Service of SURF
© 2025 SURF
Om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden te houden en ernstige gevolgen van klimaatverandering zoveel mogelijk te voorkomen, moeten we naar nul uitstoot in 2050 (Net Zero). Welvarenden kunnen hierin een sleutelrol vervullen. Mensen met een hoge sociaaleconomische positie (SEP) consumeren namelijk relatief veel en hebben een grote ecologische voetafdruk. Daarnaast heeft de hoge SEP groep grote invloed op de voetafdruk van anderen via hun sociale netwerk en financiële middelen, ook wel de ‘handafdruk’ genoemd. Aansturen op minder consumptie en veranderen van de sociale norm ten aanzien van duurzame keuzes, met name bij én door mensen met een hoge SEP, is tot dusverre nog relatief onderbelicht in onderzoek, beleid en uitvoering. In dit rapport delen we de resultaten van de 55 vragen die we deelnemers hebben gesteld verdeeld over vijf thema's: 1. Zorgen over klimaatverandering; 2. Percepties van rol(len); 3. Huidig gedrag, descriptieve norm, samenlevingsnorm; 4. Veranderbereidheid - vrijwillig en via regulerend beleid; 5. Kennis van klimaatimpact van gedrag.
Artificial Intelligence (AI) biedt kansen. Het biedt mogelijkheden voor vooruitgang in gezondheidszorg, communicatie, bestuur en productie. Het biedt mogelijkheden voor het creëren van tekst, beeld, geluid en kunst. Het helpt om de effecten van de klimaatcrisis op te vangen door intelligente energienetten te ontwikkelen, door infrastructuren te ontwikkelen die geen of nauwelijks CO2 emissie hebben en door klimaatvoorspellingen te modelleren.Niet alles is positief. AI speelt een groeiende rol in de verspreiding van ‘fake news’, ‘deep fakes’ en andere vormen van misinformatie waardoor onze democratische samenleving wordt bedreigd door populisme en polarisatie.Een onduidelijker effect van AI is het ecologisch effect dat het heeft. Daar is de afgelopen paar jaar veel over gepubliceerd, maar het duurt lang voordat berichten daarover in het maatschappelijke bewustzijn indalen.
MULTIFILE
Vergrijzing en ontgroening is - in Noord-Nederland sterker dan in de rest van Nederland - een urgent probleem dat werkgevers, zowel het MKB als grote organisaties, steeds meer voelen. Ten behoeve van de bemensing van de regionale klimaattransitie en om te voorzien in personeelstekorten is het noodzakelijk dat oudere werknemers (55plus) vitaal, gezond en langer blijven werken. Omdat de huidige interventies en arrangementen voor het oudere deel van de beroepsbevolking veelal gericht zijn op afvloeiing en minder werken, is juist aandacht nodig voor de ontwikkeling, duurzame inzetbaarheid en arbeidsmobiliteit van oudere werknemers. Met het ambitieuze project BAANBREKEND PERSPECTIEF VOOR EEN DUURZAME REGIO beogen we door uitvoering en ontwikkeling van een integraal aanbod van gevalideerde HR- en loopbaaninterventies en -voorzieningen de duurzameinzetbaarheid en de verdere ontwikkeling van oudere werknemers te bevorderen. Daarmee wordt het menselijk kapitaal versterkt dat nodig is voor de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie én dragen we bij aan de brede welvaart in Noord-Nederland
De uitvoering van klimaatadaptatie en de energietransitie stelt professionals van gemeenten voor nieuwe uitdagingen. Deze veranderingen hebben een grote impact op de leefomgeving van inwoners. Dit heeft geleid tot een groei van inwonersinitiatieven die bijdragen aan oplossingen, of opkomen voor de belangen van de lokale gemeenschap. Professionals van Zeeuwse gemeenten willen graag effectiever leren omgaan met inwonersinitiatieven. In dit project ontwikkelen we methoden (o.a. een serious game) om professionals uit de publieke sector beter te ondersteunen bij sociale aspecten van de transities. We