Service of SURF
© 2025 SURF
Dit artikel bepleit te leren door te kijken wat anderen al hebben bedacht en te leren van hun ervaring op het gebied van klimaatbeheersing. Een manier die daarbij kan helpen is 'mappen' (in kaart brengen)van voorbeeldprojecten. Dat is precies wat via Climatescan.nl mogelijk is.
Dit voorstel betreft een onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van een nieuw biocomposiet in het circulaire bouwproces. Met behulp van innovatieve digitale ontwerp- en productietechnieken wordt onderzocht hoe en waar het biocomposiet, zowel functioneel als esthetisch, hoogwaardig toegepast kan worden in de bouw, met het circulaire paviljoen ‘Waterfront’ als testcase. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het onderzoeksprogramma Urban Technology van de Hogeschool van Amsterdam, Studio Samira Boon en NEXT architects. De rijksoverheid heeft als doelstelling dat niet alleen alle nieuwbouwwoningen per 2020 energieneutraal gebouwd moeten worden, maar ook dat per 2050 alle bouw in Nederland circulair moet zijn. In de “Transitieagenda circulaire bouweconomie 2018” is de strategie hiervoor opgesteld. Het bouwproject ‘Paviljoen Waterfront’ is een test op basis van de ambities die de rijksoverheid heeft voor Nederland in 2023: energie neutraal EN circulair. Het door de HvA ontwikkelde circulaire biocomposiet lijkt een uitermate geschikt materiaal voor architectonische toepassingen binnen de circulaire bouw. Het is echter een halffabrikaat, zacht als vilt op rol (plaat), en door de unieke eigenschappen ook met digitale nabewerkingstechieken te bewerken. Origamitechnieken kunnen middels patronen van zachte buiglijnen en harde vlakken belangrijke eigenschappen, o.a. draagkracht, flexibiliteit en akoestiek, toevoegen aan een vlak materiaal. Daarom lijkt een combinatie van dit biocomposiet, origami techniek en digitale productie een ultieme combinatie. Studio Samira Boon heeft jarenlange ervaring in het gebruik van origamitechnieken voor textiele 3D constructie en heeft de vraag of deze techniek ook op circulair biocomposiet kan worden toegepast. Next Architects ziet een kans om vernieuwende circulaire bouwconcepten met biocomposiet te ontwerpen, als dit materiaal eenvoudig en flexibel kan worden toegepast. Door dit onderzoek beogen betrokken partijen kennis te verwerven zodat dit materiaal kan worden verwerkt tot visueel aantrekkelijke 3D producten ten behoeve van klimaatbeheersing, akoestiek en flexibel ruimtegebruik in de circulaire bouweconomie.
Golfsport is zich aan het verduurzamen. De Nederlandse Golf Federatie (NGF) promoot hiervoor richtlijnen van internationale GEO (Golf Environmental Organisation) Foundation. Dit GEO-beleid is een goede insteek voor duurzaamheid, maar omdat het sterk intern gericht op de kwaliteit van de golfbaan, blijft het onduidelijk welke meerwaarde het heeft voor omliggende ecologische systemen. De golfbranche zoekt naar een verbreding in het duurzaamheidsbeleid en ziet in ecosysteemdiensten (ESD) goede kansen om bijdrage te leveren aan de maatschappelijk uitdagingen op het gebied van biodiversiteit, landschap en klimaatbeheersing. Het probleem ligt in het gebrek aan kennis en tools om GEO en ESD samen te laten gaan. Hogeschool Van Hall Larenstein gaat samen met de NGF en ecologisch adviesbureau Buiting verkennend onderzoek doen. Enerzijds, naar bijdrage die golfbanen kunnen leveren aan de maatschappelijke waarden van ecosysteemdiensten. Anderzijds, naar de bijdrage van lokale ESD aan de bedrijfskundige en recreatieve waarden van de golfbaan (spelers en speelplezier). Voor dit onderzoek wordt gebruikgemaakt van de methodologie Social-Ecological System (SES) waarin op participatieve wijze ecologische factoren verbonden worden met sociale actoren binnen een duidelijke context. Het onderzoek naar de mogelijkheden van ESD-GEO is triangulair. De resultaten van een deskresearch, een case study van twee golfbanen (ruraal en urbaan) en een survey onder golfbanen zullen in een workshop met golfbaanbeheerders, spelers en deskundigen geanalyseerd worden. De eindresultaten zullen de uitgangspunten vormen van een RAAK-aanvraag gericht op het valoriseren van de verbinding ecosystemen-golfbanen en het ontwikkelen van een draaiboek voor de aanpak van een coproductie proces voor promising practices.
In Nederland wordt voor de transitie naar schone en duurzame mobiliteit een voortrekkersrol toebedeeld aan elektrische bussen en stadsdistributievoertuigen. Tal van bedrijven nemen deel aan die transitie. Zij ontwikkelen elektrische voertuigen, zetten ze in als onderdeel van hun vloot, of leveren diensten om die inzet te verbeteren. Daarbij worden ze geconfronteerd met een rijbereik dat kleiner is dan bij vergelijkbare conventionele voertuigen, en dat bovendien afneemt in de tijd door veroudering van de batterijen. Om te vermijden dat hun voertuigen onderweg stil komen te staan worden ze dan ook meestal voorzien van een te groot (en duur) batterijpakket, of worden teveel tussentijdse oplaadbeurten en/of te korte ritten ingepland. De huidige beroepspraktijk heeft modellen nodig die bij de voorspelling van het energieverbruik rekening houden met geactualiseerde eigenschappen van het voertuig (en zijn batterijpakket) en met actuele gegevens omtrent externe invloedfactoren als weersomstandigheden, traject, wegprofiel, verkeerssituatie, belading en rijgedrag. De ontwikkeling en het gebruik van dergelijke adaptieve modellen vergt een voortdurende monitoring van voertuiggegevens en invloedfactoren. Dit is bijzonder relevant bij bussen en stadsdistributievoertuigen door de veelvuldige en belangrijke veranderingen van belading (of aantal passagiers) en van energieafname door hulpsystemen (bv. voor klimaatbeheersing). In dit project worden een vloot van bussen én stadsdistributievoertuigen gemonitord. Hiertoe wordt bestaande commerciële data-acquisitie hardware uitgebreid met een beperkt aantal (betaalbare) sensoren en met bijhorende oplossingen voor dataverwerking en -communicatie. Om de vele data te verwerken en te analyseren wordt in eerste instantie gebruik gemaakt van vereenvoudigde fysisch voertuigmodellen in combinatie met traditionele statistiek; dit wordt later uitgebreid met nieuwe voorspellende data-analyse technieken uit de Big-Data wereld. Met de resultaten van het onderzoek zal onderzocht worden hoe rijbereik en energieverbruik van beide testvloten kan worden verbeterd. De rapporten, modellen, tools en handleidingen uit dit project komen na afloop ter beschikking van alle geïnteresseerde Nederlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen.