Service of SURF
© 2025 SURF
Mechanisms that drive the intergenerational transmission of poverty have been studied widely, but to understand how these mechanisms are at work in real life we require studies on perspectives of families who themselves are living in poverty. In this study, we combine the perspectives of multiple generations of family households in a rural area in the Netherlands. We want to understand from their own perspective what prevents these families from escaping poverty. Twenty-three family households participated in intergenerational interviews. Results show that recurrent mechanisms were often perceived to relate to rearing practices, norm-setting and geographical mechanisms (immobility and perceived place-based stigma). Family habitus structures the mechanisms that prolong and perpetuate poverty.
LINK
Intergenerationele armoede en kansenongelijkheid zijn hardnekkige en groeiende problemen, ook in de Veenkoloniën. Huidig beleid slaagt er niet in om de situatie voor mensen in armoede te verbeteren en behaalt haar doelstellingen tot nu toe dus nog niet. Dit essay presenteert de hoofdconclusies en aanbevelingen van het meerjarig onderzoek naar het effectief terugdringen van intergenerationele armoede in de Veenkoloniën, uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen, als onderdeel van het project 'Alliantie van Kracht’ en in opdracht van de provincies Drenthe en Groningen. De belangrijkste conclusie is dat het doorbreken van intergenerationele armoede een benadering vereist die gericht is op families. Iedere familie is anders en heeft te maken met haar eigen manieren van armoede-overdracht. Daarnaast bevelen wij aan om zes randvoorwaarden te creëren die het individu of het gezin in armoede centraal zetten. Dit schept een raamwerk om intergenerationele armoede, in al haar diversiteit, succesvol aan te pakken.
ENGLISH: A vast and growing body of research has shown that crime tends to run in families. However, previous studies focused only on traditional crimes and research on familial risk factors for cyber offending is very scarce. To address this gap in the literature, the present study examines the criminal behavior of the family members of a sample of cyber offenders prosecuted in the Netherlands. The sample consists of 979 cyber offenders prosecuted for computer trespassing between 2001 and 2018, and two matched groups of 979 traditional offenders and 979 non-offenders. Judicial information and kinship data from Dutch Statistics were used to measure criminal behavior among family members. Both traditional offenders and cyber offenders were found to be more likely to have criminal fathers, mothers, and siblings than non-offenders. Additional analyses, however, showed different patterns between cyber offenders who were only prosecuted for cyber offenses and those who also committed traditional crimes. While the former group of cyber offenders were similar to non-offenders in terms of family offending, the latter group of cyber offenders were more similar to traditional offenders. Overall, these results suggest that the traditional mechanisms of intergenerational transmission of crime can only partially explain cybercrime involvement. NEDERLANDS: Uit een groot en groeiend aantal onderzoeken blijkt dat criminaliteit vaak in families voorkomt. Eerdere studies richtten zich echter alleen op traditionele misdrijven en onderzoek naar familiaire risicofactoren voor cybercriminaliteit is zeer schaars. Om deze leemte in de literatuur op te vullen, onderzoekt deze studie het criminele gedrag van familieleden van een steekproef van cyberdelinquenten die in Nederland worden vervolgd. De steekproef bestaat uit 979 cyberdelinquenten die tussen 2001 en 2018 zijn vervolgd voor computervredebreuk, en twee gematchte groepen van 979 traditionele delinquenten en 979 niet-delinquenten. Justitiële informatie en verwantschapsgegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek werden gebruikt om crimineel gedrag onder familieleden te meten. Zowel traditionele daders als cybercriminelen bleken vaker criminele vaders, moeders en broers en zussen te hebben dan niet-daders. Aanvullende analyses lieten echter verschillende patronen zien tussen cyberdelinquenten die alleen werden vervolgd voor cyberdelicten en degenen die ook traditionele delicten pleegden. Terwijl de eerste groep cyberdelinquenten vergelijkbaar was met niet-delinquenten wat betreft gezinsdelinquentie, leek de tweede groep cyberdelinquenten meer op traditionele delinquenten. In het algemeen suggereren deze resultaten dat de traditionele mechanismen van intergenerationele overdracht van criminaliteit de betrokkenheid bij cybercriminaliteit slechts gedeeltelijk kunnen verklaren.