Service of SURF
© 2025 SURF
Onderzoeken laten zien dat hechtingsstijlen veranderbaar zijn als gevolg van psychologische behandeling. Doel was om na te gaan of hechting ook binnen een psychologische behandeling van verslaving kan veranderen. Daartoe is bij 49 cliënten in de ambulante verslavingszorg gekeken of de therapeutische relatie invloed had op de hechting van een cliënt. Op groepsniveau werd gevonden dat de hechtingsstijl niet veranderde, maar op individueel niveau werd verband gevonden tussen de therapeutische relatie en de vermijdende component van hechting na de behandeling. Ook werd, in overeenstemming met ander onderzoek, verband gevonden tussen veranderingen in de angstige component maar niet de vermijdende component van hechting met veranderingen in sociaal steunende interacties en klachten. Binnen de groep mensen met een verslaving werden geen significante veranderingen van hechting (vermijding en angst) gevonden, terwijl dit in andere populaties wel werd gevonden. Wel werd, zoals verwacht, een relatie gevonden tussen een hechtingscomponent en uitkomstmaten.
In dit artikel bespreken we de waarde van de methode van Toegepaste Conversatieanalyse voor het sociaal werk aan de hand van het project Professioneel Ouderschap in Gezinshuizen en het daaruit voortgekomen promotieonderzoek ‘Hechting in interactie’. Hoewel Toegepaste Conversatieanalyse meerdere functies heeft, beperken we ons in dit artikel tot de functies: ontdekken, verhelderen en respecificeren. We laten zien dat Toegepaste Conversatieanalyse bij uitstek geschikt is voor het beantwoorden van een hoe-vraag.
De resultaten die in dit artikel gepresenteerd worden, zijn afkomstig van een grootschalig praktijkgericht onderzoek naar de samenwerking tussen ouders en gezinshuisouders rondom het opvoeden van jongeren die in een gezinshuis wonen en daar met een langdurig perspectief geplaatst zijn. In een gezinshuis zorgt een daarvoor opgeleide opvoeder voor een aantal pleegkinderen die professionele aandacht nodig hebben. Het gaat om jongeren met diverse vormen van persoonlijke problematiek waarvan het merendeel lijdt onder de gevolgen van posttraumatische stress en problemen in de hechting. Daarbij komen vaak problemen in het gedrag of de ontwikkeling en in het reguleren van emoties. Ook bij de ouders van deze jongeren is vaak sprake van persoonlijke problemen. Het soort persoonlijke problematiek van ouders kan onderverdeeld worden in psychiatrische problematiek, licht verstandelijke beperkingen, verslavingsproblematiek en overige problematiek. Regelmatig is sprake van meervoudige problemen.
Vezelversterkte kunststoffen (composieten) zijn lichtgewicht, sterk en hebben een uitstekende (buiten)duurzaamheid. Composieten worden in vele uiteenlopende constructies toegepast, variërend van loopplanken voor bruggen of steigers, constructies voor machines tot wieken voor windmolens. Daarbij is de verbinding tussen het composiet en de rest van de constructie tot op heden altijd de zwakste schakel. Bij hoge mechanische belastingen vragen verbindingen al gauw ook kostbare oplossingen. Beide factoren begrenzen de toepassingsmogelijkheden. Een mogelijk veelbelovende technologie dient zich aan vanuit een geheel ander toepassingsgebied. Coldspray (CS) is een technologie die het mogelijk maakt om metaallagen aan te brengen. CS wordt onder meer toegepast bij reparatie van (beschadigde of versleten) metalen onderdelen (remanufacturing). Het biedt echter ook mogelijkheden om sterk hechtende metaallagen aan te brengen op andere materialen. Het toepassen van Coldspray als alternatieve technologie bij Additive Manufacturing (CSAM) is in opkomst bij 3D metaalprinten. Of CSAM een oplossing gaat bieden voor het realiseren van sterke verbindingen tussen composieten en andere in de regel metalen constructiedelen vormt de kernvraag voor dit verkennend onderzoek. De focus zal daarbij liggen op de hechting tussen het composiet en de daar met CSAM op aangebrachte metaallagen. Voor dit onderzoek bundelen Prince Fibre Tech (leverancier van composiet profielen), Titomic (leverancier van CS-technologie), innovatiewerkplaats Perron 038 (AM-lab met CS-3Dprinter) en lectoraat Kunststoftechnologie van Windesheim hun expertises, faciliteiten en materialen.
