution) and private perspective (increase EV sales) as well as to enhance knowledge in this field.
Wetenschappers gebruiken bioorthogonale klikreacties tussen trans-cyclooctenen (TCOs) en tetrazines (Tz) om geheel nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen waarmee heel gericht cruciale biologische doelmoleculen kunnen worden geraakt, zodat ziektes op een veel selectievere manier kunnen worden behandeld. Recentelijk heeft de Radboud Universiteit een nieuw TCO-derivaat ontwikkeld en geoctrooieerd dat beschikt over twee orthogonale handvatten, goede stabiliteit, een snelle klik-kinetiek en een biocompatibele “click-to-release” functionaliteit. Bovendien kan deze TCO in een efficiënte synthese met hoge zuiverheid geproduceerd worden in tegenstelling tot vergelijkbare gepubliceerde stoffen. Binnen dit KIEM project zullen ‘ready-to-use’ TCO-producten ontwikkeld worden, gebaseerd op dit nieuwe TCO-derivaat. Dit is belangrijk om de drempel te verlagen voor onderzoekers om deze nieuwe technologie te benutten in hun toepassingen en versnelt daarmee de ontwikkeling van “slimme” geneesmiddelen of materialen. De werkzaamheden in dit project zullen bestaan uit literatuuronderzoek, synthetisch ontwerp van TCO-derivaten, chemische synthese, onderzoek naar de eigenschappen van de stoffen en contact leggen met potentiele gebruikers. De beoogde projectresultaten zijn chemische methoden om geactiveerde TCOs te synthetiseren, 5–10 geactiveerde eindproducten, inzicht in de chemie van TCOs, inzicht in de kinetiek en stabiliteit van de nieuwe TCOs en nieuwe samenwerkingen. In dit project wordt samengewerkt tussen de Radboud Universiteit en het biotechnologiebedrijf Synvenio. Binnen de synthetisch organische chemie afdeling van de Radboud Universiteit is de eerdergenoemde nieuwe TCO ontwikkeld. Synvenio is een jong biotechnologiebedrijf dat bioactieve stoffen beschikbaar maakt voor biochemisch- en biomedische onderzoekers. Het team bestaat uit chemici met veel affiniteit met biochemie, waaronder een van de uitvinders van de nieuwe TCO.
INLEIDING: De Hogeschool Utrecht heeft op basis van praktijkgericht onderzoek een innovatief modulair bouwconcept (#SELFIECIENT) ontwikkeld. Met diverse gestandaardiseerde modulaire bouwdelen van #SELFIECIENT kan eenvoudig een bouwgevel worden samengesteld, en daarmee een gehele woning. Met behulp van deze SIA RAAK TAKE OFF subsidie wordt dit concept nu door enkele ondernemende studenten omgezet naar een marktwaardig product. HET PROBLEEM: #SELFIECIENT tackelt drie belangrijke uitdagingen in de huidige bouwsector / gebouwde omgeving op een nieuwe en innovatieve wijze, te weten 1) de ontwikkeling van circulaire en klimaat neutrale woningen, 2) de ontwikkeling van betaalbare woningen en 3) de ontwikkeling van flexibele / adaptieve woningen. DE OPLOSSING: De oplossing voor bovengenoemde uitdagingen ligt in het industrieel vervaardigen van modulaire bouwdelen op basis van circulaire materialen, die de realisatie van een comfortabele, betaalbare, klimaat neutrale en adaptieve woning garanderen = #SELFIECIENT. DE INNOVATIE: De modulaire bouwdelen van #SELFIECIENT hebben de volgende innovatieve eigenschappen. 1) Revolutionair is het ontwikkelen van geïntegreerde multifunctionele bouwdelen die in diverse marktsegmenten toegepast kunnen worden; 2) Schaalbaarheid door middel van (open source) standaardisatie en de mogelijkheid van hergebruik. 3) Industrialisatie van het productieproces van de modulaire bouwgevels waardoor goedkoop en milieuvriendelijke kan worden geproduceerd; 4) Vanuit externe industrieën zoals o.a. de ICT en duurzame energie sector ontstaan nieuwe producten die kunnen worden geïntegreerd in woning en die leiden tot nieuwe businesscases en exploitatie modellen. Voorbeelden zijn gedistribueerde IT-servers en lokale accu opslag systemen. MARKTANALYSE / VERDIENMODEL: De modulaire bouw elementen kennen een brede toepasbaarheid, waardoor er een groot marktpotentieel is. Voorbeelden zijn woningrenovatie, nieuwbouw, de toenemende vraag naar levensloopbestendige woningen, woningen voor vluchtelingen, en renovatie van kantoorpanden. Slechts een miniem marktaandeel in de renovatie of nieuwbouw betekent al een omzet van meer dan miljoenen euro’s. Er zijn zover bekend geen andere aanbieders van gelijksoortige producten op de markt. Het te verwachten verdienmodel is gebaseerd op de verkoop van de modulaire bouwdelen of een leen/lease exploitatie van de modulaire bouwdelen. DOEL VAN HET PROJECT / BUDGET (39900€): Het doel van het project is drieledig: 1) het uitwerken van het ontwerp van de modulaire bouwdelen op basis van eerdere ontwerpen en ideeën uit praktijkgericht onderzoek (14960€); 2) het maken van een proof-of-principle van het modulaire bouwdeel (13320€); 3) het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie (8560€); en 4) het versterken van de entrepreneurial skills (3060€.). PROJECT TEAM: Een sterk team is gevormd om dit modulaire bouwconcept door te zetten naar een bijzonder bedrijf. Het team bestaat uit 3 ondernemende studenten, onderzoekers en lectoren verbonden aan het lectoraat Nieuwe Energie in de Stad, docenten van de opleiding werktuigbouwkunde en bouwkunde, en een ervaren entrepreneur. De studenten zijn al vroeg tijden hun opleiding gespot als bijzonder initiatiefrijk, gedreven en ondernemende studenten. Het studententeam bestaat uit een goede mix van werktuigbouwkunde, bouwkunde en technische bedrijfskunde.
The textile industry faces a significant environmental challenge, annually generating 45 million tons of waste cotton textiles, of which 75% are incinerated or sent to landfills, causing environmental harm. Additionally, 67% of garments are made of plastic fibers, and when disposed of in landfills, 5% of them turn into microplastics that can end up on our plates. Chicfashic proposes an innovative biotech process to address these issues by recovering and recycling plastic fibers while transforming natural fibers into bio-based molecules. These molecules are then used as secondary raw materials to produce bio-based pigments for textiles. The project aims to optimize this process and test it on a larger scale with the assistance of HAN BioCentre. This initiative aligns with Dutch government and EU regulations mandating textile recycling by 2050. The technology used is patent pending and does not involve the use of toxic chemicals or the release of harmful wastewater or fumes, contributing to a shift towards a more circular and sustainable textile industry by reintegrating natural colorants into textile production.