Service of SURF
© 2025 SURF
Bij veel BVO’s in Nederland lopen op dit moment marketingprojecten om de betrokkenheid van fans bij de club te vergroten. Dat lijkt geen eenvoudige opgave. In deze bijdrage worden recente ontwikkelingen behandeld wat betreft eigendom van BVO’s in Engeland en Duitsland. Vervolgens wordt verduidelijkt bij welk economisch model deze veranderingen passen. Afgerond wordt met met enkele vraagstukken voor beleidsmakers in de voetbalwereld als het gaat om fan engagement en eigendom van de club.
Het rapport ‘Werken aan meedoen’ beschrijft een onderzoek dat in opdracht van de gemeente Leeuwarden is gedaan naar een drietal strategieën die zijn ingezet ten behoeve van (het bevorderen van) de maatschappelijke participatie van dak- en thuislozen. Getracht is een antwoord te vinden op de vraag wat deze strategieën hebben opgeleverd voor de direct betrokkenen en hun omgeving, om op basis daarvan iets te zeggen over de meerwaarde van deze strategieën. Uit de resultaten blijkt dat de strategieën in meer of mindere mate een meerwaarde hebben voor de betrokkenen zelf. Voor de omgeving is, in de onderzoeksperiode van 1,5 jaar, geen directe meerwaarde gevonden. Wellicht iets voor vervolgonderzoek
In het nieuwe Handboek Systeemtherapie (Savenije, van Lawick & Reijmers (red.), 2008) komen de naam van Ivan Boszormenyi–Nagy en begrippen als ‘intergenerationeel’ en ‘loyaliteit’ op diverse plaatsen voor, maar is de contextuele therapie als afzonderlijke stroming weggevallen. Er is in het Handboek (hoofdstuk 17 en 21) voornamelijk geput uit het eerste contextuele werk van Nagy, ‘Invisible Loyalties’ (Boszormenyi-Nagy & Spark, 1973). De nadruk ligt op de beschrijving van het fenomeen en de betekenis van de loyaliteit tussen ouders en kinderen. Zijn recentere boek ‘Between Give and Take’ (1986) wordt alleen aangehaald in hoofdstuk 15 over het gezinsontwikkelingsperspectief (Govaerts & Splingaer, 2008). De theorie van Nagy wordt daarin (te) beperkt weergegeven. Nergens in het Handboek Systeemtherapie is een verhandeling te vinden over de relationele ethiek, die gezien kan worden als de kern van de contextuele therapie. Dat beschouw ik als een verlies voor de systeemtherapie. Waardevolle therapeutische interventies ontwikkeld vanuit de contextuele therapie raken in de vergetelheid. De nadruk op herstel van betrouwbaarheid in relaties – waar de contextuele therapie zich op richt - verdient mijns inziens een expliciete plaats in het Handboek. De loyaliteitstheorie van Nagy is niet los verkrijgbaar, maar kan slechts verstaan worden vanuit het geheel van het gedachtegoed. Loyaliteit is in contextueel opzicht uiteindelijk meer een relationeel-ethisch dan een psychologisch en interactioneel fenomeen.