Service of SURF
© 2025 SURF
Elk jaar krijgen ruim zeventigduizend thuiswonende jeugdigen te maken met de scheiding van hun ouders. Het Kenniscentrum Kind en Scheiding is op initiatief en onder bedrijfsvoering van Jeugdformaat in 2017 opgericht om kennis en aanbod rondom scheiding in de regio Haaglanden te bundelen. Het kenniscentrum heeft als doel om ouders en kinderen in onzekere tijden van scheiding in hun kracht te zetten. Door het geven van informatie, advies en verwijzingen naar aanvullende hulp, ondersteunen zij ouders en kinderen die met scheiding te maken krijgen en de professionals die met hen werken. Om hen nog beter te kunnen ondersteunen en het bereik te vergroten, heeft het Lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van De Haagse Hogeschool onderzoek gedaan naar de meerwaarde van het kenniscentrum zoals ouders en professionals dat beleven. Op basis van de vragenlijsten en interviews kan geconcludeerd worden dat zowel ouders als professionals een meerwaarde zien in de ondersteuning en diensten van het kenniscentrum. Door de inhoudelijke expertise die in het kenniscentrum aanwezig is, kunnen ouders en professionals op een laagdrempelige manier informatie en advies inwinnen. Daarnaast vervult het kenniscentrum een belangrijke rol in het verwijzen van gezinnen naar aanvullende hulp en ondersteuning en in het samenbrengen en opleiden van professionals die zich met scheidingsproblematiek bezighouden. Het kenniscentrum wordt ook wel omschreven als ‘wegwijzer’ voor alles wat met scheiding te maken heeft. Daarmee lijkt het doel van het bundelen van kennis en expertise behaald. De belangrijkste aanbeveling van dit onderzoek is daarom ook dat het kenniscentrum door kan gaan met wat het doet en waar het voor staat. Daarnaast zijn er drie adviezen geformuleerd om het kenniscentrum verder te verbeteren. Ten eerste zou het kenniscentrum haar bereik kunnen vergroten onder kinderen, specifieke groepen ouders (zoals zorgmijdende ouders en ouders met een andere culturele achtergrond) en het netwerk rondom gezinnen. Dit kan door het vergroten van de bekendheid van het kenniscentrum bij organisaties die gezinnen kunnen doorverwijzen en door zelf fysiek en online naar mensen toe te gaan. Ten tweede is er mogelijk ruimte om het ondersteuningsaanbod voor ouders, kinderen en professionals in de regio te verbreden, bijvoorbeeld door het organiseren van lotgenotencontact, aanbod te creëren voor ouders met GGZ-problematiek en het inzetten van meer (gerichte) voorlichting. Tenslotte kan er extra aandacht komen voor het goed informeren van ouders en kinderen over het aanbod waarnaar zij verwezen worden door het kenniscentrum. In het onderzoeksrapport kunt u nog veel meer lezen over de verhalen en ervaringen van ouders en professionals met het Kenniscentrum Kind en Scheiding. Daarnaast is er een overzichtelijke lijst met aanbevelingen die mogelijk ook voor scheidingscentra in andere regio’s relevant zijn. Het rapport kun u hier rechts downloaden.
MULTIFILE
Het in 2001 opgerichte Kenniscentrum Mechatronica bij de Fontys Hogeschool maakt de kennis over intelligente besturingen toegankelijk voor een brede doelgroep. Belangrijke doelstelling is ontwikkeling en actualisering van deze kennis binnen het onderwijs. Daarnaast ondersteunt het kenniscentrum met die kennis ondernemingen die hun processen kennen en er verbeteringen in aan willen brengen. Generieke kennis is vrij toegankelijk. specifieke kennis die de opdrachtgever inbrengt wordt niet naar buiten gebracht. Ing. Paul Verstegen, docent en onderzoeker bij Fontys en promovendus bij TU Delft laat zien wat er zo allemaal mogelijk is in en rond dit kenniscentrum,
Bedrijfsovername is een grote uitdaging voor agrarische familiebedrijven, waarbij het sociaal-emotioneel welzijn van de familie is geïdentificeerd als een belangrijk knelpunt. Vanuit het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is in 2019 het beleidsprogramma Duurzame Bedrijfsopvolging gestart om het aantal succesvolle bedrijfsoverdrachten te verhogen. Een belangrijk onderdeel hiervan is een op te richten Kenniscentrum. Dit project wil het Kenniscentrum voeden met onderzoek naar de familiale dimensie van bedrijfsopvolging. Het praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit het Lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim, Aeres Hogeschool Dronten, Van Hall Larenstein Leeuwarden, het Fries Sociaal Planbureau, het NAJK en LTO Noord. Doel van dit project is het inventariseren en evalueren van de ondersteunende advies- en kennisinfrastructuur op de familiale dimensie bij het opvolgingstraject van agrarische familiebedrijven. Dit doen we door inzichten op te halen bij zestien agrarische bedrijfsfamilies, in verschillende stadia van het opvolgingsproces. In het project vergelijken we hoe de families en de ondersteunende advies- en kennispartijen omgaan met de belangen en behoeften van verschillende familieleden (opvolgers, overdragers, partners en niet-opvolgers) tijdens het opvolgingsproces. Daarnaast wordt kwantitatief onderzoek gedaan onder studenten op de twee deelnemende agrarische hogescholen, om de behoeften en verwachtingen van potentiële opvolgers en niet-opvolgers ten aanzien van bedrijfsoverdracht in kaart te brengen. Het project moet resulteren in gevalideerde verbetervoorstellen (stappenplannen) voor zowel agrarische bedrijfsfamilies als adviseurs gericht op de verschillende stadia van bedrijfsopvolging. Ook worden spelvormen ontwikkeld om moeilijke en relationeel ingewikkelde onderwerpen beter bespreekbaar te maken in het agrarisch onderwijs. Tot slot worden de resultaten van het onderzoek geschikt gemaakt voor gebruik binnen agrarische scholen om het curriculum over de zachte kant van bedrijfsopvolging te versterken.
