Service of SURF
© 2025 SURF
A resource optimization methodology is proposed for application in long range wide area networks (LoRaWANs). Using variable neighborhood search (VNS) and a minimum-cost spanning tree algorithm, it reduces the implementation and the maintenance costs of such low power networks. Performance evaluations were conducted in LoRaWANs with LoRa repeaters to increase coverage, in scenario where the number and the location of the repeaters are determined by the VNS metaheuristic. Parameters such as spread factor ((Formula presented.)), bandwidth and transmission power were adjusted to minimize the network’s total energy per useful bit ((Formula presented.)) and the total data collection time. The importance of the (Formula presented.) in the trade-off between ((Formula presented.)) and time on-air is evaluated, considering a device scaling factor. Simulation results, obtained after model adjustments with experimental data, show that, in networks with few associated devices, there is a preference for small values of (Formula presented.) aiming at reduction of (Formula presented.). The usage of large (Formula presented.) ’s becomes relevant when reach extensions are required. The results also demonstrate that, for networks with high number of nodes, the scaling of devices over time become relevant in the fitness function, forcing an equal distribution of time slots per (Formula presented.) to avoid discrepancies in the time data collection.
Nederland moet innoveren. Technologisch, bestuurlijk, mentaal. Concurrentievermogen, echnologisch bijblijven zijn aanduidingen die in dit kader vaak worden gebruikt. Diverse commissies en organisaties, waaronder het innovatieplatform en Syntens, zijn inmiddels in het leven geroepen om het tempo van de technologische innovatie in Nederland omhoog te krijgen. Maar de vraag is of die werkelijk erop inspelen dat succesvolle toepassing en ontwikkeling van nieuwe technologieën van onderop komen (“bottom up”). Topdown beleidskaders bij zowel ICT als bestuurlijke als mentale innovatie hebben alleen een rol bij het verder opschalen van innovatieve successen, niet bij richting geven en realiseren. De bestuurlijke inrichting van Nederland moet op dit gegeven op korte termijn tegen het licht worden gehouden.
De lectoraten Maatschappelijke Veiligheid en Weerbare Democratie van hogeschool Saxion zijn medio 2022 een onderzoekslijn naar moreel gedrag op het internet gestart (met als huidige werktitel Digitaal Samenleven: Naar een samenhangende omgang met maatschappelijke spanningen). De Koninklijke Bibliotheek (KB) ziet meerwaarde in deze onderzoekslijn vanwege de rol die bibliotheken kunnen spelen bij het vaardiger en weerbaarder maken van burgers (jong en oud), zodat zij beter kunnen meedoen in en bijdragen aan de digitaliserende samenleving. Het onderzoek is daarmee onderdeel van het programma digitaal burgerschap dat de KB samen met bibliotheken en provinciale ondersteuningsinstellingen uitvoert in opdracht van Stichting Pica. Op basis van een gedeelde financiering door hogeschool Saxion en het programma digitaal burgerschap is er een verkennend onderzoek uitgevoerd om de richting van de onderzoekslijn nader te preciseren, en de bibliotheeksector en het onderwijs in algemene zin te ondersteunen bij hun positionering en inbreng rondom het thema. Centraal in de verkenning staat het online gedrag van jongeren dat publieke waarden onder druk zet. Het is verbonden met het vraagstuk hoe we online op een ethische en democratische manier met elkaar samenleven. In de verkenning wordt een globaal beeld geschetst van de thematiek, zijn aanknopingspunten voor vervolgonderzoek in kaart gebracht en adviezen voor het onderwijs en de bibliotheeksector opgesteld. Diverse publieke instellingen kunnen een betekenisvolle rol spelen bij het creëren van een online omgeving waar jongeren zich niet inlaten met fenomenen zoals desinformatie, discriminatie en intimidatie. Het is belangrijk om te komen tot een gedeelde visie op het vraagstuk en duidelijkheid te creëren over de rollen van publieke instellingen. De verkenning vormt een inhoudelijke basis die in toekomstige projecten kan worden uitgediept.
