Service of SURF
© 2025 SURF
This dissertation presents research on customers’ perceptions of cleanliness in service environments. The research contributes to the gap in the literature on cleanliness examined from a customer perspective, and adds to the understanding of environmental cues that influence perceived cleanliness. Part one of the dissertation includes the operationalisation of the concept of perceived cleanliness and the development of an instrument to measure perceived cleanliness. Results showed that perceived cleanliness consists of three dimensions: cleaned, fresh, and uncluttered. Next, the Cleanliness Perceptions Scale (CP-scale) was developed and validated in different service environments, resulting in a 12 item questionnaire that can be used to measure perceived cleanliness in service environments. Part two includes the experimental research on the effects of different environmental cues on perceived cleanliness. It furthermore explores to what extent the effects of these environmental cues on perceived cleanliness can be explained by the concept of priming. The experiments demonstrated that particular environmental cues influence perceived cleanliness: the visible presence of cleaning staff, light colour, light scent, and uncluttered architecture positively influence customers’ perceptions of cleanliness in service environments. Also, empirical support was found for priming as one of the mechanisms involved in the effects.Part three reflects on the implications of the dissertation for theory and practice. The research provides knowledge that is relevant for the fields of facility management, service marketing, social psychology, and environmental psychology. The dissertation improves the understanding of the concept of perceived cleanliness by enabling scholars and practitioners to measure the concept and the effects of particular environmental cues in service environments.
MULTIFILE
In Nederland komen maandelijks mensen in vertelgroepen bij elkaar om samen de kunst van het verhalen vertellen te beoefenen. Tekla Slangen liep een half jaar als participerend onderzoeker mee met een lokale vertelgroep. In dit artikel geeft ze een inkijk in wat vertellers beweegt en waaraan ze hun waarde ontlenen.Lang voordat Netflix ons elke dag duizend en een verhalen kon vertellen via een beeldscherm, waren er mensen die de mooiste verhalen in geuren en kleuren uit de doeken deden en hun publiek van alles lieten beleven:verhalenvertellers.Heden ten dage zijn er in Nederland nog steeds tal van vertellers en vertelgroepen actief die voor groot en klein publiek optreden. Zij vertellen uit het hoofd allerlei soorten verhalen, van sprookjes, mythes en fabels tot fragmenten uit de geschiedenis en persoonlijke ervaringen. Wat is de aantrekkingskracht van het verhalen vertellen voor de individuele verteller? Wat voor activiteiten ondernemen zij? En wanneer vinden ze het vertellen van een verhaal echt geslaagd? Deze vragen zijn de aanleiding geweest voor een kleinschalig etnografisch onderzoek naar vertellers bij een vertelgroep. In dit artikel beschrijf ik de belangrijkste resultaten, met de Nederlandse vertelscene als kader.
Door onze zintuigen ontvangen wij informatie over de wereld om ons heen. Bij het bouwen van woningen is het van belang dat deze informatie op prettige wijze tot ons komt. Aspecten als licht, temperatuur en geluid zijn bij uitstek verbonden aan het functioneren van een gebouw. Bij het ontwerp en de inrichting van zorggebouwen dienen we dan ook rekening te houden met de zintuiglijke aspecten, zeker indien de bewoners ouderen met dementie zijn. In dit artikel wordt een beknopte samenvatting gegeven van de analyse van de problemen en de oplossingen. Dit wordt gepresenteerd binnen een viertal domeinen: binnenklimaat, geur, licht en geluid.