Service of SURF
© 2025 SURF
Kernprobleem in de kenniscirculatie tussen het HBO en het MKB is het identificeren van de behoefte aan kennis bij het MKB. In het project Unikum, mogelijk gemaakt door de Digitale Universiteit, worden studententeams ingezet om bij individuele MKB-bedrijven de behoefte aan kennis te analyseren en de bedrijven hier over te adviseren. Studenten ontwikkelen hierbij vakinhoudelijke en adviescompetenties en de aansluiting tussen het HBO en het MKB wordt erdoor verbeterd.
Overzicht van masteronderzoeken aan de Hogeschool Windesheim van de master Special Education Needs.
Deze vier artikelen uit verschillende hoeken van de HU illustreren uiteenlopende ervaringen met de koppeling tussen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. Uit hun verhalen blijkt dat deze verbindingen steeds meer vorm krijgen en dat de ervaringen met de HU als kennisinstelling vooral positief zin. Uitgegeven op het HU onderwijscongres 2008 als Passie & Precisie deel 02.
Als invulling voor de City Deal Kennis Maken willen de gemeente Leeuwarden en de onderwijsinstellingen (MBO, HBO en WO) in nauwe samenwerking met bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen hun krachten bundelen voor het oplossen van relevante vraagstukken. De stad heeft gezien de rurale context in Noord-Nederland een brede definitie, onder het motto “De Stad als campus, de regio als proeftuin”. De uitgangspunten zijn: - Er wordt in eerste instantie gewerkt aan thema’s en uitgangspunten vanuit de Kennisagenda Fryslân die vanuit het Hoger Onderwijs Akkoord Fryslân, naar een innovatieve en lerende regio is opgesteld, - De uitdagingen worden aangepakt vanuit een multi-disciplinaire en multi-level (MBO, HBO en WO) aanpak. - De activiteiten vinden zoveel mogelijk plaats in zogenaamde living labs . - Het Innovatie Pact Fryslân, een samenwerkingsverband tussen het Friese hoger onderwijs, het beroepsonderwijs, het bedrijfsleven, de provincie Fryslân en de F4 gemeenten en Hoger Onderwijs Akkoord Fryslân overleg (zie figuur 2) als strategisch platform inzetten. In algemene zin de activiteiten die in dit kader uitgevoerd gaan worden zijn: 1. Het aanstellen van een kwartiermaker/ kennismakelaar die maatschappelijke vraagstukken in kaart brengt en kan koppelen aan de partners. 2. Als pilot, het inrichten van een aantal living labs op basis van een multi-disciplinaire- en multi-level aanpak. Studenten van meerdere kennisinstellingen en verschillende opleidingen zullen hieraan deelnemen om meerdere invalshoeken te krijgen om de maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Als hoogtepunt zal er een groot inspiratie-event georganiseerd worden (“Fryslân breekt uit”). 3. Het opstellen van een gezamenlijke living lab agenda, waarin gewerkt wordt aan de afstemming en uitvoering van de living labs. NHL Stenden Hogeschool zal als penvoerder optreden en met de gemeente Leeuwarden als consortiumpartners aan te merken. Daarnaast zullen de O3 partners (onderwijs/onderzoek/ondernemers) verenigd binnen het IPF een belangrijke rol krijgen voor afstemming, maar ook in de uitvoer.
