Service of SURF
© 2025 SURF
Internationale studenten zijn van belang voor hogeronderwijsinstellingen, internationale klaslokalen en de Nederlandse economie. Maar internationale studenten worden vaak geconfronteerd met diverse praktische moeilijkheden en het wennen aan een nieuwe omgeving. Ook blijkt uit de jaarlijkse Studentenwelzijnsmonitor van Inholland dat internationale studenten gemiddeld een lager gevoel van sense of belonging hebben dan Nederlandse studenten. Voor studenten is sense of belonging belangrijk omdat het positief verband houdt met studiesucces, studievoortgang en negatief verband houdt met studieuitval. Sense of belonging gaat over het diepgaande emotionele gevoel van verbondenheid, thuis voelen en jezelf kunnen zijn. Dit zijn universele basisbehoeften van de mens die bij vervulling een positief effect hebben op iemands mentale en fysieke welzijn. Uit intern onderzoek blijkt dat de sense of belonging onder de internationale studenten laag is en correleert met het welzijn en de betrokkenheid van de studenten. International Office van Inholland heeft behoefte aan meer informatie over waarom de sense of belonging van de internationale studenten laag is en wat zij eraan kunnen doen om dit te verbeteren. In deze studie is gekeken naar de behoeften, ervaringen en opbrengsten die hebben bijgedragen aan de sense of belonging van internationale studenten en wat Inholland hierin kan betekenen. Er zijn 21 kwalitatieve interviews gehouden met internationale studenten van verschillende opleidingen en Inholland-locaties. Er is gebruik gemaakt van een semigestructureerde interviewguide.
Den Haag en Genève zijn beide gastheer van vele Internationale Organisaties (IO’s) en non-gouvernementele organisaties (ngo’s). West-Europese, middelgrote steden kampen met toegenomen concurrentie op het gebied van het gastheerschap van organisaties als gevolg van de globalisering. Het doel van dit artikel is om Den Haag en Genève te vergelijken op het gebied van hun beleid ten aanzien van IO’s en ngo’s. Dit artikel behandelt de volgende onderzoeksvraag: Hoe is het beleid van Den Haag en Genève op het gebied van aantrekken en behouden van IO’s en ngo’s veranderd en op welke wijze kan de concurrentiepositie van beide steden worden verbeterd? De uitkomsten: Genève richt zich meer op het behouden terwijl Den Haag daarnaast ook focust op het aantrekken van organisaties. Genève is een omnivoor terwijl Den Haag zich vooral richt op thema’s als Vrede en Recht. Verbeterpunten zijn: internationale bereikbaarheid en medische voorzieningen (Den Haag), de woningmarkt en het parkeerprobleem (Genève), kinderopvang en het scheppen van discussiecentra (beide).
Verpleegkundig specialisten (VS’en) zijn hbo-master-opgeleide professionals die acteren op het hoogste beheersingsniveau binnen de verpleegkunde (NLQF 7). Zij hebben in Nederland hun intrede gedaan sinds de eeuwwisseling. Binnen de ggz is de inzet van de VS als regiebehandelaar echter pas sinds januari 2017 bekrachtigd in het Model Kwaliteitsinstituut. Elke ggz-instelling is verplicht om een Kwaliteitsstatuut te heb-ben, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe de kwaliteit en doelmatigheid van de zorgverlening vorm krijgt. De VS als regiebehandelaar wordt in het Model Kwaliteitsstatuut aanbevolen voor cliënten waarbij de pri-maire focus van de behandeling gericht is op de gevolgen van de psychiatrische stoornis. VS’en-ggz vragen zich af hoe zij invulling kunnen geven aan de rol van regiebehandelaar. Het resultaat van dit RAAK-project moet een handreiking worden voor VS’en-ggz om hen te ondersteunen bij het invullen van de rol als regie-behandelaar binnen het multidisciplinaire team. We richten ons in dit project op de basis- en specialistische ggz die geboden wordt vanuit de ggz-instellingen. Om te komen tot een handreiking kiezen we voor data-triangulatie door drie verschillende methoden in te zetten, namelijk 1. nationale survey, 2. multiple casestu-die met mixed methods en 3. ontwerpgericht design om een handreiking te ontwikkelen. Tijdens het onder-zoeksproject en bij de verspreiding van kennis werken we samen met: cliëntraden, cliënten/naasten, VS’en-ggz, psychiaters en psychologen uit zeven ggz-instellingen; lectoren en docenten uit zes instellingen voor Hoger Beroeps Onderwijs; beroepsverenigingen voor VS’en, psychiaters en psychologen; hoogleraar verple-gingswetenschap en brancheorganisatie GGZ Nederland. Op deze wijze borgen we dat het onderzoek en de handreiking daadwerkelijk leiden tot breed gedragen handvatten voor de dagelijkse praktijk die bijdragen aan de invulling van de rol van regiebehandelaar door de VS, wat resulteert in kwaliteitswinst voor cliënten die in behandeling zijn bij een ggz-instelling.