MULTIFILE
AANLEIDING In het RAAK-MKB project ‘Gelijkspanning breng(t) je verder’ heeft De Haagse Hogeschool, specifiek de opleiding Elektrotechniek, ervaren dat de opkomst van het onderwerp ‘Gelijkspanning’ (ook wel DC) in het beroepenveld sterk samenhangt met ontwikkelingen in het vakgebied van ‘Vermogenselektronica’ of ‘Power Eletronics’. Het beroepenveld vraagt steeds vaker om steeds meer kennis op dit vakgebied, in het kader van bijvoorbeeld de energietransitie, Smart Grids, Internet-of-Things etc. Om deze kennis op een goed gestructureerde wijze over te dragen aan studenten, moeten er een aantal belemmeringen worden weggewerkt. Een van deze belemmeringen is de beperkte beschikbaarheid van kennis; het vakgebied is relatief nieuw en nog sterk in ontwikkeling. Binnen De Haagse Hogeschool is door de opleiding Elektrotechniek (met kennis van de nog weg te werken belemmeringen) de bewuste keuze gemaakt om zich binnen Nederland te willen profileren met het onderwerp ‘Gelijkspanning’. Vanuit het eerdere RAAK-MKB project ‘Gelijkspanning breng(t) je verder’ werden hiertoe een eerste vak en practicum ontwikkeld: Vermogenselektronica 1. Hierin worden beginselen van DC-DC omvormers behandeld. DC-DC omvormers zorgen voor het transformeren van DC-spanningen, om energie bij hoge spanningen en dus lage verliezen te kunnen transporteren. Vanaf het huidige collegejaar (2015-2016) is ook een tweede vak op dit gebied toegevoegd aan het curriculum: Vermogenselektronica 2: hierin worden DC-AC omvormers op hoofdlijnen behandeld. Deze omvormers zorgen ervoor dat veel gebruikte types motoren aangedreven kunnen worden met gelijkspanning. Deze hoofdlijnen staan in de ogen van het beroepenveld nog (te) ver af van toepassingen waarmee zij werken. Daarbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld elektrische mobiliteit (specifieke types motoren), verlichting (DC-DC), distributietechnieken (DC-DC op hogere vermogens) of slimme netten (integratie van energietechniek, communicatietechnologie en regeltechniek / embedded systems). DOELSTELLING Het doel van het project is het opstellen van een implementatiewijze ter verdere invulling van de onderwerpen ‘Gelijkspanning’ en ‘Vermogenselektronica’ in het curriculum van de opleiding Elektrotechniek voor de teamleider van Elektrotechniek van De Haagse Hogeschool om de gewenste profilering te kunnen realiseren. ACTIVITEITEN Vanuit de curriculum commissie van de opleiding Elektrotechniek wordt opdracht gegeven aan een apart team om het implementatievoorstel voor te bereiden. Hierin werken twee docent/onderzoekers samen met de teamleider en enkele extern specialisten. In vijf opeenvolgende stappen wordt op een top-down manier gewerkt aan 1. Formuleren competenties voor DC 2. Hoofdstromen curriculum inrichten 3. Uitwerken vakinhoudelijke gebieden Elektrotechniek (‘leeg vel papier’) 4. Koppelen opzet aan bezetting en kennis in het team en bij partners 5. Voorbereiden besluitvorming RESULTAAT Op deze wijze wordt een heldere visie ontwikkeld op het benodigde onderwijs om het onderwerp gelijkspanning gestructureerd aan te kunnen bieden. Daarbij gaat het om vakinhoudelijke kennis in vakken, met bijbehorende practica en projecten. Om deze kennis goed aan te bieden wordt nadrukkelijk ook de samenwerking met andere kennisinstellingen (zoals Zuyd Hogeschool en de TU-Delft) gezocht.