Doel van dit project is om de verschillende ketenonderdelen te ondersteunen met betrekking tot het benutten van de eiwitrijke biomassa van kroos (Lemna) voor toepassingen in voedingsmiddelen. Aan eendenkroosteelt en de toepassing van de eiwitrijke biomassa in voedingsmiddelen is al het één en ander gebeurd in binnen- en buitenland, vaak op kleine schaal. De prakrijkrelevante innovatie waar nog het meest aan moet gebeuren is het bereiken van de markt van eendenkroos voor humane consumptie. Hoe kunnen B2C-bedrijven op eendenkrooseiwit gebaseerde voedingsmiddelen leveren, welke B2B is daarbij nodig, welke procestechnologische en sensorische (smaak-, kleur- en textuur-) elementen kunnen geoptimaliseerd worden? Tegelijk willen we in dit project de keten goed in beeld hebben om de teelt optimaal te laten aansluiten aan de marktvraag, de verteerbaarheid van het eiwit beter leren kennen en de business case voor elke schakel in de keten onderzoeken en optimaliseren. Hierbij worden de volgende resultaten opgeleverd die antwoord moeten geven op vragen die vanuit de deelnemende bedrijven aan de hogescholen in dit consortium zijn gesteld: Het opleveren van een duurzame teeltmethode voor de productie van food grade biomassa op industriële schaal van een bestaande vertical farm, inclusief inzicht in de business case en de milieu impact (Life cycle assessment). Een optimale bewerkingsmethode van de geproduceerde eiwitrijke biomassa door procestechnologische onderzoek, zoals drogen, extrusie en fermentatie. Inzicht in de nutritionele en functionele eigenschappen van het eiwit ingrediënt. Denk hierbij ook aan de voedselveiligheid en het belang van sensorisch onderzoek bij productontwikkeling. Samen met studenten en docent-onderzoekers zal bovenstaande kennis opgedaan worden, die relevant is voor de eiwittransitie in Nederland waarin nieuwe plantaardige eiwitten een steeds belangrijkere plek innemen. De opbrengst zal effectief gedissemineerd worden binnen het consortium via kenniscirculatie, tussen het consortium en de buitenwereld en in volle glorie naar de maatschappij, m.b.v. een breed scala aan communicatiemiddelen.
De toestroom van mensen met een gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico naar de Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI) komt op gang; inmiddels zijn bijna 40.000 mensen aangehaakt. Een kwart hiervan bevindt zich in de onderhoudsfase. Dit is de laatste fase van een tweejarige GLI, waarin HBO-geregistreerde leefstijlcoaches sturen op het behoud van gezond gedrag. Ze voeren hiertoe face-to-face gesprekken, groepsgesprekken of zetten e-coaching in. Het RAAK-project ‘inzet Technologie voor Leefstijl Coaches (iTLC) heeft laten zien dat e-coaching via het digitale platform eCoachGids een prettig hulpmiddel kan zijn tijdens het GLI-begeleidingstraject. Op dit moment mist de eCoachGids specifieke aandacht voor blijvende gedragsverandering. GLI-aanbieders geven aan tools te missen om hun cliënten juist in de onderhoudsfase passend te ondersteunen. Het project ‘Gezond Verder’ speelt in op die behoefte en beantwoordt de onderzoeksvraag: ‘Wat is de optimale inhoud en bruikbaarheid van een digitaal ondersteuningsplatform voor GLI-aanbieders om volwassenen te ondersteunen bij een blijvend gezonde leefstijl?’ Het project resulteert in een doorontwikkeling van de bestaande eCoachGids op basis van nieuwe kennis over wensen, behoeften en passende gedragsveranderingsmethoden in de onderhoudsfase van de GLI. Hiertoe wordt een cohort van GLI-deelnemers opgericht om de gezondheidsstatus ook na de GLI te kunnen monitoren. Vanuit dit cohort worden specifieke wensen en behoeften opgehaald over ondersteuning bij blijvende gedragsverandering; ook de begeleidende GLI-aanbieders worden bevraagd. Vervolgens worden de opgehaalde wensen en behoeften gekoppeld aan een passend theoretisch raamwerk om behoud van gedrag te kunnen realiseren. We inventariseren bestaande tools die aansluiten bij het geïdentificeerde raamwerk. Tenslotte zal de laatste fase van het project zich richten op de ontwikkeling en het testen van nieuwe tools die het bestaande ondersteuningsplatform kunnen verrijken, specifiek voor de laatste fase van de GLI. Gedurende het hele project is aandacht voor kenniscirculatie binnen vier deelnemende Hogescholen, twee SPRONG-initiatieven, vijf participerende praktijkpartners, drie beroepsverenigingen en eindgebruikers van de GLI.