Service of SURF
© 2025 SURF
Over the past decade, journalists have created in-depth interactive narratives to provide an alternative to the relentless 24-hour news cycle. Combining different media forms, such as text, audio, video, and data visualisation with the interactive possibilities of digital media, these narratives involve users in the narrative in new ways. In journalism studies, the convergence of different media forms in this manner has gained significant attention. However, interactivity as part of this form has been left underappreciated. In this study, we scrutinise how navigational structure, expressed as navigational cues, shapes user agency in their individual explorations of the narrative. By approaching interactive narratives as story spaces with unique interactive architectures, in this article, we reconstruct the architecture of five Dutch interactive narratives using the walkthrough method. We find that the extensiveness of the interactive architectures can be described on a continuum between closed and open navigational structures that predetermine and thus shape users’ trajectories in diverse ways.
This white paper was written by the members of the Work Group focusing on design practices of the COST Action 18230 - Interactive Narrative Design for Complexity Representation (INDCOR, WG1). It presents an overview of Interactive Digital Narratives (IDNs) design for complexity representations through IDN workflows and methodologies, IDN authoring tools and applications. It provides definitions of the central elements of the IDN alongside its best practices, designs and methods. Finally, it describes complexity as a feature of IDN, with related examples. In summary, this white paper serves as an orienting map for the field of IDN design, understanding where we are in the contemporary panorama while charting the grounds of their promising futures.
MULTIFILE
Met bijdragen van Matthijs Rotte, Niniane Veldhoen, Kevin Oudshoorn, Tom Jansen, Wiel van Horck, Bram Koopman, Joshua Hazelaar. Bevat samenvattingen van de eerste afstudeeropdrachten (2009) van het lectoraat Crossmedia.
Dit project is een ontwikkelgericht onderzoek naar de mogelijkheden van de inzet van revalidatie- of zorgrobot ISHA. ISHA staat voor Interactive Smart Health Assistent. Door de vergrijzing is er een toename van het aantal patiënten die, als gevolg van een beroerte (CVA), herstellende zijn van een eenzijdige verlamming (hemiplegie). Goed oefenen, met name oog- en handcoördinatie, kan het herstel bevorderen en een veilige overgang naar huis bespoedigen. De verwachting is dat het revalidatieproces met een sociale robot ondersteund, verbeterd en versneld kan worden. In dit onderzoek willen we, lectoraat Robotica, in een samenwerking van techniek- en zorgstudenten en praktijkpartners, een zorgrobot ontwikkelen die de geriatrische patiënt motiveert en stimuleert tot een betere uitvoering van de revalidatie-oefeningen. De robot kan, in samenwerking met de fysiotherapeut, maar ook wanneer de fysiotherapeut niet beschikbaar is, de patiënt bij een groot deel van deze dagelijkse oefeningen ondersteunen. Voordat we de zorgrobot gaan inzetten in een grootschalige effectiviteitsstudie, moet er eerst een prototype ontwikkeld worden die rekening houdt met de kwetsbare doelgroep en tegelijkertijd vertrouwd wordt door de behandelende zorgprofessionals. De centrale onderzoeksvraag luidt: Op welke manier kan zorgrobot ISHA bijdragen aan meer therapietrouw in zelfstandig oefenen, het verhogen van de beweeg- en oefenfrequentie en een meer correcte uitvoering van de fysiotherapeutische oefeningen bij CVA patiënten met hemiplegie? In dit project wordt vooralsnog de focus gelegd op samen realiseren van een verantwoord prototype van zorgrobot ISHA, samen met een verkennend onderzoek naar de bevorderende en belemmerende factoren t.a.v. zorgrobotica vanuit het perspectief van fysiotherapeuten, alvorens grootschaliger onderzoek in te zetten. Primaire doelen zijn het verduurzamen van fysiotherapeutische zorg voor de nabije toekomst, het vergroten van de autonomie van de patiënten en de mogelijkheid eerder naar huis te kunnen gaan, om op die manier, als maatschappij, minder aanspraak op schaarse zorgmiddelen te hoeven maken.
