Service of SURF
© 2025 SURF
In Nederland staat gehoorschade als gevolg van lawaai in de top 3 van meest voorkomende beroepsziekte. In de sector onderwijs, worden met name gymdocenten en zwemonderwijzers herkend als risicogroep voor het optreden van gehoorschade. Gehoorschade behoort tot de categorie moeilijkwaarneembare arbeidsrisico’s. Dit zijn risico’s waarvan de risicoperceptie beperkt is. Wanneer schade aan het gehoor ontstaat is dit onomkeerbaar, de schade is niet meer te herstellen. Gezondheidseffecten kunnen onder meer bestaan uit vermoeidheid, tinnitus, klachten over stemgebruik en hoofdpijn. Met ingang van 2023 moeten alle kinderen in het primair onderwijs minimaal twee uur per week bewegingsonderwijs krijgen door een vakleerkracht. De urgentie om gehoorschade aan te pakken wordt daardoor nog groter. De Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) heeft in 2020 onderzocht hoe de vakleerkrachten bewegingsonderwijs de akoestiek van de sportzalen ervaren. Maar liefst 56% van de ondervraagde vakleerkrachten uit het primair bewegingsonderwijs ondervond hinder van de akoestiek en onwenselijke geluidbelasting. Hoewel er in 2005 een norm voor de akoestiek is opgesteld, voldoen veel gymzalen hier niet aan. Het is daardoor onduidelijk of de (Arbo-)omstandigheden van de vakleerkracht en leerlingen voldoende geborgd zijn. De bestaande norm betreft alleen de zaaleigenschappen én wordt gemeten in een lege zaal. Deze is daarom niet representatief voor de geluidbelasting van de vakleerkracht in de praktijk. Met het werkveld en de klankbordgroep is uitgebreid verkend waar de vakleerkrachten in de praktijk behoefte aan hebben. De resultaten van het onderzoek van de KVLO en de gesprekken met het werkveld geven aanleiding om te onderzoeken wat de werkelijke geluidbelasting in de praktijk is. Doel van de KIEM-aanvraag is om vakleraren bewegingsonderwijs inzicht en betekenis te geven in de geluidbelasting in de praktijk. Dit doen we door zaaleigenschappen en geluidbelasting te visualiseren. Resultaten van dit onderzoek worden in een vervolgonderzoek uitgediept.
Naar schatting lopen jaarlijks 1 miljoen werknemers het risico om gehoorschade op te lopen tijdens hun werkzaamheden. Arbeid-gerelateerde lawaaislechthorendheid is dan ook één van meest voorkomende en tegelijk onbehandelbare beroepsziekte in Nederland. Gehoorschade heeft namelijk een onomkeerbaar karakter - het is niet te genezen, alleen te voorkomen – en daarom is preventie cruciaal. Desondanks wordt er weinig aandacht geschonken aan de preventie van gehoorschade in het MBO onderwijs, terwijl juist deze groep studenten in hun latere werk vaak met hard geluid geconfronteerd worden. De Nationale Hoorstichting, de MBO raad, &ranj en het lectoraat User Centered Design van de Hanzehogeschool Groningen willen hier verandering in aanbrengen door een innovatieve interventie (serious game) te ontwikkelen om het risicogedrag voor het oplopen van gehoorschade door hard geluid tijdens het werk (blijvend) te verminderen. Gezien de omvang van deze wens, is de projectdoelstelling van deze KIEM aanvraag om de fundering te leggen voor een Raak Publiek aanvraag, waarmee de interventie daadwerkelijk ontwikkeld kan worden. Deze fundering zal bestaan uit onderzoek naar de succesfactoren van serious game design, zodat daadwerkelijk langdurige en duurzame gedrags-verandering gerealiseerd kunnen worden. Het onderzoek zal enerzijds bestaan uit gebruikersonderzoek naar de belevingswereld van de doelgroep en de achterliggende problematiek van gehoorschade. Anderzijds zal er onderzoek gedaan worden op het gebied van langdurige gedragsverandering. De vergaarde kennis zal vervolgens toegepast worden in de ontwikkeling van enkele prototypes, waarmee de samenwerking tussen het hoger onderwijs en de creatieve sector verder gestimuleerd wordt. Daarnaast zal er een netwerk opgezet worden rondom deze problematiek ten behoeve van een langdurige samenwerking en waarborging van de interventie in de praktijk. Tezamen leiden deze activiteiten tot het schrijven van een Raak Publiek aanvraag, waarmee de interventie en formele modellen van langdurige gedragsverandering daadwerkelijk ontwikkeld kunnen worden.