Hout is een belangrijk bouwmateriaal voor toepassing in een circulaire economie. Hierbij spelen echter brandveiligheid en milieuaspecten een steeds belangrijkere rol. Hoewel het gebruik van brandvertragers technisch vaak noodzakelijk is, is hun effect op het milieu meestal nadelig en kunnen zij een barrière vormen voor hergebruik. Het gebruik van een biologische coating gebaseerd op de schimmel Aureobasidium kan uitkomst bieden, temeer er aanwijzingen zijn dat de coating brandvertragend kan werken. In dit project zal de brandwerendheid van de Aureobasidium biocoating en van geselecteerde componenten die door de schimmel worden gemaakt (zoals pigmenten en bepaalde eiwitten) worden onderzocht. Ook zal de bijdrage van deze componenten op andere eigenschappen zoals hechting en levensduur van de biologische coating worden bestudeerd.
Composieten zijn samengestelde materialen zoals stijve, sterke vezels (bv glas, koolstof of aramide) ingebed in een makkelijk te vormen en beschermende kunststof matrix. Hiermee bieden deze materialen een lichtgewicht alternatief voor conventionele materialen. De continu-vezelversterkte thermoplastische composieten (hierna: TPC) maken daarom een enorme groei door, vooral in de aerospace- en automotiveindustrie. Recent is in meerdere (RAAK-VANG) projecten de haalbaarheid aangetoond van de toepassing van (eventueel vervuilde) recyclaten in TPC’s. Gebleken is, dat de mechanische prestaties van TPCs met gerecycled materiaal die van virgin materialen evenaren. Omdat recyclaten doorgaans slechtere eigenschappen, en veelal een lagere marktwaarde hebben, ontstaat voedingsbodem voor een interessant platform voor de toepassing van recyclaten in TPC, of andersom gezegd: de toepassing van continu (glas-) vezels in producten uit recyclaat. Het huidige project richt zich op bovenstaande innovaties. Er bestaan echter nog technische barrières en onzekerheden voordat deze innovaties in de industrie toepasbaar zijn. Uit de voorgaande (RAAK-VANG) projecten bleek dat voor een goede beheersing en beschrijving van benodigde processen dan ook meer onderzoek nodig is. De hieruit opgetekende onderzoeksvraag luidt derhalve: Hoe kunnen Vezel-versterkte producten volledig uit recyclaten in serie worden geproduceerd en in hoeverre is dat mogelijk met een concurrerende kostprijs? Daarbij staan de volgende deelvragen centraal, die stapsgewijs het antwoord geven op bovenstaande vraag: A. Hoe breed is de te ontwikkelen technologie inzetbaar, gezien de vele materiaalsoorten en hun kritische verwerkingseigenschappen (w.o. MFI, degradatie, hechting proces-window)? De produceerbaarheid (WP1) en de verwerkbaarheid van rTape (WP2) zijn daarbij thema’s van onderzoek. B. Welke technieken kunnen ontwikkeld worden om rTape inserts/versterking in rotatiegiet- en spuigitprocessen beter en reproduceerbaar toe te kunnen passen? (WP3) C. Welke problemen treden op in de praktijk bij seriematige productie met rTape inserts/versterking bij rotatie- en spuitgietprocessen en hoe kunnen deze worden opgelost? (WP4) Dit project vindt voor een groot deel plaats in het Smart Industry Fieldlab Thermoplastische Composieten Nederland (TPC NL), waarin meer dan 100 ondernemingen en kenniscentra betrokken zijn, en samenwerking vindt plaats met ondernemingen uit de gehele keten.