Service of SURF
© 2025 SURF
Een grote groep Nederlanders wordt jaarlijks slachtoffer van phishing. Burgers en bedrijven nemen echter in te beperkte mate zelfbeschermende maatregelen. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht welke factoren bijdragen aan de intentie om zelfbeschermende maatregelen te nemen tegen phishing door drie risicogroepen, namelijk jongeren, ouderen en mkb’ers. We passen de Protection Motivation Theory toe, en onderbouwen een uitbreiding van dit model met twee factoren: affectieve respons en subjectieve normen. Data is verzameld middels vragenlijstonderzoek bij een panelbureau onder jongeren (N=1179), ouderen (N=1191) en mkb’ers (N=1020). De sterkste voorspeller voor de intentie tot het nemen van zelfbeschermende maatregelen tegen phishing bleek de affectieve respons (zorgen maken om phishing), gevolgd door een negatief effect van zelfeffectiviteit en positieve effecten van waargenomen ernst (jongeren en mkb’ers) en subjectieve norm (mkb’ers). Implicaties van de bevindingen voor handhavers en interventies worden besproken.
Sinds enige jaren kennen veel hogescholen een major-minor model. Middels minors kunnen studenten eigen accenten in hun studie aanbrengen. Minors kunnen daarmee worden gezien als een instrument van vraagsturing. Deze paper gaat in op factoren die studenten van belang vinden bij het kiezen van een minor.
Hoe meet je hoe kindvriendelijk een buurt is? Ouders zijn daarin een belangrijke factor, zij bepalen immers waar ze met hun kinderen gaan wonen en waar ze hun kroost laten spelen. Het is daarom van belang om te kunnen meten hoe kindvriendelijk ouders een buurt vinden, om dit vervolgens te kunnen implementeren in het ontwerp van kindvriendelijke wijken. Een universeel instrument om dit te meten, ontbrak echter nog, maar na een onderzoek van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en Fontys Hogeschool, is die er nu wel.
LINK
In het KIEM-project “Long-run Gaming Start-ups” is onderzoek gedaan naar de factoren die de continuïteit van bedrijven in de videogame industrie beïnvloeden. De ondervraagde ondernemers gaven aan dat het omgaan met veranderende omstandigheden hun belangrijkste uitdaging is. De recente ontwikkelingen rond het Coronavirus hebben aangetoond dat het kunnen omgaan met veranderingen meer dan ooit een belangrijke ondernemerscompetentie is. Dit werd al geconstateerd door de Kennis- en Innovatie Agenda van CLICKNL, die stelt: “Om die uitdagende rol op te pakken en verder te brengen is een veerkrachtige sector nodig, [...], een sector die gedreven wordt door kennis en zich laat ondersteunen door methoden” (TKI CLICKNL, 2020, p. 2). Dit onderzoeksproject wil hieraan een bijdrage leveren en beantwoord de volgende onderzoeksvraag: Welke factoren dragen bij aan de veerkracht van bedrijven in de creatieve industrie in Nederland en welke middelen zijn inzetbaar om de veerkracht en daarmee de overlevingskans en doorgroeimogelijkheden te vergroten? Middels een methodiek aanbevolen door Slavec & Drnovesek (2012) worden bestaande modellen aangepast middels literatuuronderzoek, groepsgesprekken en diepteinterviews. Het resulterend model wordt gebruikt voor een grootschalig kwantitaief onderzoek. Op de resultaten wordt een factoranalyse gedaan, om een online benchmarktool te ontwikkelen. Vervolgens wordt in jaar 2 van het project op basis van literatuurstudie naar succesvolle HRM interventiemethodieken instrumentarium ontwikkeld ter verbetering van veerkracht. Beoogde resultaten voor de creatieve industrie zijn een (online) instrument om de veerkracht van ondernemingen in de creatieve industrie te benchmarken en een instrumentarium dat ondernemers helpt hun veerkracht te versterken. Het project draagt tevens bij aan de Strategie & Organisatie wetenschap. Terwijl het verschijnsel veerkracht in toenemende mate de interesse van wetenschappers heeft, zijn nog veel vragen open: het meten van veerkracht, de contextafhankelijkheid van het begrip, veerkracht in het midden- en kleinbedrijf en onderzoek naar effectiviteit van instrumenten om veerkracht te verbeteren.