Service of SURF
© 2025 SURF
Met nieuwe taken en rollen kan het beroep voor leraren aantrekkelijk en motiverend blijven. Maar in de meeste gevallen is niet iedere rol voor iedere leraar beschikbaar. Er kan nu eenmaal maar een beperkt aantal rekencoördinatoren of MR-leden in een school zijn. Bovendien vragen nieuwe rollen ook nieuwe competenties.Om te kijken welke rol voor welke leraar geschikt is, gebruiken scholen diverse vormen van evaluatie of beoordeling. Die kunnen summatief zijn, bijvoorbeeld wanneer er meer kandidaten zijn dan beschikbare plekken, maar ook formatief. In dat laatste geval is het geven van feedback een impuls voor verdere competentie-ontwikkeling.In dit hoofdstuk beschrijf ik hoe evaluatie, beoordeling en feedback een bijdrage kunnen leveren aan loopbaanontwikkeling van leraren. De term ‘evaluatie’ geldt hierbij als verzamelterm voor allerlei vormen van summatieve of formatieve beoordeling. Overigens is er nog weinig onderzoek beschikbaar waarin evaluatie van leraren expliciet in verband wordt gebracht met loopbaanontwikkeling en loopbaanbeslissingen door leraren of schoolleiders. Dit hoofdstuk is daarom grotendeels gebaseerd op de uitkomsten van een seminar van de Working Group Schools van de Europese Commissie over deze thematiek (ET2020 Working Group Schools, 2019).
MULTIFILE
In special Formatief evalueren, uitgave van samenwerking SLO met vakblad Van Twaalf tot Achttien, verschenen als katern in Van Twaalf tot Achttien januari 2019
LINK
Professionalisering in het Onderwijs door Formatieve Assessments (Proformas) is een virtuele werkomgeving die (beginnende) leraren helpt inzicht te krijgen in de eigen competentieontwikkeling en de stappen die gezet kunnen worden bij de verdere competentieontwikkeling van leraren zoals de pedagogische en de didactische competenties. Proformas geeft de leraar de mogelijkheid om kenmerkende beroepssituaties te bekijken en te analyseren en te reflecteren op eigen vaardigheden. Een evaluatie van Proformas laat zien dat het instrument een bijdrage kan leveren aan het leren van leraren.
Toetsen is een essentieel onderdeel van het onderwijs. Helaas leidt het huidige gebruik van toetsen vooral tot kortetermijn-effecten op leren: leerlingen werken van toets naar toets en het leren stopt bij het ontvangen van het cijfer. Deze constatering heeft veel VO-scholen gestimuleerd andere aanpakken te verkennen. Formatief evalueren is een bewezen aanpak die de ontwikkeling, betrokkenheid en het langetermijnleren van leerlingen versterkt. Momenteel stellen veel scholen de formatieve functie van toetsen centraal: zo reduceren scholen bijvoorbeeld het aantal momenten waarop cijfers worden gegeven en investeren zij in de kwaliteit van feedback. Zij zoeken naar manieren om zonder ‘formele toetsen’ inzicht te krijgen in de ontwikkeling van leerlingen. Docenten die binnen hun eigen lespraktijk aan de slag zijn met formatieve evaluatie, geven zelf aan dat dit op kleine schaal tot mooie resultaten leidt: docenten ervaren een toenemende motivatie en eigenaarschap bij leerlingen, en geven aan zelf meer plezier te hebben in het lesgeven. Toch ervaren zij ook de nodige knelpunten. Het blijkt dat docenten weliswaar in staat zijn om losstaande formatieve leeractiviteiten toe te passen, maar handelingsverlegenheid ervaren bij het ontwerpen en uitvoeren van een programma van formatieve leeractiviteiten: een combinatie van bewust gekozen en in samenhang ingezette formatieve leeractiviteiten die de juiste informatie oplevert om beslissingen te kunnen nemen over hoe het onderwijs verder vorm te geven ten dienste van het verdere leren van hun leerlingen. Doel van dit project is wetenschappelijk onderbouwde én praktische handvatten te ontwikkelen die docenten ondersteunen bij het ontwerpen en uitvoeren van een dergelijke combinatie van formatieve leeractiviteiten. De kernopbrengsten van dit project zijn ontwerpprincipes die docenten helpen bij het maken van een programma van formatieve leeractiviteiten dat docenten aantoonbaar ondersteunt bij het nemen van beslissingen over leerlingen en een praktische handreiking om deze combinatie van activiteiten in te zetten in de dagelijkse onderwijspraktijk.