UNStudio, een in Amsterdam gevestigd, internationaal toonaangevend architectenbureau, wil hun Green Mile-plan1 voor het centrum van Amsterdam uitwerken om een 'post-pandemisch groen stedenbouwkundig ontwerp' voor de stad te onderzoeken - kunnen groene gebieden worden (her) ontworpen om ruimte aan voetgangers te geven, terwijl voorkomen wordt dat mensen zich niet op dezelfde plek ophopen? De Corona-pandemie benadrukte ook de noodzaak om vaart te zetten achter duurzaamheidsdoelstellingen, waaronder de ambitie om groenere stedelijke omgevingen te creëren. In dit voorstel wordt stadsmeubilair voor de Green Mile ontworpen en gerealiseerd met hergebruikte materialen, en met post-pandemische stedenbouwkundige en bouwkundige principes. GPGroot en Schijf, leveranciers van rest- en gebruikte bouwmaterialen2, willen hun kennis over circulaire materiaalverwerking en -levering in de stedelijke context graag verder ontwikkelen. Het initiatief van UNStudio biedt een unieke kans om deze kennis te ontwikkelen, in samenwerking met de HvA en het onderzoek in de Robot Studio, dat zich tot nu toe met name richt op circulair gebruik van hout voor binnen-toepassingen. Het project volgt een iteratief ontwerpproces van parametrisch ontwerp en digitale productie. Bij het ontwerp wordt rekening gehouden met functionele eisen en beschikbare materialen, evenals met de specifieke kenmerken van de stedelijke context waar het prototype zou kunnen worden geplaatst. De productie van het prototype zal worden uitgevoerd met 6-assige robots in de HvA Robot Studio. De resultaten zijn ontwerpen en een prototype, maar ook kennis over het verbinden van parametrisch ontwerp en robotproductie met buitentoepassingen, met bijzondere aandacht voor rest- en gebruikte materialen. Innovatieve aspecten zijn de overstap naar structureel belaste buitentoepassingen en het gebruik van een breder scala aan materialen dan alleen hout. Hiermee kan het project bijdragen aan de ontwikkeling van “smart industry” en de circulaire economie, beide relevant voor de maatschappelijke uitdagingen zoals vastgelegd in de nationale Kennis- en Innovatie-Agenda’s voor wetenschap en technologie.
Er staat grote druk op het zorgsysteem in Nederland waarbij de toegankelijkheid voor zorg ernstig in het gedrang komt en er een grote urgentie is om na te denken over andere vormen van zorg. Uit wetenschappelijke literatuur is bekend dat technologie kan zorgen voor het vergroten van het zelfmanagement van patiënten en minder zorgconsumptie. Dit project richt zicht op patiënten die recent een stoma hebben gekregen. In het Catharina Ziekenhuis is veel onderzoek gedaan naar de behoefte met betrekking tot zelfmanagement van stomadragers en op basis daarvan is er een prototype van een app ontwikkeld, de StoManager. In een kleine pilot bleek het effect van het gebruik van de StoManager veelbelovend: patiënten gebruikten minder zorg, zijn meer tevreden en voelen zich meer bekwaam in het zelfmanagement t.a.v. de stomazorg. Een aandachtspunt is dat de patiënten aanbevelingen gaven over de doorontwikkeling en het verder personaliseren van de app. Deze aanvraag heeft als doel de StoManager verder door te ontwikkelen en de effecten te meten na implementatie van de app. De onderzoeksvragen zijn gericht op doorontwikkeling van de app, het ontwikkelen van een implementatiestrategie en het meten van de effecten na implementatie. De onderzoeksvragen worden uitgevoerd door studenten Verpleegkunde en Technische Bedrijfskunde, die verbonden zijn aan de Professionele werkplaats. De onderzoeksmethoden zijn kwalitatieve en kwantitatieve methoden. In het kwalitatieve deel zullen alle stakeholders betrokken worden om de app en de implementatiestrategie (door) te ontwikkelen. Bij de effectmeting worden de volgende uitkomstmaten gemeten: patiënten ervaringen, kwaliteit van leven, complicaties, mate van zelfmanagement en zorggebruik. Daarnaast wordt een werklastmeting bij de professionals uitgevoerd. Het project wordt uitgevoerd door het consortium bestaande uit Fontys Hogeschool, Catharina Ziekenhuis en Interactive Studios.