Service of SURF
© 2025 SURF
Vanuit de lectoraten Praktijkgerichte Sportwetenschap en Integraal Jeugdbeleid van de Hanzehogeschool zijn Henriëtte en Roos de afgelopen jaren werkzaam geweest binnen de innovatiewerkplaats ‘Kind in de wijk’. Deze had als doel om bestaande voorzieningen in een wijk op het gebied van actieve gezonde leefstijl en vreedzaam samenleven voor kinderen, te versterken en te verbinden. De stem van het kind stond hierbij centraal en kinderen zijn door middel van participatief onderzoek actief ingezet als onderzoekers. De werkvormen gepresenteerd in deze ideeënwaaier zijn succesvol gebleken in de praktijk.
Kinderen buiten beeld. De leefsituatie van ongedocumenteerde kinderen in Nederland Dit artikel werpt licht op de omstandigheden waaronder kinderen zonder verblijfsstatus (ongedocumenteerde kinderen) opgroeien in Nederland en niet in beeld zijn bij de overheid. Het betreft uitgeprocedeerde kinderen en kinderen die nooit een asielaanvraag hebben ingediend. In beide gevallen gaat het om kinderen die met hun ouders een bestaan in de illegaliteit opbouwen. De data zijn afkomstig uit een studie naar de woon- en leefsituatie van 29 illegale kinderen tussen 6 tot 19 jaar oud. De kinderen benoemen problemen die gedeeltelijk samenvallen met die van andere kinderen in Nederland, ook kinderen die in armoede opgroeien. De problemen van ongedocumenteerde kinderen werken echter zwaarder door. Ook staan zij onder grote psychische druk. Ze leven met het geheim van hun juridische status, zijn bang door de politie te worden opgepakt, weten niet wie ze kunnen vertrouwen en ervaren hun toekomst als ongewis.
De creatieve denkkracht van kinderen wordt nog niet vaak benut bij het vinden van oplossingen voor problemen in de dagelijkse praktijk. Hun ervaringen en ideeën zouden meegenomen kunnen worden in ontwerpprocessen door hen te laten participeren in de ontwikkeling van nieuwe producten. In het NRO‐NWO project “Co‐design with kids” hebben 32 kinderen uit groep 5 en 26 kinderen uit groep 7 van twee basisscholen gedurende zeven weken onder begeleiding van een onderzoeker en hun groepsleerkracht gewerkt aan een ontwerpopdracht van een ‘echte’ opdrachtgever gericht op het bewegingsonderwijs (Casus Gymzaal van de Toekomst) en op de speelruimte (Casus Memo). Een jury van zeven tot acht personen met expertise op het vlak van bewegen, buitenspelen, bewegingsonderwijs, onderwijs of ontwerpen heeft de kwaliteit van de ontwerpuitkomsten van de kinderen beoordeeld in termen van originaliteit en variatie, inspiratie, uitwerking en relevantie. Uit de resultaten kwam naar voren dat de kinderen goed in staat zijn tussen‐ en eindproducten te bedenken die aansluiten bij de doelgroep. De ontwerpideeën scoorden over het algemeen ook hoog op de variatie in de oplossingen, de mate waarin de producten uitgewerkt, uitgedacht en direct toepasbaar waren en de mate waarin de eindproducten pasten binnen de context van het probleem. De ontwerpideeën waren volgens de juryleden en opdrachtgevers echter niet heel origineel; de ontwerpideeën waren in hun ogen niet erg vernieuwend, waren een afgeleide van bestaande concepten of bevatten geen verrassende elementen.
Kinderen met motorische problemen (DCD) willen best sporten, maar hebben hier meestal iets meer tijd voor nodig. Daarom wordt er voor deze kinderen vaak extra gymles aangeboden. Tijdens deze lessen wordt er gewerkt aan het verbeteren van de motorische vaardigheden. Dat is op zich prima maar deze kinderen willen ook zelf kunnen kiezen wat en hoe ze deze vaardigheden gaan leren. Juist het geven van de regie over de keuze en inhoud van de vaardigheden zorgt er niet alleen voor dat de motivatie toeneemt, maar ook dat deze kinderen zelfstandig leren sporten. Dat zorgt er bovendien voor dat ze na de ondersteuning ook nieuwe sporten kunnen leren. In dit project bouwen we voort op de leskaarten voor kinderen met beperkingen (Onbeperkt Sportief, 2016) en op de ervaring die we hebben met de zelfregulatie voor kinderen in het vmbo (Van de Sluis, 2014). In het eerste half jaar gaan we met de kinderen de leskaarten verder digitaliseren naar een app. In deze app kan een kind zelf kiezen welke sportvaardigheid hij wil leren en op welk niveau hij dat wil doen. In het tweede half jaar gaan we de app tijdens de extra gymlessen en als huiswerk testen. We onderzoeken of de kinderen motorisch vaardiger worden en meer zelfregulatie ontwikkelen. Hiermee kijken we of deze aanpak ook echt werkt. Daarnaast gaan we de begeleiders en kinderen interviewen om te bepalen wat zij ervan vonden en welke verbeteringen er nog aangebracht moeten worden. In het laatste half jaar gaan we de aangepaste methode uitproberen in een nieuwe situatie, gaan we scholingsmateriaal ontwikkelen en zorgen dat de methode in Nederland en buitenland verspreid wordt. Op deze manier willen we er voor zorgen dat kinderen met DCD sportvaardiger worden en meer regie krijgen over de sportvaardigheden die ze willen leren.