Service of SURF
© 2025 SURF
AchtergrondIn Nederland wonen steeds meer zorgbehoeftige mensen thuis. Hieronder vallen mensen met het syndroom van Korsakov. Tot op heden mist een best-practice werkwijze voor goede zorg in de thuissituatie voor deze groep mensen.MethodeGedurende twee netwerkbijeenkomsten hebben zorgprofessionals, mantelzorgers en experts van het Korsakov Kenniscentrum ervaringen gedeeld met betrekking tot extramurale zorg voor mensen met het syndroom van Korsakov. Vervolgens is in de literatuur gezocht naar bruikbare handvatten voor goede extramurale zorg.ResultatenZorgverleners werkzaam in de intra- en extramurale zorg voor mensen met het syndroom van Korsakov voelen zich tekortschieten ten opzichte van mantelzorgers en cliënten, omdat onvoldoende specialistische extramurale zorg voor mensen met het syndroom van Korsakov beschikbaar is of ze onzekerheid ervaren wanneer het gaat om de handelwijze in de extramurale zorgverlening. Het gebrek aan handvatten maakt de spanningen in de extramurale zorgsituatie groot. Uit de literatuur blijkt dat de in de praktijk bestaande werkwijzen niet voldoende aansluiten bij de specialistische problematiek behorende bij het syndroom van Korsakov.ConclusieVervolgonderzoek is nodig dat gericht is op het ontwikkelen van werkwijzen in de extramurale zorg voor mensen met het syndroom van Korsakov. Hierbij dient het ontwikkelen van professionele steunstructuren in deze extramurale zorg centraal te staan.
MULTIFILE
Sociale zorg neemt langzaamaan en onvermijdelijk belangrijke delen van de institutionele zorg over. Zorg die dicht bij de (leef)wereld van de hulpvrager kan worden georganiseerd, vaak met inzet van de eigen omgeving. Hierbij lijken alle vingers in eenzelfde richting te wijzen: meer nadruk op eigen kracht van burgers, minder technocratische en bureaucratische regelgeving, met een centrale rol voor cliënten en hun netwerken. Met de vergrijzing van de samenleving valt ook een flinke toename van de zorgvraag te verwachten. Hoe gaan we dat oplossen met elkaar?
Dr. Anke de Veer, onderzoeker bij het NIVEL, won de Jaarprijs Palliatieve Zorg – Impact 2017 voor het project ‘Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn’. het NIVEL voerde dit project uit in samenwerking met de Hogeschool Inholland, VUmc / GGZ-inGeest en de Parnassia Groep. Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn is niet veel anders dan ‘gewone’ palliatieve zorg. Er zijn echter wel specifieke aandachtspunten. In dit artikel beschrijven we deze aandachtspunten, die zijn ontleend aan een recent ontwikkelde handreiking Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn.
Dit project richt zich op kennisontwikkeling over integratie van zorginhoudelijke en technologische randvoorwaarden voor de ontwikkeling van een CVA-portaal dat persoonsgerichte CVA-zorg voor individuele patiënten ondersteunt. Het CVA-portaal is geen nieuwe administratietool maar richt zich op inzage in informatie uit de verschillende EPD’s van de bij een CVA-patiënt betrokken zorgverleners in de eerste lijn: verpleegkundigen en paramedici, zoals fysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten. Dit faciliteert digitale interdisciplinaire communicatie en samenwerking binnen het extramurale CVA-zorgproces, waarbij ook de patient en zijn sociale netwerk nauw bij betrokken is. Dit project bouwt voort op een recent door de HAN uitgevoerde exploratieve studie naar de wensen van verpleegkundige en paramedische zorgprofessionals in de eerste lijn met betrekking tot interdisciplinaire communicatie en samenwerking. In deze studie bleek dat er ruimte is voor een ‘verdiepingsslag’ waar het de randvoorwaarden voor een geïntegreerde en persoonsgerichte benadering van CVA-patiënten betreft. Hoewel zorgverleners zich zeker bewust zijn van het belang van samenwerking, bleken hun aanvankelijke wensen voor gedeelde informatie nog onvoldoende gebaseerd te zijn op het perspectief van de patiënt. Het met name monodisciplinaire en aanbodgerichte karakter van de wensen voor informatiedeling staat een geïntegreerde benadering van een individuele patiënt in de weg. Dit vervolgproject hanteert een iteratieve methode voor het vaststellen van de inhoudelijke en technologische randvoorwaarden van een CVA-portaal. Op basis van intensieve interactie tussen technologen en zorgprofessionals worden inzichten verworven in verbindingen tussen relevante informatie uit de eigen EPD’s met het beoogde CVA-portaal. In een pilot zullen de eerste gebruikerservaringen met het concept worden geëvalueerd op basis van casuïstiek. Dit project draagt bij aan de ontwikkeling van een technologische infrastructuur ter ondersteuning van persoonsgerichte zorg van de patiënt en zijn sociale netwerk. De projectresultaten vormen een ‘onderlegger’ voor een beoogd RAAK-mkb project waarin op basis van een werkende versie van een CVA-portaal gebruikersonderzoek zal worden opgeschaald.
