Service of SURF
© 2025 SURF
Background To improve the quality of exercise-based cardiac rehabilitation (CR) in patients with coronary heart disease (CHD) the CR guideline from the Dutch Royal Society for Physiotherapists (KNGF) has been updated. This guideline can be considered an addition to the 2011 Dutch Multidisciplinary CR guideline, as it includes several novel topics. Methods A systematic literature search was performed to formulate conclusions on the efficacy of exercise-based interventions during all CR phases in patients with CHD. Evidence was graded (1–4) according the Dutch evidence-based guideline development (EBRO) criteria. In case of insufficient scientific evidence, recommendations were based on expert opinion. This guideline comprised a structured approach including assessment, treatment and evaluation. Results Recommendations for exercise-based CR were formulated covering the following topics: preoperative physiotherapy, mobilisation during the clinical phase, aerobic exercise, strength training, and relaxation therapy during the outpatient rehabilitation phase, and adoption and monitoring of a physically active lifestyle after outpatient rehabilitation. Conclusions There is strong evidence for the effectiveness of exercise-based CR during all phases of CR. The implementation of this guideline in clinical practice needs further evaluation as well as the maintenance of an active lifestyle after supervised rehabilitation. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/tinusjongert/
Talloze studies tonen aan dat een fysiek actieve leefstijl bloeddruk, cholesterol en gewicht verlaagt, botten en spieren versterkt en het risico van hart- en vaatziekten, darmkanker en diabetes type II vermindert. Bewegen kan dus worden gezien als een medicijn wat voor iedereen toegankelijk is.
Een hoog cholesterol wordt vaak door specialisten gezien als een extra risicofactor bij hart- en vaatziekten. dr.Hartenbach laat op basis van wetenschappelijk onderzoek hele andere feiten zien. Hoog bejaarde mensen met een hoog cholesterol leven juist langer.
De fysiotherapeut en diëtist hebben een centrale rol in de behandeling van kwetsbare veelal ondervoede ouderen. De beweegrichtlijn (wekelijks 150 minuten bewegen + 2 keer krachttraining) geeft richting aan een mogelijk behandelprogramma, maar is gebaseerd op een homogene gezonde populatie. De oudere populatie kenmerkt zich door grote individuele gezondheidsverschillen. Er is grote variatie in fysieke- (bv: lage spierkracht, disbalans), mentale- (bv: beweegangst, cognitief vermogen) en voedingstoestand (bv: ondervoeding), evenals in co-morbiditeit (bv: sarcopenie, diabetes, hartziekten). Deze heterogeniteit maakt het voor de professional onmogelijk om een evidence-based en op maat gemaakt beweegprogramma uit te voeren, met als gevolg een minder effectieve en/of duurdere behandeling en meer zorg afhankelijke ouderen met een lagere kwaliteit van leven. Praktijkvragen zijn bijvoorbeeld: Hoe belastbaar is een 79 jarige vrouw met diabetes en lage spierkracht die net gevallen is? Kan een ondervoede man van 85 jaar wel trainen? En met welke belasting? Wat is de optimale belasting voor iemand die wel goed gevoed is? Met het huidige project onderzoeken we welke trainingsbelasting het meest effectief is voor het fysiek functioneren en zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen. Hierbij beantwoorden we de volgende subvragen: 1. Wat is de meest effectieve trainingsbelasting in de dagelijkse praktijk voor fysiek functioneren en zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen? 2. Wat is bij een adequate eiwitinname de meest effectieve trainingsbelasting voor fysiek functioneren en zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen? 3. Welke persoonskarakteristieken hebben invloed op de trainingsbelasting bij kwetsbare ouderen? De uitkomst van dit project is een evidence-based en op maat gemaakte trainingsrichtlijn voor de heterogene oudere populatie. De fysiotherapeut en diëtist krijgen hiermee inzichten en tools voor een effectieve trainingsvorm op maat, rekening houdend met de fysieke, mentale, ondervoede/gevoede en/of zieke situatie. Doel is het fysiek functioneren en zelfredzaamheid van oudere populatie te verbeteren.