Service of SURF
© 2025 SURF
De kranten staan vol met veelbelovende waterstofprojecten. Dat waterstof de energietransitie kan versnellen staat vast, maar wat zal de bijdrage van groene waterstof zijn in de toekomst? Waarvoor kan waterstof het beste gebruikt worden? Mobiliteit of in huishoudens? Onderzoeken naar de technische toepassingen voor het gebruik van waterstof zijn in volle gang. Naast de techniek is het belangrijk om te weten wat het grote publiek weet over waterstof. Dit is onderzocht met de publieksmonitor waterstof. De resultaten van deze publieksmonitor worden besproken tijdens de Barn Talk op 3 februari om 16.15. De panelleden zullen de monitor duiden en inhoudelijk reageren en het gesprek zal geleid worden door lector Wim Elving en Marcel Koenis, business developer, beiden verbonden aan EnTranCe, Centre of Expertise | Energy van de Hanzehogeschool Groningen.Over de publieksmonitor waterstofVanuit het project Groene Waterstof Booster is een periodieke monitor opgezet om bij het publiek te peilen wat zij over waterstof weten. De resultaten van deze monitor staan centraal tijdens de Barn Talk. Ze worden geduid door Jan-jaap Aué als lector, Werner ten Kate wethouder van Hoogeveen, Ulco Vermeulen van Gasunie en Mark Peterse van Portaal. De monitor is door Mathilde van Dijk, senior-onderzoeker van EnTranCe, uitgevoerd.
Wat weten mensen over waterstof en wat vinden ze er nu eigenlijk van? In dit rapport zijn de resultaten te vinden van de waterstofmonitor die in 2020 afgenomen is onder 2012 respondenten. Deze groep is representatief voor de Nederlandse bevolking op basis van geslacht, leeftijd en provincie. In de monitor zijn vragen en stellingen opgenomen die onder andere gaan over het kennisniveau, de houding ten opzichte van waterstof en hoe de respondenten de toekomst voor zich zien. Per hoofdstuk zijn de belangrijkste bevindingen benoemd is en is een uitleg van de resultaten te lezen. Als laatste vindt u de conclusie en methodologischeverantwoording.
LINK
De Human Capital Agenda van GroenvermogenNL is de ‘enabler’ voor de ambitieuze activiteiten t.a.v. de productie en transport, op- & overslag van waterstof en de (grootschalige) toepassing ervan in de industrie en de overige toepassingsgebieden zoals mobiliteit & transport en de gebouwde omgeving. Belangrijke voorwaarde voor de realisatie van deze ambities is de voldoende beschikbaarheid van professionals met kennis en vaardigheden van waterstof en de toepassing ervan. Hiervoor moet nieuwe en noodzakelijke kennis snel beschikbaar komen in het reguliere onderwijs en voor de scholing en training van professionals die al werkzaam zijn. Eén van de werkstromen binnen de human capital agenda van GroenvermogenNL is de ontwikkeling en verduurzaming van learning communities rond waterstof. Learning communities zijn in transitieomgevingen een bruikbaar vehikel om derde-orde leren mogelijk te maken. In de energietransitie is zulk derde-orde leren of ook transformatief leren nodig. Dat vindt niet spontaan plaats maar vraagt om een gestructureerde manier van leren, waarin systematisch gewerkt wordt aan het conceptualiseren van complexe problemen, vraagarticulatie en het bedenken van oplossingsstrategieën. Een learning community kan dienen als innovatieruimte waarin kruisbestuiving plaatsvindt tussen verschillende types kennis en vaardigheden. Het project “Aanloopactiviteiten learning communities” is erop gericht om in de projectperiode (2022-2023) in grote lijnen twee met elkaar verweven hoofdactiviteiten uit te voeren, namelijk activiteiten die in de tweede fase zorgen voor daadwerkelijke opschaling én activiteiten die zorgen voor leren en kennisontwikkeling óver leren, werken en innoveren in learning communities. De projectperiode is een voorbereidingsjaar waarin in 6 regio’s gebouwd wordt aan een ecosysteem waarmee de HCA GroenvermogenNL gerealiseerd kan worden. Naast de regionale ontwikkeling zijn er 2 landelijke projecten, het onderhavige rond learning community-ontwikkeling en een project waarin gebouwd wordt aan een kennisplatform.
In the course of the “energie transitie” hydrogen is likely to become a very important energy carrier. The production of hydrogen (and oxygen) by water electrolysis using electricity from sun or wind is the only sustainable option. Water electrolysis is a well-developed technique, however the production costs of hydrogen by electrolysis are still more expensive than the conventional (not sustainable) production by steam reforming. One challenge towards the large scale application of water electrolysis is the fabrication of stable and cheap (noble metal free) electrodes. In this project we propose to develop fabrication methods for working electrodes and membrane electrode stack (MEAs) that can be used to implement new (noble metal free) electrocatalysts in water electrolysers.
De toekomstige transformaties rondom energie, duurzaamheid en circulariteit zitten vol complexe uitdagingen. Bij het vergroten van het aandeel groene energie in de energietransitie spelen plaats en tijd van de opwek een belangrijke rol. Dit dwingt de Nederlandse industrie om oplossingen te zoeken, bijvoorbeeld richting conversie van elektrische energie naar waterstof. Met waterstof kan energie getransporteerd worden (“Plaats”) en opgeslagen worden (“Tijd”). Ondanks deze potentie van waterstof voor de energietransitie, is er nog een grote uitdaging die de huidige voortgang tegenwerkt: de impasse tussen het aanbod van (echt groene) waterstof versus de nog onduidelijke vraag vanuit de industrie / bedrijven. Deze impasse heeft veel impact op de snelheid van de energietransitie. Het is een groot probleem omdat het om een nog onvolwassen waardeketen gaat. De opkomende waterstofmarkt moet voor nieuwe toepassingen direct concurreren met andere markten terwijl deze nu nog niet competitief genoeg is. Door dit dilemma tastbaar te maken voor twee regionale industriële casussen (biovergisting en waterzuivering) wordt de energietransitie op regionaal niveau in Oost-Nederland versnelt. Momenteel wordt gezuiverd drinkwater voor de productie van waterstof gebruikt en fossiele brandstoffen voor de productie van C-based chemicals. De maatschappelijke verandering waar het PD-traject zich op richt is om dit zoveel mogelijk vanuit reststromen en biogene stromen te gaan doen. De probleemstelling is: hoe kunnen waterstof en C-based chemicals zoveel mogelijk uit circulaire en biogene reststromen worden geproduceerd? Binnen de use cases gaat het vervolgens om verwaarding van CO2-reststromen (vanuit biovergisting) via de productie van C-based chemicals en om effluent vanuit de waterzuivering geschikt te maken voor de productie van waterstof. De vragen voor de use cases zijn gericht op hoe dat technisch en economisch rendabel gerealiseerd kan worden en hoe de bedrijven deze processen kunnen inbedden in de bedrijfsvoering. De deliverables zijn te transformeren naar soortgelijke situaties in Nederland of daarbuiten.