Service of SURF
© 2025 SURF
During my first visit to Japan in 1990 I got acquainted with the Toshiba DynaBook. Unlike earlier laptops, this one was small, elegant and easily fitted into a backpack. A year later I was able to purchase one. This wonder of compact technology accompanied me during my travels to Berlin and Eastern Europe in the first part of the roaring 90s when I was writing for Mediamatic magazine. Our Agentur Bilwet (Adilkno) group composed The Media Archive and Datadandy books on this machine. The laptop assisted me in my move from Dutch to English as my main writing language. Even though it did not have a color screen, and ran MS-DOS (no Windows yet), I could pretty much do everything compared to what I do now. In 1992 a friend brought a new part over from Japan that could easily be installed next to the battery: the modem. From now on I was able to dial into bulletin boards. In 1993 I got access to the internet via hacktic, the forerunner of the xs4all provider. The rest is (my personal) internet history: The Digital City, desk.nl, nettime. The machine retired when I purchased an Acer in Taiwan, in 1999. No nostalgic feelings for a primitive technology. The Dynabook remains superior: a symbol of Japanese industrial supremacy, built before its downfall—in 1992.
MULTIFILE
De digitale revolutie voltrekt zich in hoog tempo. Naar verwachting zullen er in 2020 meer dan 20 miljard laptops, mobiele telefoons en tablets met elkaar verbonden zijn tot een gigantisch wereldwijd netwerk. Spoedig zullen we voortdurend en overal verbonden zijn met internet. De virtuele ruimte die ontstaat uit de complexe interactie van mensen, technologie, software, en dienstverlening over het internet wordt steeds vaker cyberspace genoemd
Jaarlijks worden in Nederland bijna 40 miljoen ICT-apparaten afgedankt. Denk daarbij aan desktops, laptops, servers, printers en smartphones. Een groot deel van deze ICT-apparaten wordt op dit moment ingeleverd bij de milieustraten van afvalverwerkers in diverse gemeenten verspreid over Nederland. Vanaf daar gaan ze in hoofdzaak naar recycling, verbranding of stort. Het percentage kritieke grondstoffen dat vanuit recycling van ICT-apparaten kan worden herwonnen is nog steeds zeer laag. Studies tonen echter aan dat afgedankte ICT-apparaten vaak nog diverse mogelijkheden bieden voor hergebruik, reparatie of upgrade van het product of hergebruik van specifieke componenten. Om deze mogelijkheden om te komen tot hogere circulariteit te kunnen benutten moeten de afgedankte ICT-apparaten worden beoordeeld en vervolgens moet hergebruik van het product of de componenten mogelijk worden gemaakt. De milieustraten van afvalverwerkers hebben hiervoor niet de tijd, kennis en technologie in huis, maar gespecialiseerde verwerkers van ICT-apparaten wel. Door de afgedankte ICT-apparaten te verplaatsen van milieustraat naar een gespecialiseerde verwerker ontstaat er mogelijk hogere circulariteit, maar veranderen er ook logistieke stromen. Dit project heeft als doel om inzicht te krijgen in de resultaten die kunnen worden geboekt door een beoordeling en verwerking door een daarin gespecialiseerd bedrijf toe te voegen aan het proces vanaf de milieustraat. Dit inzicht richt zich met name op de mate van circulariteit die kan worden gerealiseerd, de organisatie van de logistieke stromen, het realiseren van toegevoegde waarde voor de samenwerkende partners en het verlagen van de milieu-impact in de circulaire keten. Tot slot heeft dit project als doel een theoretisch raamwerk te ontwikkelen waarin de economische en geografische schaalbaarheid van circulaire ketens van ICT apparaten worden verbonden met hun maatschappelijke impact. Doel is het maximaliseren van lokaal en regionaal hergebruik, reparatie of upgrade van producten en hergebruik van componenten.
Cliënten met ernstig meervoudige beperkingen (EMB) hebben behoefte aan intensieve zorg en ondersteuning van professionals. Ook voor deze groep is persoonsgerichte gepersonaliseerde zorg van belang. Deze cliënten hebben echter grote moeite met het (verbaal) uitdrukken van behoeften, wensen en voorkeuren. Professionals in de zorg voor mensen met EMB zien kansen voor de inzet van Virtual Reality (VR) ter bevordering van het welzijn. Enkele kleinschalige experimenten laten zien dat VR toepasbaar lijkt en ontspanning biedt voor deze doelgroep. Mensen met EMB houden de VR-bril op en de VR-belevingen lijken geen negatieve fysieke of mentale reacties zoals onrust, misselijk-heid of duizeligheid te veroorzaken. Reacties van cliënten tijdens de VR-beleving waren volgens begeleiders vergelijkbaar met reacties tijdens andere plezierige activiteiten. Om meer zicht te krijgen op persoonlijke doelen en voorkeuren en duidelijkheid over de meerwaarde van VR willen PSW, Daelzicht, Bools Studios en Zuyd Hogeschool nadere verkenning uitvoeren bij grotere groepen met meer objectieve evaluaties. Meten van ervaringen staat echter bij cliënten met EMB in de kinderschoenen. De overall praktijkvraag van dit project luidt; Wat is de potentie van virtuele omgevingen voor mensen met een ernstig meervoudige beperking? De volgende onderzoeksvragen komen aan bod; 1) Wanneer en met welk doel kan VR worden ingezet in de zorg aan mensen met EMB? 2) Welke bestaande VR omgevingen zijn beschikbaar passend bij de doelen? 2) Hoe kan de meerwaarde van VR (door professionals zelf) worden gemeten bij deze doelgroep? 3) Wat is de meerwaarde en hanteerbaarheid van VR bij mensen met EMB? De vragen worden beantwoord in 3 werkpakketten: 1) Oriëntatie op doelen en aanpak met VR, alsmede oriëntatie op bestaande meetinstrumenten; 2) Oriëntatie op bestaande en bruikbare VR omgevingen; 3) Testen VR omgevingen en meetinstrumenten.