Service of SURF
© 2025 SURF
In response to dissatisfaction with testing cultures in higher education, programmatic assessment has been introduced as an alternative approach. Programmatic ssessment involves the longitudinal collection of data points about student learning, aimed at continuous monitoring and feedback. High-stakes decisions are based on a multitude of data points, involving aggregation, saturation and group-decision making. Evidence about the value of programmatic assessment is emerging in health sciences education. However, research also shows that students find it difficult to take an active role in the assessment process and seek feedback. Lower performing students are underrepresented in research on programmatic assessment, which until now mainly focuses on health sciences education. This study therefore explored low and high performing students’ experiences with learning and decision-making in programmatic assessment in relation to their feedback-seeking behaviour in a Communication Sciences program. In total, 55 students filled out a questionnaire about their perceptions of programmatic assessment, their feedback-seeking behaviour and learning performance. Low-performing and high-performing students were selected and interviewed. Several designable elements of programmatic assessment were distinguished that promote or hinder students’ feedback-seeking behaviour, learning and uptake of feedback.
LINK
Het welzijn van studenten in het hoger onderwijs staat onder druk. Binnen hogeschool Inholland wordt het welzijn van studenten gemeten met de jaarlijkse studentenwelzijnsmonitor. In de ronde van 2022 werd voor het eerst aan studenten die dat wilden een feedbackrapportage met persoonlijke scores, tips en hulpbronnen teruggekoppeld. Verschillen tussen studenten die wel of niet feedback wilden ontvangen zijn onderzocht en in een aanvullende studie is gekeken hoe studenten de feedbackrapportage evalueerden. Van de 1462 deelnemers van de studentenwelzijnsmonitor 2022, hebben 819 (56%) ervoor gekozen de persoonlijke feedback te ontvangen. Op het gebied van welzijn zijn geen verschillen gevonden tussen studenten die wel of geen feedback wilden ontvangen. Aan de aanvullende studie hebben 48 studenten deelgenomen. Zij die de feedbackrapportage wilden ontvangen (n= 30) waren nieuwsgierig naar de uitkomsten en persoonlijke verbeterpunten. Zij beoordeelden de feedback met een 7,2 gemiddeld. Deelnemende studenten die geen feedbackrapportage wilden ontvangen (n= 18) wisten de reden niet meer of gaven aan al te weten hoe het met het eigen welzijn gesteld is. Na het tonen van een voorbeeld van een dergelijke feedbackrapportage, gaf 62% aan volgende keer waarschijnlijk wel voor feedback te kiezen. De feedbackrapportages werden positief beoordeeld, maar er is volgens studenten ruimte voor verbetering in onder andere de vormgeving en uitleg over de scores. De feedback is meegenomen in de doorontwikkeling van de feedbackrapportages van de studentenwelzijnsmonitor 2023.
From the article: "AbstractFeedback plays a central role in learning. Crucial to this is the nature and timing ofthe feedback. This experimental study explores the efficacy of immediate computer-mediated feedback within a virtual reality environment designed to facilitate thedevelopment of pre-university students' presentation skills. Two conditions wereestablished to assess the efficacy: immediate computer-mediated feedback; a controlcondition of delayed expert-mediated feedback. Results showed improvement butno statistically relevant difference in performance gains between the two conditions,suggesting both can facilitate learning. Furthermore, students perceived the environ-ment to be an effective and motivating platform in which to practise presentationskills. For educators seeking viable alternatives to face-to-face presentation practiceand feedback, the finding that immediate computer-mediated feedback is potentiallyas effective in aiding presentation performance is crucial for two reasons: first, itexpands practice opportunities for students; second, it could result in less pressureon resources, including time and staffing."