Dit project heeft tot doel in kaart te brengen hoe virtuele en fysieke sociale interacties in de vrije tijd zich tot elkaar verhouden. Wat is de impact van virtualisering van de vrijetijd op lokale praktijken? Vrijetijdspraktijken worden traditioneel gezien als gelegenheden bij uitstek om op een laagdrempelige manier in contact te komen met anderen en worden aangewend om sociale cohesie te bewerkstelligen (bijvoorbeeld via urban gardens). Het internet heeft echter voor nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding en daarmee gepaard gaande sociale interactie gezorgd. Het is mogelijk om -bijvoorbeeld in het kader van een hobby zoals gamen- contact te leggen met gelijkgestemden aan de andere kant van de wereld. Dit roept de vraag op naar de invloed van digitale media en individualisering van de vrije tijd op de omvang en aard van sociale netwerken die aan de basis staan van sociale cohesie en sociaal kapitaal. Mogelijk versterken virtuele praktijken lokale sociale netwerken. Aan de andere kant kunnen mensen met een beperkte toegang tot de virtuele wereld buitengesloten raken. Onderzoek is nodig om te begrijpen hoe virtuele en fysieke sociale contacten op elkaar inwerken. In afstemming met bewoners en lokale organisaties beoogt dit project vervolgens een antwoord te geven op de vraag hoe de interactie tussen virtuele en fysieke praktijken succesvol kan bijdragen aan de kwaliteit van de sociale leefomgeving. Het onderzoek zal een mixed methods benadering toepassen om inzicht te verkrijgen in de (micro)dynamiek van de interactie tussen virtuele en fysieke vrijetijdspraktijken Vervolgens zullen de resultaten van het onderzoek benut worden om met bewoners en lokale organisaties een instrument te ontwikkelen om zowel fysieke als virtuele sociale verbindingen in de buurt in kaart te brengen en te versterken. Het project maakt deel uit van het onderzoeksprogramma Placemaking and Events van Breda University of Applied Sciences.
Kunnen we de ruimtelijke plannen van de Noordzee en de effecten daarvan inzichtelijker maken door data met elkaar te combineren en gebruik te maken van geavanceerde verwerkingstechnieken? Dat is de vraag die centraal staat in de use case Digitwin Noordzee.Hoewel niet erg zichtbaar voor de mensen op het land, is het extreem druk op de Noordzee. Er moeten windmolenparken komen, er liggen zeer drukke scheepvaartroutes, de visserijsector wil kunnen vissen, internetkabels, stroom olie en gasleidingen hebben ruimte nodig en er is ook natuur die we in stand moeten houden of herstellen. Voor beleidmakers en gebruikers een schier onoplosbare puzzel om plannen te maken waarbij andere belangen noodzakelijkerwijs ook hinder ondervinden. De Digitwin Noordzee wil de ruimtelijke plannen voor de Noordzee en de effecten daarvan op de omgeving inzichtelijker te maken en op die manier de besluitvorming rondom de Noordzee vergemakkelijken.Hoe kan de ruimte op de Noordzee het beste worden verdeeld? De partners Rijkswaterstaat, Deltares, Maris, Wageningen Marine Research, Universiteit van Breda, Vrije Universiteit Amsterdam en informatiehuis Marien herkennen dit probleem en bieden hun expertise aan om te helpen. In het Wallagetraject en het Noordzeeakkoord wordt nagedacht over hoe de ruimte op de Noordzee het beste kan worden verdeeld. Dit is uiteraard een politiek traject, maar er zitten ook veel technische, financiële- en milieutechnische voor- en nadelen aan al de mogelijke keuzes, waarbij Digitwin Noordzee kan helpen.Er is de laatste jaren al ervaring opgedaan met computermodellen en digitale tweelingen om beleidsmakers en publiek te helpen om beslissingen te nemen en te zien wat de gevolgen zijn van die beslissingen. Die systemen hebben ook hun beperkingen, we weten immers niet of een complex systeem als de Noordzee zich echt zo gaat gedragen als het model aangeeft. Om die onzekerheid aan te geven zien we daarom ook vaak de term “serious gaming” voorbij komen.Digitale replica van de NoordzeeMet de Digitwin Noordzee willen we een stap vooruit zetten en een state of the art ondersteunende tool voor beleidsmakers, stakeholders, wetenschappers en burgers maken. Het is een digitale replica van de Noordzee, die gebruik maakt van alle kennis die er op dit moment is, maar is ook flexibel en laat de verantwoordelijkheid bij de beleidsmaker en de stakeholders. Er zullen diverse rekenmodellen in de tool zitten die in of uitgeschakeld kunnen worden afhankelijk van de wensen van de gebruikers. Vervolgens zal de digitwin gebruikt worden om het gesprek te faciliteren.Omdat veel natuur zich onder water bevindt en het voor mensen moeilijk is om zich voor te stellen hoe bijvoorbeeld een dolfijn of vogel zich voelt in de drukte in de Noordzee gaan we ook een virtual reality module maken. Het idee is om op die manier een nog betere indruk te krijgen van de situatie.