Service of SURF
© 2025 SURF
Incentives are frequently used by governments and employers to encourage cooperation. Here, we investigated the effect of centralized incentives on cooperation, firstly in a behavioral study and then replicated in a subsequent neuroimaging (fMRI) study. In both studies, participants completed a novel version of the Public Goods Game, including experimental conditions in which the administration of centralized incentives was probabilistic and incentives were either of a financial or social nature. Behavioral results showed that the prospect of potentially receiving financial and social incentives significantly increased cooperation, with financial incentives yielding the strongest effect. Neuroimaging results showed that activation in the bilateral lateral orbitofrontal cortex and precuneus increased when participants were informed that incentives would be absent versus when they were present. Furthermore, activation in the medial orbitofrontal cortex increased when participants would potentially receive a social versus a financial incentive. These results speak to the efficacy of different types of centralized incentives in increasing cooperative behavior, and they show that incentives directly impact the neural mechanisms underlying cooperation.
This empirical study investigated the relationship between the learning climate and training participation in Dutch organizations and how subsidies and the sharing of investments in time and costs between employers and employees affect this relationship. Our analyses are based on a survey of a representative sample of 512 organizations with at least five employees in a Dutch region. Respondents replied to five statements to measure the learning climate, while training was measured through participation and intensity. We found that an organization’s learning climate is positively related to participation and intensity of training in terms of hours. However, we observe that the effect of learning climate on the number of hours of training decreases when the employer pays the costs for the training and when the training takes place during working hours. When organizations can use government subsidies, participation in training increases, and the number of hours per participant increases.
Electrification of mobility exceeds personal transport to increasingly focus on particular segments such as city logistics and taxis. These commercial mobility segments have different motives to purchase a full electric vehicle and require a particular approach to incentivize and facilitate the transition towards electric mobility. A case where a municipality was successful in stimulating the transition to electric mobility is the taxi sector in the city of Amsterdam. Using results from a survey study (n = 300), this paper analyses the differences in characteristics between taxi drivers that either have or do not have interest in purchasing a full electric taxi vehicle. Results show a low intention across the sample to adopt a full electric vehicle and no statistically significant differences in demographics between the two groups. Differences were found between the level of acceptability of the covenant, the rated attractiveness of the incentives, the ratings of full electric vehicle attributes and the consultation of objective and social information sources. These results can be used by policy makers to develop new incentives that target specific topics currently influencing the interest in a full electric taxi vehicle.
Een vraagarticulatieproces met projectmanagers en -leiders uit private en Triple-Helix organisaties laat zien dat zij behoefte hebben aan tools voor: 1. Het bepalen van de juiste incentives om stakeholders actief te betrekken in multi-sector collaboratieve innovatieprojecten (verder verwezen als innovatieprojecten), en 2. Het concreet, transparant en op één lijn te krijgen van de belangen van de partners. Vandaar dat dit project betreft het doorontwikkelen van het Degrees of Engagement diagram (DoE-diagram), een tool voor het managen van stakeholder engagement in innovatieprojecten voor het behalen van de maatschappelijke opgaven. Hiermee sluit het project aan bij de programmalijn ‘rollen, belangen en coördinatie’ van de Kennis en Innovatieagenda van de missie Maatschappelijke Verdienvermogen- thema’s Klimaat & Energie en Circulaire economie. Het consortium bestaat uit de Hogeschool van Amsterdam (HvA), KplusV en Amsterdam Smart City (ASC). De HvA ontwikkelde het DoE-diagram. Voor het identificeren van stakeholders bevat het DoE-diagram attributen op project- en organisatieniveau. In dit project wordt het DoE doorontwikkeld door onderzoek te doen naar: 1. De attributen op individuniveau en potentiele nieuwe attributen op project- en organisatieniveau, 2. De mate waarin deze attributen invloed hebben op het bepalen van de passende incentives, de concretisering van de partnerbelangen en al dan niet succesvolle verloop van innovatieprojecten, 3. Een verkenning van een digitale versie van het DoE voor het managen van in- en uitstappen van partners. Hiermee beoogt het project twee doelen: 1. Inzicht verkrijgen in stakeholderconfiguraties voor het ondersteunen van beslissingen met betrekking tot stakeholder-engagement, 2. Bouwen van een consortium van partijen die vervolg aan het project gaan geven door longitudinaal onderzoek te doen naar de inzet van de uitbreiding van het DoE-diagram en het maken van een werkend prototype en testen van de digitale versie ervan.