In 2016 hadden 3,8 miljoen mensen een hersenaandoening. Daarvan hebben 645.900 mensen niet aangeboren hersenletsel (NAH), zoals een beroerte of traumatisch hersenletsel. Indien deze NAH patiënten weer willen autorijden, moeten zij een medische keuring ondergaan en, op indicatie, een CBR-rijtest om de rijgeschiktheid te beoordelen. De medische keuring en de rijtest hebben een eenmalig karakter en zijn gebaseerd op een momentopname. Tijdens de rijtest beoordelen examinatoren op basis van hun observaties tijdens een autorit of verkeersdeelname (weer) verantwoord is. Een bepaalde mate van subjectiviteit en afhankelijkheid van de verkeerssituatie op het moment van assessment zijn daarbij onontkoombaar. Inzet van technologie heeft de potentie om assessment van rijgeschiktheid te objectiveren en valideren. In wisselende virtuele verkeersscenario’s worden objectieve metingen van relevante parameters gedaan: hartslag, reactiesnelheid en kracht van armen en benen. Uitvoering van deze assessments door zorgprofessionals in de eerste lijn en doorvertaling van praktische implicaties voor training of technische aanpassingen draagt bij aan gepersonaliseerde adviezen aan individuele NAH-patiënten. Een eerste aanzet tot personalisering van rijtests voor NAH-patiënten is gegeven door mkb-partner Noldus Technology. Zij ontwikkelen specifieke Drive Lab software voor assessment van NAH-patiënten, gericht op frequent voorkomende functiebeperkingen in deze doelgroep (bv. reactiesnelheid en kracht van armen en benen). Het revalidatiecentrum van de Sint Maartenskliniek stelt zich ten doel om neurologische patiënten optimaal voor te bereiden op maatschappelijke participatie na ontslag. Mede daartoe profileert deze kliniek zich met innovatieve technologie en klinimetrie ten behoeve van een optimale voorbereiding van NAH-patiënten en zorgverleners in de extramurale setting. Praktijkgericht onderzoek met het Drive Lab past binnen dit streven, aangezien de uitkomsten van Drive Lab assessments belangrijke implicaties geven voor randvoorwaarden voor rijgeschiktheid, zoals technische aanpassingen van een auto. In dit project wordt onderzocht over welke specifieke kennis en skills HBO-professionals moeten beschikken om het Drive Lab in de klinische praktijk te gebruiken.
Lekker slapen is een uitdaging voor mensen met cognitieve klachten zoals dementie. Nu zo lang mogelijk thuis wonen het uitgangspunt is, leidt verstoorde nachtrust tot hogere zorglast en meer druk op mantelzorgers. In dit project zoeken we naar oplossingen voor een betere nachtrust.Doel Dit project beoogt mensen met een cognitieve uitdaging te ondersteunen bij het zo lang mogelijk thuis wonen, waarbij er oog is voor de belasting van de mantelzorger(s). De focus ligt op ouderen, migranten en mensen met een lage sociaaleconomische status (SES). Vanwege lage gezondheidsvaardigheden kunnen er meer problemen spelen wat betreft de nachtrust. Verwachte resultaten Opgehaalde ervaringen, kennis en resultaten zullen met verschillende kennisdragers worden verspreid naar relevante stakeholders. Er zal ook gewerkt worden aan materiaal dat geschikt is voor mensen die laaggeletterd zijn of die de Nederlandse taal niet volledig machtig zijn. De opgehaalde resultaten dragen bij aan het langer thuis wonen van mensen met dementie. Looptijd 01 september 2021 - 31 december 2023 Aanpak Met een participatief design wordt samen met de doelgroep in verschillende werkpakketten gewerkt aan het vinden, optimaliseren, integreren, implementeren en testen van (bestaande) technologische oplossingen en daaraan gerelateerde diensten. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door Regieorgaan SIA (vanuit de regeling Praktijkgericht onderzoek voor Extramurale zorg). Het project sluit aan bij de onderzoekslijn Smart Care van het lectoraat Technologie voor Zorginnovaties.