Beweegrichtlijnen geven aan hoeveel beweging nodig is voor een goede gezondheid van jong tot oud. Voor een gezonde leefstijl van kinderen zijn bewegen, samen spelen, samen leren en samen werken van groot belang, maar dat geldt ook voor ouderen. Picoo brengt het belang van bewegen en samenzijn bij elkaar. Dat zorgt voor een goede ontwikkeling van het kind, het welzijn van ouderen en het verstevigen van het bewegen en samenzijn in de maatschappij. Project: Actief Plezier met Picoo: Jong en Oud in Beweging! Vraag: Draagt Picoo bij aan meer beweging en verbinding tussen kinderen en ouderen door samen te bewegen? Doel: Het inzetten van Picoo leidt tot meer samen beweging, waardoor welzijn van ouderen en ontwikkeling van het kind en meer beweging wordt vergroot. Methode: Mixed method observatieonderzoek /survey/kort gesprek Kinderen tot 18 jaar en senioren 65 plus met een zorgvraag T0: kinderen en ouderen krijgen uitleg over het gebruik van Picoo Interventie: Picoo is een controller en spelcomputer ineen, ontwikkeld om kinderen (maar ook volwassen) interactief buiten te laten spelen.6 Tijdens de actieve games heeft elke deelnemer een eigen controller. De controllers staan met elkaar in verbinding. T1 Tijdens het spel wordt d.m.v. een observatielijst gekeken hoe jong en oud reageren op het samen spelen met Picoo. T2 Na het spel geven kinderen en ouderen door middel van Visual Analogue Scale (smileys) wat hun ervaringen zijn. T3 Na het spel gaan kinderen en ouderen kort met elkaar in gesprek over hun ervaringen Uitvoering: Interdisciplinaire mix van studenten Verpleegkunde, Fysiotherapie, Mens en Techniek en Social Work Eindproduct: Nieuwe testcase en input voor doorontwikkeling Picoo richting verbinding jong en oud. Kennis over mogelijkheden/ervaringen over verbinding door beweging wordt gedissemineerd naar de praktijk en onderwijs. Resultaten worden gerapporteerd en gepubliceerd op relevante sites zoals bijvoorbeeld kenniscentrum sport en bewegen, zorginstellingen en scholen.
In het Groningse aardbevingsgebied moeten de komende jaren volgens de contourenschets van de Nationaal Coördinator Groningen tussen de 35.000 en 100.000 woningen worden versterkt. Er is geen regio in Nederland waar ineens, op zo?n korte termijn en in zo?n grote omvang, de noodzaak van grootschalig aardbevingsbestendig bouwen is ontstaan. De Groningse mkb-bouwbedrijven werken samen om via bedrijfsinterne verbeteringen deze opdracht te realiseren. De praktijkvragen van de betrokken bouwbedrijven zijn: " Hoe kan ik mijn bedrijfscapaciteit optimaal managen, gezien de kansen rondom aardbevingsbestendig bouwen, maar zodanig dat de orderportefeuille en het personeelsbestand in balans zijn? " Hoe richt ik mijn bedrijfsprocessen zodanig op de verwachte groei in, dat de werkzaamheden binnen acceptabele doorlooptijden en naar tevredenheid van bewoners en opdrachtgevers duurzaam kunnen worden uitgevoerd? De kern van het consortium bestaat uit 10 mkb-bouwbedrijven, Bouwend Nederland regio Noord en de Hanzehogeschool Groningen. Het lectoraat Flexicurity is penvoerder, daarnaast is het lectoraat Arbeidsorganisatie en ?productiviteit en het lectoraat Ruimtelijke Transformaties betrokken. Vanuit het onderwijs participeren de Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek en EPI-kenniscentrum. EPI-kenniscentrum is een samenwerkingsverband van de Hanzehogeschool Groningen, Alfa College en Rijksuniversiteit Groningen ? en andere publieke en private partners. Het bundelt onderwijs en scholing op het terrein van aardbevingsbestendig bouwen voor de regio. Het doel van het consortium is om: " Kennis te ontwikkelen over capaciteitsmanagement en slim organiseren (binnen en tussen bedrijven) van het aardbevingsbestendig bouwproces, en de (arbeids)marktwerking daaromheen. " Deze kennis en inzichten te vertalen in voor het mkb bruikbare producten zoals tools, startcondities en randvoorwaarden (Handboek capaciteitsmanagement- en procesverbetering voor mkb-bouwbedrijven). " De verworven praktijkkennis om te zetten in onderwijsproducten zoals een nieuwe minor in het HG bouwonderwijs en innovatie van onderwijs en scholing via EPI-kenniscentrum. " Te komen tot een structurele en intensieve samenwerking tussen mkb-bouwbedrijven, onderwijs en praktijkgericht onderzoek aan de Hanzehogeschool Groningen (en andere onderwijsinstellingen).