Doel van het vak Lichamelijke Opvoeding (LO) is dat leerlingen niet alleen beter leren bewegen, maar dat er ook aandacht is voor omgangs- en regelbekwaamheden (bijvoorbeeld fair play, het zelfstandig kunnen spelen van een spel, het organiseren van een activiteit, etc.). Ook het verwerven van (zelf)kennis en inzicht is een doel en daarmee het ontwikkelen van een eigen beweegidentiteit. De huidige praktijk van leerlingevaluatie sluit hier onvoldoende op aan en is soms zelfs demotiverend voor leerlingen. De focus van evalueren ligt daarbij vooral op de (eind)prestatie. Om leerlingen te motiveren en te ondersteunen, zou het leerproces van leerlingen richting de te bereiken doelen meer centraal moeten staan. Leraren LO vinden het echter een uitdaging om leerprocessen te monitoren en formatief te evalueren. Het ontbreekt binnen de LO aan een gebruiksvriendelijk en effectief instrument om dit te doen, passend bij de uiteenlopende doelen van het vak. Onderzoeksliteratuur en beperkte praktijkervaringen stellen een digitaal portfolio voor als mogelijk geschikt instrument. De Sportfolio App is een voorbeeld van zo’n digitaal portfolio, recent ontwikkeld voor LO. Deze app biedt nu nog onvoldoende aansluiting bij de gevarieerde doelen van het vak en is niet gericht op formatieve evaluatie. In het voorgestelde project, vormgegeven volgens de principes van Participatory Design Research, worden ontwerpprincipes en gebruiksrichtlijnen opgeleverd van een digitaal portfolio, waarmee effectief en gebruiksvriendelijk leervorderingen van leerlingen bij het vak LO inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Deze principes en richtlijnen zullen toepasbaar zijn op verschillende vormen van (digitale) portfolio’s, waardoor scholen deze kunnen aanpassen aan de eigen mogelijkheden en wensen. Om dit te bereiken wordt er samengewerkt in een netwerk van hbo-onderzoekers, lerarenopleiders, leraren LO uit het voortgezet onderwijs, en ontwikkelaars van de Sportfolio App. De projectopbrengsten worden breed gedissemineerd binnen het werkveld van de LO.
Aanleiding Er zijn in ons land ruim 65.000 verpleeghuisbewoners, die in verpleeghuizen goede zorg en onderdak ontvangen. Het thuisgevoel van deze bewoners hangt af van factoren als autonomie, afhankelijkheid en geborgenheid. Maar goede zorg en een echt thuisgevoel staan soms op gespannen voet met elkaar. Zorgprofessionals en bestuurders van verpleeghuizen geven aan dat de grote uitdaging van de huidige verpleeghuiszorg bestaat uit het anticiperen op andere bewoners met zwaardere zorgvragen en andere ideeën over de kwaliteit van leven in verpleeghuizen. Doelstelling De onderzoeksvraag in dit project luidt: hoe kunnen ouderen die intensieve zorg ontvangen in bestaande verpleeghuizen een optimaal thuisgevoel ervaren? Het doel van dit project is enerzijds om een breed gedragen verandering in de 'thuisbeleving' teweeg te brengen binnen bestaande (deel)locaties van verschillende verpleeghuizen. Anderzijds beoogt het project daaruit kennis en onderwijs te genereren voor toekomstige generaties professionals die werkzaam zijn in verpleeghuizen. Het onderzoek zal worden uitgevoerd in de vorm van informatieve sessies en workshopsessies. Beoogde resultaten Het resultaat van dit project bestaat uit trainingsinstrumenten voor primaire scholing en nascholing: o.a. een werkboek en uitgewerkte scenario's, een 3D-demoruimte, een LEGO toolbox en een meetinstrument voor evaluatie van het thuisgevoel. Studenten profiteren door deelname aan de workshops en doordat de resultaten tevens zullen worden vertaald naar onderwijsmateriaal waarin concrete handvatten staan voor (fysieke en sociale) transities in een verpleeghuissetting. Hierin staat persoonsgericht werken (concreet uitgewerkt) centraal. Doordat meerdere verpleeghuisinstellingen deelnemen, kunnen do's en don'ts als basis dienen en worden gebruikt voor directe kennisuitwisseling tussen de instellingen onderling. Verdere kennisdeling vindt plaats via wetenschappelijke artikelen, een website en een symposium.