Het project DALLAS onderzoekt de meerwaarde van intelligente dolly's in de behandeling van container transport, binnen een terminal omgeving. Een dolly is een voertuig dat gebruikt wordt voor koppeling van vrachtwagen en oplegger. Vaak zijn die dolly's conventioneel en dienen ze alleen voor de verbinding. Een intelligente dolly kan zelf aandrijven (per wiel), remmen, en sturen, Daarmee biedt het potentieel voordelen t.a.v. doorlooptijd, kosten, veiligheid, service en duurzaamheid. Het gaat om een eerste fase (voorstudie) als voorbereiding op een vervolgproject waarin een prototype wordt voorzien ter validatie van de praktische haalbaarheid. Het voorstel tot een vervolgproject is resultaat van dit RAAK-KIEM project. Deze fase resulteert in het voorstel tot een vervolgproject DALLAS ll. De analyse zal gericht zijn op verkenning t.a.v. haalbare kostenbesparing, tijdswinst, capaciteitsbenutting en logistieke stroom, flexibiliteit, serviceniveau, naast maatschappelijke incentives als hogere veiligheid en lagere emissies. Gebruik van dolly's voor voertuigcombinaties leidt tot eisen aan de besturing en eigen aandrijving (per wiel, naast intelligente remaansturing) om te komen tot acceptabele (wettelijk bepaalde) manoeuvreerbaarheid en stabiliteit. De performance dient dus beheersbaar te worden beïnvloed. Deze aspecten worden ook in de studie meegenomen. DALLAS benadert de haalbaarheid vanuit een logistieke context en vanuit het technische ontwerp, met steeds aandacht voor performance eisen (KPl's, technische ontwikkelingen, representatieve logistieke gebruikscondities), het ontwerp (dolly, logistieke proces), validatie (vooral in interactie met de markt), en de bijdrage aan het beoogde demonstrator projectvoorstel (DALLAS-Il). Binnen DALLAS zal gebruik worden gemaakt van een testomgeving op schaal, eerder ontwikkeld door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in nauwe samenwerking met de TU/e, Juist die koppeling van techniek met de logistieke context wordt door het bedrijfsleven gewaardeerd, omdat dat vaak ontbreekt.
A fast growing percentage (currently 75% ) of the EU population lives in urban areas, using 70% of available energy resources. In the global competition for talent, growth and investments, quality of city life and the attractiveness of cities as environments for learning, innovation, doing business and job creation, are now the key parameters for success. Therefore cities need to provide solutions to significantly increase their overall energy and resource efficiency through actions addressing the building stock, energy systems, mobility, and air quality.The European Energy Union of 2015 aims to ensure secure, affordable and climate-friendly energy for EU citizens and businesses among others, by bringing new technologies and renewed infrastructure to cut household bills, create jobs and boost growth, for achieving a sustainable, low carbon and environmentally friendly economy, putting Europe at the forefront of renewable energy production and winning the fight against global warming.However, the retail market is not functioning properly. Many household consumers have too little choices of energy suppliers and too little control over their energy costs. An unacceptably high percentage of European households cannot afford to pay their energy bills. Energy infrastructure is ageing and is not adjusted to the increased production from renewables. As a consequence there is still a need to attract investments, with the current market design and national policies not setting the right incentives and providing insufficient predictability for potential investors. With an increasing share of renewable energy sources in the coming decades, the generation of electricity/energy will change drastically from present-day centralized production by gigawatt fossil-fueled plants towards decentralized generation, in cities mostly by local household and district level RES (e.g PV, wind turbines) systems operating in the level of micro-grids. With the intermittent nature of renewable energy, grid stress is a challenge. Therefore there is a need for more flexibility in the energy system. Technology can be of great help in linking resource efficiency and flexibility in energy supply and demand with innovative, inclusive and more efficient services for citizens and businesses. To realize the European targets for further growth of renewable energy in the energy market, and to exploit both on a European and global level the expected technological opportunities in a sustainable manner, city planners, administrators, universities, entrepreneurs, citizens, and all other relevant stakeholders, need to work together and be the key moving wheel of future EU cities development.Our SolutionIn the light of such a transiting environment, the need for strategies that help cities to smartly integrate technological solutions becomes more and more apparent. Given this condition and the fact that cities can act as large-scale demonstrators of integrated solutions, and want to contribute to the socially inclusive energy and mobility transition, IRIS offers an excellent opportunity to demonstrate and replicate the cities’ great potential. For more information see the HKU Smart Citieswebsite or check out the EU-website.