Dit rapport is een weergave van het onderzoek dat tussen april 2006 en april 2007 werd uitgevoerd door CESRT – Hogeschool Zuyd. Dit onderzoek heeft betrekking op de arbeidsmarktproblematiek van de jeugdzorg in Limburg, en meer specifiek op de jeugdhulpverlening. De doelstellingen van het onderzoek waren: • Inzicht te krijgen in de arbeidsmarktontwikkelingen in de jeugdzorg. • Het in kaart brengen van (het gebrek aan) de aansluiting tussen aangeleerde competenties en vereiste competenties op de arbeidsmarkt (aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt). • Het inventariseren van mogelijke efficiëntiemaatregelen in de jeugdzorg, rekening houdend met de uitstroom van professionals en met waarborging van de kwaliteit Het rapport bestaat uit 2 delen . In deel II wordt begonnen met de afbakening van het onderzoeksonderwerp. Dit wordt gevolgd door een gedetailleerde uitleg over de methodologie van het onderzoek. Daarna worden de resultaten per onderzoeksvraag gerapporteerd. Bij het begin van de laatste hoofdstukken wordt telkens verwezen naar de onderzoeksvragen op waar dat specifieke hoofdstuk betrekking op heeft. Ook de literatuurlijst treft u in Deel II aan.
Dit rapport is een weergave van het onderzoek dat tussen april 2006 en april 2007 werd uitgevoerd door CESRT – Hogeschool Zuyd. Dit onderzoek heeft betrekking op de arbeidsmarktproblematiek van de jeugdzorg in Limburg, en meer specifiek op de jeugdhulpverlening. De doelstellingen van het onderzoek waren: • Inzicht te krijgen in de arbeidsmarktontwikkelingen in de jeugdzorg. • Het in kaart brengen van (het gebrek aan) de aansluiting tussen aangeleerde competenties en vereiste competenties op de arbeidsmarkt (aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt). • Het inventariseren van mogelijke efficiëntiemaatregelen in de jeugdzorg, rekening houdend met de uitstroom van professionals en met waarborging van de kwaliteit Het rapport bestaat uit 2 delen . In deel II wordt begonnen met de afbakening van het onderzoeksonderwerp. Dit wordt gevolgd door een gedetailleerde uitleg over de methodologie van het onderzoek. Daarna worden de resultaten per onderzoeksvraag gerapporteerd. Bij het begin van de laatste hoofdstukken wordt telkens verwezen naar de onderzoeksvragen op waar dat specifieke hoofdstuk betrekking op heeft. Ook de literatuurlijst treft u in Deel II aan.
Samenvatting Een deel van de jongeren die in het jongerenwerk participeert ontvangt specialistische jeugdzorg, vanuit bijvoorbeeld verslavingszorg, jeugdreclassering, jeugd-ggz of intensieve gezinsbehandeling. Hoewel professioneel jongerenwerk voor een brede groep jongeren in kwetsbare situaties positief bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie, is er weinig bekend over de betekenis van het jongerenwerk voor jongeren die specialistische jeugdzorg ontvangen. Voor dit verkennende onderzoek zijn interviews afgenomen met: 1) zeven jongeren (16+) die specialistische jeugdzorg ontvangen en in jongerenwerk participeren; 2) zeven jongerenwerkers en 3) zes jeugdhulpverleners werkzaam in specialistische jeugdzorg. Een thematische analyse maakt inzichtelijk dat het jongerenwerk op vijf manieren van betekenis is voor jongeren in specialistische jeugdzorg. Jongerenwerkers zijn ten eerste toegankelijke gesprekspartners die deze jongeren motiveren om problemen serieus te nemen en daarbij professionele hulp te accepteren. Het jongerenwerk biedt deze jongeren daarnaast een omgeving om 2) betekenisvolle relaties op te bouwen, 3) hun zelfbeeld en eigenwaarde te versterken, 4) hun maatschappelijke participatie te vergroten en 5) ondersteuning te vinden om hun zelfstandigheid te vergroten. De resultaten maken inzichtelijk dat het jongerenwerk ook voor deze specifieke groep jongeren groeikansen biedt voor hun persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie. Daarnaast leert dit onderzoek dat participatie van deze doelgroep in het jongerenwerk een positieve invloed kan hebben op de jeugdhulpverleningsprocessen en -resultaten. Hiermee bieden de resultaten gemeenten en de jeugdzorg een beter begrip van hoe het jongerenwerk als preventieve voorziening van betekenis is voor jongeren in specialistische jeugdzorg en een bijdrage kan leveren om de druk op de jeugdzorg te verlichten.
MULTIFILE
Sinds het begin van dit millennium ligt er een toenemende nadruk in het sociaal domein op een cultuurverandering, waarin integraal werken een centrale rol speelt. Integraal vanuit het leefwereldperspectief van bewoners. En integraal vanuit het professionele en systemische perspectief. Zie bijvoorbeeld het motto ‘één gezin, één plan, één regisseur’. Ook wordt er meer verwacht van inzet op en het realiseren van ‘stepped care’ of ‘matched care’ (ondersteuning zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig). Eén van de consequenties is dat het werk van sociaal professionals veel meer afstemming en samenwerking vergt met andere partijen. Integraal werken dient als een middel om de verkokerde, niet samenhangende wijze van werken vanuit verschillende organisaties en professionals te ontmantelen. Over de competenties van professionals uit de verschillende disciplines, variërend van Wmo-loketambtenaren tot gedragswetenschappers uit de jeugdzorg, van jongerenwerkers tot ambulante GGZ-verpleegkundigen, van maatschappelijk werkers tot opbouwwerkers en wijkverpleegkundigen, wordt verwacht dat zij ‘generalistisch’ zijn. Het is echter onduidelijk wat daarmee in de feitelijke uitvoerings- beleids- en opleidingspraktijk wordt bedoeld. Dit KIEM project richt zich op het opbouwen van (a) een concrete en exemplarische leerpraktijk in Utrecht op het snijvlak van sociaal werk en maatschappelijke ondersteuning en (b) het ontwikkelen van een meerjarig programma waarmee sociaal professionals in het brede sociaal domein competenties kunnen ontwikkelen, zodat zij beter zijn toegerust om interprofessioneel en integraal samen te kunnen werken. Daarbij wordt nauw aangesloten bij het ontwikkelen van belangrijke 21st century skills als reflecteren, het aanspreken van het creatief vermogen, het vermogen tot samenwerken (waaronder inzicht verkrijgen in de competenties en bijdragen van professionals en ervaringsdeskundigen uit andere disciplines) en kritisch denken.