Service of SURF
© 2025 SURF
De complexe interactie tussen het beleid en de kwaliteit van registratiedata vormde tijdens de COVID-19-pandemie een uitdaging voor GGD-onderzoekers. Beleidskeuzen gericht op populatiespecifieke testlocaties en de selectieve registratieplicht van negatieve testresultaten leidden tot populatieverschillen in datakwaliteit. Populatieverschillen in de besmettingsgraad konden daardoor niet betrouwbaar worden vastgesteld. Dit belemmerde de ontwikkeling van relevante sturingsinformatie voor beleidsmakers in de publieke gezondheidssector. https://doi.org/10.1007/s12508-022-00358-7
Hogescholen en universiteiten trachten de maatschappij te ondersteunen door onder meer zorgprofessionals op te leiden conform ‘het moderne denken’ over ziekte en gezondheid. Dat is hun taak en verantwoordelijkheid. Zij doen dit door geregeld hun curriculum te vernieuwen zodat artsen en verpleegkundigen, als zij hun diploma hebben, klaar zijn voor de toekomst. Dat is zonder meer een nobel streven, maar welke keuze moeten deze curriculumontwikkelaars maken om dat te kunnen bewerkstelligen? Wat moet die moderne visie op de zorg zijn? Wat is de focus? Wat is de wens van de zorgvrager? Welke visies houden zorginstellingen erop na?
Drie op de vier Nederlanders vinden dat investeren in natuur een onderdeel moetvormen bij de herstelplannen na de coronacrisis. Dat blijkt uit onderzoek dat het bureau Motivaction in opdracht van Vogelbescherming Nederland heeft uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt ook dat 62 procent van de Nederlanders de lockdownperiode beter is doorgekomen omdat het de kans gaf even te "ontsnappen" in de natuur.
MULTIFILE
De Greendeal 2022 beschrijft de noodzaak tot verduurzaming van de zorg. De noodzaak hiervoor is dat de gezondheidssector tot de meest vervuilende sectoren behoort. De gezondheidssector draagt 7% bij aan de totale CO2-emissie en is verantwoordelijk voor 13% van het grondstoffengebruik in Nederland. Binnen de geboortezorg bestaat geen structureel implementatieplan tot verduurzaming van de zorg op praktijkniveau, terwijl dit thema wel leeft onder verloskundigen. Veel verloskundigen zijn zelfstandig ondernemer en hebben eigen beleidsplannen. Het doel van dit project is om verloskundige praktijken beter toe te rusten om duurzame zorg te verlenen. Hiertoe worden binnen dit project twee hoofdactiviteiten verricht: 1) Explorerend onderzoek naar de green best practices binnen verloskundige praktijken gebaseerd op de vijf pijlers van de Greendeal Duurzame Zorg 2022. Een exploratie naar factoren voor een zo laag mogelijke carbon footprint tijdens een bevalling is hier een deelonderzoek van. 2) Ontwikkelen van een voorbeeld implementatieplan voor verduurzaming van de zorg op het niveau van (zelfstandige ondernemers) verloskundige praktijken, samen met stakeholders. De kennis wordt samen met studenten verloskunde en praktiserend verloskundigen ontwikkeld. Als uitkomst van dit project wordt een voorbeeld implementatieplan met onderbouwing opgeleverd aan de beroepsvereniging de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV). Ook wordt een wetenschappelijk artikel geschreven. Tot slot wordt het implementatieplan met onderbouwing geïmplementeerd in het onderwijs van de bacheloropleiding verloskunde. Duurzame oftewel groene zorg geeft een lagere CO2-emissie en een lager grondstoffengebruik. Dit project draagt hieraan bij en heeft daarmee impact binnen de geboortezorg. De kwaliteit van zorg en het welzijn van zorgvrager en zorggever staan daarbij centraal. Door dit project kunnen we de gehele zelfstandige beroepsgroep in Nederland van dienst zijn en hen ontzorgen om duurzame beleidsplannen op te stellen. De aanpak en opbrengsten van dit project kunnen nationaal en internationaal als inspiratie dienen voor andere zorgverleners hoe duurzame zorg te implementeren.
Met een artificiële tong kunnen smaakstoffen in vloeistoffen gedetecteerd worden. Deze benadering met een unieke tong-op-een-chip technologie noemen we receptomics. Hierbij worden smaakreceptoren van de mens in gemodificeerde menselijke cellen tot expressie gebracht. De technologie is veelbelovend en verkent reeds diverse toepassingen in de voedings- en gezondheidssector. Op dit moment kunnen bittere stoffen in koffie, bier, thee, groentes en paddestoelen en farmacologisch actieve stoffen en hormonen in plantextracten en bloedserum worden gemeten. Meer toepassingen komen in beeld als de tong-op-een-chip verder kan worden verbeterd. Achtergrondsignalen uit monsters en van gastheercellen op de chip beperken nu de functionaliteit. Deze aanvraag richt zich op uitbreiding van het potentieel van de tong-op-een-chip technologie voor diverse toepassingen door de activatie van receptoren directer te meten. We willen nieuwe sensoreiwitten ontwikkelen om achtergrondsignalen van gastheercellen te voorkomen en de meetmethode aan te passen, waardoor de achtergrondsignalen uit monsters niet meer gedetecteerd worden. Hiermee kan het repertoire aan receptoren op de tong-op-een-chip worden uitgebreid. Met de KIEM- subsidie kan het lectoraat Genome-based Health (GBH) van het Leiden Centre for Applied Biosciences (LCAB) een pilot starten om samen met Wageningen Plant Research (WPR) constructen voor nieuwe receptoren en sensoreiwitten te ontwikkelen en te testen. Naast het uitvoeren van dit project wordt de KIEM-subsidie aangewend om een consortium te vormen, waarmee een gezamenlijk projectvoorstel voor de verdere ontwikkeling van de tong-op-een-chip technologie kan worden opgesteld.