hanteren hierbij twee handelingsperspectieven: • Responsief handelen: inzicht in waarden van inwonersinitiatieven en hierop goed kunnen reageren. • Uitnodigend handelen: gelegenheid scheppen voor inwoners om zelf initiatief te nemen. Het onderzoek heeft tot doel om deze handelingsperspectieven verder te ontwikkelen in co-creatie tussen professionals, inwoners, studenten en onderzoekers, en zodoende de effectiviteit van inwonersinitiatieven in het versnellen en verbeteren van klimaattransities te versterken. Dit doen we vanuit 3 werkpakketten: 1. Handelingsopties en survey: Op basis van wetenschappelijke literatuur worden handelingsopties in kaart gebracht, inclusief factoren die effectief inspelen op inwonersinitiatieven belemmeren of faciliteren. Dit wordt toegepast in een vragenlijst onderzoek onder professionals (Zeeland en landelijk). Tevens worden interviews gehouden met middenmanagement en politieke vertegenwoordigers. 2. Actie-onderzoek in 4 cases: Om te ervaren hoe handelingsopties toe te passen, ontwikkelen professionals, inwoners, onderzoekers en studenten, samen een nieuwe aanpak in 4 praktijksituaties. In een casusvergelijking worden de geleerde lessen samengebracht. 3. Leren en door-ontwikkelen: . In een lerend netwerk vindt uitwisseling en verdieping plaats binnen een brede groep professionals. Leren vindt plaats door het delen van ervaring, verdiepende sessies over de handelingsperspectieven en uitwerking in ‘doe en leerlabs’. De ontwikkelde kennis wordt samengebracht in de serious game ‘Inspelen op inwonersinitiatief’. Studenten en professionals kunnen hiermee leren afwegingen te maken voor het omgaan met inwonersinitiatief in klimaattransities.
Klimaatverandering is één van de belangrijkste problemen van deze tijd. Het is van existentieel belang dat verdere klimaatopwarming wordt tegengaan en dat de samenleving zich aanpast aan klimaatverandering. Het meest recente IPCC rapport geeft aan dat 1,5 °C temperatuurstijging waarschijnlijk binnen 10 jaar bereikt zal worden. Toch verloopt de ontwikkeling en de implementatie van beleid om broeikasgasemissies te reduceren moeizaam en blijkt dat meer adaptatie aan klimaatverandering nodig is. Dit lijkt o.a. te komen door (vermeend) beperkt draagvlak voor klimaatmaatregelen, te weinig (op maat gemaakte) klimaatkennis voor maatregelen of omdat mensen niet weten hoe om te gaan met de onzekerheid over het toekomstig klimaat. Het lectoraat Klimaatgeletterdheid, een samenwerking tussen het KNMI en de Hogeschool van Amsterdam, richt zich op professionals werkzaam in diverse sectoren zoals stedelijke inrichting, energietransitie en gezondheid, bij overheden, in het bedrijfsleven, in het onderwijs en bij maatschappelijke organisaties. Het lectoraat wil samen met deze verschillende partijen nieuwe kennis ontwikkelen over klimaatdata en klimaatverandering voor effectiever gebruik in ontwerpen, risicoafwegingen en beleidsadviezen en nieuwe kennis waarmee waarmee professionals effectief de “klimaatgeletterdheid” van burgers en bestuurders kunnen vergroten, zodat zij klimaatbewuste besluiten kunnen nemen en een constructief maatschappelijk debat kunnen voeren. Bovenstaande sluit aan bij de missie van het KNMI: de samenleving adviseren en waarschuwen voor risico's op het gebied van weer en klimaat om schade en letsel te beperken. Binnen het lectoraat zal praktijkgericht onderzoek uitgevoerd worden om vernieuwing in het onderwijs en het werkveld te bevorderen en de klimaattransitie sneller vorm te geven. Het lectoraat zal samenwerken met verschillende partners uit de praktijk en lectoraten van drie verschillende faculteiten aan de Hogeschool van Amsterdam. Het lectoraat is hiermee multidisciplinair van opzet.