LINK
Waarom ontstaat antisociaal of crimineel gedrag? Allerlei sociale, psychologische én neurobiologische factoren blijken hierbij van belang. Neurobiologische kennis is in de praktijk vaak afwezig. Professionals in het zorg- of veiligheidsdomein zouden gebaat zijn bij een toegankelijke onderwijsmodule. Brainstorm biedt kennisclips met basiskennis over het ontstaan van antisociaal en crimineel gedrag, met extra aandacht voor neurobiologische factoren.Wat? De Brainstormmodule behandelt negen thema’s: drie basisthema’s over ontwikkelingscriminologie en zes neurobiologische thema’s. Binnen elk thema wordt in een kennisclip kort basiskennis samengevat. Links naar de kennisclips zijn hieronder te vinden. Met bijbehorende opdrachten (zie docentenhandleiding) kan deze kennis verder worden verdiept. Uitgangspunt van de module is het biopsychosociale perspectief: het wetenschappelijk model waarbij neurobiologische, psychologische en sociale factoren op elkaar inwerken. De kennisclips: 1. Wat is crimineel en antisociaal gedrag? 2. Psychische stoornissen en antisociaal gedrag 3. Hoe wordt iemand crimineel? 4. Ontwikkelingspaden van crimineel gedrag 5. Biopsychosociaal model 6. Hersenen en antisociaal gedrag 7. Puberbrein en antisociaal gedrag 8. Neuropsychologie en antisociaal gedrag 9. Fearlessness & sensation seeking 10. Hufters of helden 11. Genetica en antisociaal gedrag Voor wie? De Brainstormmodule is ontwikkeld voor professionals die zich bezighouden met antisociaal of crimineel gedrag in welke vorm dan ook (beleid, toezicht, interventie en preventie etc.). De module kan zowel bij hbo-bacheloropleidingen en post-initiële (master)opleidingen als voor professionals in-company, gebruikt worden. Ontwikkeling Brainstorm Brainstorm is ontwikkeld door dr. Evelien Platje en dr. Andrea Donker van het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid en dr. Lucres Nauta-Jansen van het AmsterdamUMC. Zij hebben veel onderzoek- en onderwijservaring op het gebied van neurobiologie van antisociaal en crimineel gedrag. Brainstorm is het eindproduct van het ZonMW-project ‘Onbekend maakt Onbemind. Leren werken met neuropsychobiologische kennis van en met jongeren met antisociaal gedrag’, een samenwerkingsproject met het lectoraat Jeugd van de Christelijke Hogeschool Windesheim. De kennisclips zijn vormgegeven door Bureau Nauta. Voor de ontwikkeling van de kennisclips zijn er feedbackmomenten geweest met zowel studenten als docenten van de opleidingen Social Work, Integrale Veiligheidskunde en Sociaal Juridische Dienstverlening van Hogeschool Utrecht.
Waarom ontstaat antisociaal of crimineel gedrag? Allerlei sociale, psychologische én neurobiologische factoren blijken hierbij van belang. Neurobiologische kennis is in de praktijk vaak afwezig. Professionals in het zorg- of veiligheidsdomein zouden gebaat zijn bij een toegankelijke onderwijsmodule. Brainstorm biedt kennisclips met basiskennis over het ontstaan van antisociaal en crimineel gedrag, met extra aandacht voor neurobiologische factoren.Wat? De Brainstormmodule behandelt negen thema’s: drie basisthema’s over ontwikkelingscriminologie en zes neurobiologische thema’s. Binnen elk thema wordt in een kennisclip kort basiskennis samengevat. Links naar de kennisclips zijn hieronder te vinden. Met bijbehorende opdrachten (zie docentenhandleiding) kan deze kennis verder worden verdiept. Uitgangspunt van de module is het biopsychosociale perspectief: het wetenschappelijk model waarbij neurobiologische, psychologische en sociale factoren op elkaar inwerken. De kennisclips: 1. Wat is crimineel en antisociaal gedrag? 2. Psychische stoornissen en antisociaal gedrag 3. Hoe wordt iemand crimineel? 4. Ontwikkelingspaden van crimineel gedrag 5. Biopsychosociaal model 6. Hersenen en antisociaal gedrag 7. Puberbrein en antisociaal gedrag 8. Neuropsychologie en antisociaal gedrag 9. Fearlessness & sensation seeking 10. Hufters of helden 11. Genetica en antisociaal gedrag Voor wie? De Brainstormmodule is ontwikkeld voor professionals die zich bezighouden met antisociaal of crimineel gedrag in welke vorm dan ook (beleid, toezicht, interventie en preventie etc.). De module kan zowel bij hbo-bacheloropleidingen en post-initiële (master)opleidingen als voor professionals in-company, gebruikt worden. Ontwikkeling Brainstorm Brainstorm is ontwikkeld door dr. Evelien Platje en dr. Andrea Donker van het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid en dr. Lucres Nauta-Jansen van het AmsterdamUMC. Zij hebben veel onderzoek- en onderwijservaring op het gebied van neurobiologie van antisociaal en crimineel gedrag. Brainstorm is het eindproduct van het ZonMW-project ‘Onbekend maakt Onbemind. Leren werken met neuropsychobiologische kennis van en met jongeren met antisociaal gedrag’, een samenwerkingsproject met het lectoraat Jeugd van de Christelijke Hogeschool Windesheim. De kennisclips zijn vormgegeven door Bureau Nauta. Voor de ontwikkeling van de kennisclips zijn er feedbackmomenten geweest met zowel studenten als docenten van de opleidingen Social Work, Integrale Veiligheidskunde en Sociaal Juridische Dienstverlening van Hogeschool Utrecht.