Veel Europese burgers ontberen de cijfervaardigheden om volledig en zelfstandig deel te nemen aan onze samenleving, die doordrongen is van technologie, statistiek en cijfers. Zij worden over het hoofd gezien voor bepaalde banen en vanwege de overvloed aan nummergerelateerde zaken, lopen ze in hun dagelijkse leven aan tegen allerlei problemen. Daarom is het essentieel dat er effectieve educatieve programma's worden ontwikkeld die aansluiten bij het dagelijks leven van volwassenen.Doel Het doel van dit project is om de gecijferdheid van burgers te vergroten door meer en betere gecijferdheidscursussen (of andere relevante educatieve programma's) voor volwassenen te ontwikkelen. Daarnaast zal het onderwerp onder de aandacht worden gebracht van onderwijzers, beleidsmakers en het brede publiek, zodat zij zich bewuster worden van de problemen rondom gecijferdheid. Dit project is een vervolg op een eerder groot Erasmus+ onderzoeksprogramma: "Europees referentiekader gecijferdheid". Resultaten Tijdens dit project worden in ieder geval de volgende vier kennisproducten ontwikkeld: Informatie- en bewustwordingsmaterialen Onderwijs- en leermaterialen - voorbeelden Op lokaal niveau: Materialen voor de ontwikkeling van professionals - voorbeelden Whitepapers over wat werkt in gecijferdheidsonderwijs Door deze informatiematerialen, whitepapers en leermaterialen beschikbaar te maken, zal het gecijferdheidsonderwijs voor volwassenen in Europa verbeterd worden en op die manier bijdragen aan het beleid dat de laaggecijferdheidsniveaus in Europese landen wil verhogen. Looptijd 01 januari 2022 - 31 december 2024 Aanpak We gebruiken een aanpak op meerdere niveaus voor het benaderen van leraren en vrijwilligers die betrokken zijn bij het geven van gecijferdheidscursussen, de opleiders die cursussen geven aan die leraren en vrijwilligers, en beleidsmakers en andere belanghebbenden die verantwoordelijk zijn voor het creëren van kansen voor zulke cursussen. Dit project is gebaseerd op de overtuiging dat succesvolle educatieve gecijferdheidsactiviteiten voor volwassenen niet te vinden zijn in schoolboeken voor kinderen of in abstracte spreadsheets, maar direct gerelateerd zijn aan de werkelijkheid, behoeften en uitdagingen van volwassenen. Ons onderwijs moet verbonden zijn met de realiteit van de lerenden, een holistische benadering volgen (lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden), en moet daarom ook leerlinggericht zijn. We zullen volwassenen moeten begeleiden in hun gecijferde omgeving door authentiek materiaal vanuit real-life-situaties te gebruiken, te werken aan bewustwording van succesvol gedrag, (cijfervaardigheids)thema's als gezondheid of financiën te bespreken en ook door een kritisch en verstandig gebruik van tools te ondersteunen. Impact Zowel de cursussen en programma's zelf die in dit project worden ontwikkeld als de internationale inzichten over hoe ze het beste kunnen worden ontwikkeld, kunnen het dagelijks leven van Europese burgers verbeteren en actief burgerschap, gezinsleven, sociaal leven en kansen op werk bevorderen. Ze kunnen ook de zorgen over de toekomstige economische ontwikkeling van Europese landen en hun snelle digitalisering en technologisering verminderen.
Bedrijven worden geconfronteerd met ontwikkelingen in de mondiale economie die sneller, complexer en onzekerder zijn dan vroeger en een grote impact hebben. Veel ontwikkelingen worden gedreven door Smart Industry: de verregaande digitalisering en verweving van apparaten, productiemiddelen en organisaties. Smart Industry biedt bedrijven in de maakindustrie kansen om producten, processen en business modellen drastisch te vernieuwen en daarmee hun concurrentiepositie te versterken. Middelgrote bedrijven missen echter tijd, capaciteit en kennis om meer radicale innovaties te onderzoeken en in actie om te zetten. Een groep van zes vooraanstaande bedrijven in (b2b-)maakindustrie in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag wil daarom gebruik maken van de kennis en faciliteiten die bij Hogeschool Rotterdam en Hogeschool InHolland beschikbaar zijn. In dit RAAK-project gaan de ondernemers samen met onderzoekers, docenten en studenten onderzoeken hoe de ondernemers hun innovatievermogen kunnen verbeteren om radicale innovatie-ideeën in het kader van Smart Industry te identificeren, te ontwikkelen en te vermarkten. Beide hogescholen zetten hiertoe een breed pallet van innovatiemodellen en -technieken in waarmee de studenten en vakdocenten de mkb-deelnemers zullen uitdagen en ondersteunen. Het project levert nieuwe kennis en inzichten op over het gebruik van deze modellen en technieken in het kader van Smart Industry. Deze kennis zal worden benut om de ‘innovatie- en ondernemerschapskit’ bij de hogescholen te versterken en het onderwijs te verbeteren.