Given the substantial increase in children attending center-based childcare over the past decades, the consequences of center-based childcare for children’s development have gained more attention in developmental research. However, the relation between center-based childcare and children’s neurocognitive development remains relatively underexplored. The aim of this study was therefore to examine the relations between quantity of center-based childcare during infancy and the neurocognitive development (both functional brain networks and self-regulation) of 584 Dutch children. Small-world brain networks and children’s self-regulation were assessed during infancy (around 10 months of age) and the preschool period (2–6 years of age). The findings revealed that the quantity of center-based childcare during infancy was unrelated to individual differences in children’s functional brain networks. However, spending more hours per week in center-based childcare was positively related to the development of self-regulation in preschool age children, regardless of children’s sex or the levels of exposure to risk and maternal support in the home environment. More insight into the positive effects of center-based childcare on children’s development from infancy to toddlerhood can help to increase our insight into a better work–life balance and labor force participation of parents with young children. Moreover, this study highlights that Dutch center-based childcare offers opportunities to invest in positive child outcomes in children, including self-regulation.
Supervision meetings give teachers and students opportunities to interact with each other and to co-regulate students’ learning processes. Co-regulation refers to the transitional process of a student who is becoming a self-regulated learner by interacting with a more capable other such as a teacher. During a task, teachers are expected to pull back their support and give opportunities to students to take responsibility. This study aims to explore the shifting patterns of co-regulation, feedback perception, and motivation during a 5-month research project. Participants were 20 students conducting research in pairs and six teachers who supervised these students. Two videotaped supervision meetings at the beginning and end of the research process and questionnaires on feedback perception and motivation were analysed. Results on co-regulation showed a constant and comparable level of regulation at the start and at the end of students’ research projects. Feedback perception did not change, but motivation decreased significantly.
Supervision meetings give teachers and students opportunities to interact with each other and to co-regulate students’ learning processes. Co-regulation refers to the transitional process of a student who is becoming a self-regulated learner by interacting with a more capable other such as a teacher. During a task, teachers are expected to pull back their support and give opportunities to students to take responsibility. This study aims to explore the shifting patterns of co-regulation, feedback perception, and motivation during a 5-month research project. Participants were 20 students conducting research in pairs and six teachers who supervised these students. Two videotaped supervision meetings at the beginning and end of the research process and questionnaires on feedback perception and motivation were analysed. Results on co-regulation showed a constant and comparable level of regulation at the start and at the end of students’ research projects. Feedback perception did not change, but motivation decreased significantly.
Dit innovatieproject omvat de ontwikkeling van een nieuwe cursus getiteld 'Music Enhancing Emotion Regulation! (MEER!)', voor geneeskundestudenten met als doel het cultiveren van gezonde emotieregulatie. ‘Arts in health’ speelt een steeds grotere rol in de patiëntenzorg en ondersteunen van professionals, ook binnen het UMCG, en draagt bij aan positieve gezondheid. In ons project willen wij preventief een training met kunst, in dit geval muziek, opzetten voor onze toekomstige health professionals met als doel het op een constructieve en gezonde manier leren reguleren van emoties. Gezonde emotieregulatie bevordert zelfzorg en daarmee de vitaliteit en het welzijn van artsen, wat op zijn beurt van belang is voor hoogwaardige patiëntenzorg. Wij introduceren een vernieuwende benadering van emotieregulatie waarbij de cursusdocenten ervaren musici betrekken bij het geven van de cursus. Deze musici zijn gespecialiseerd in het samenwerken met zorgprofessionals in de gezondheidszorg en verrijken de cursus met persoonsgerichte participatieve livemuziek. Dit houdt in dat zij de te spelen muziek en live improvisaties afstemmen op de specifieke context, ervaringen, behoeftes en gevoelens van individuele studenten. Het gebruik van dergelijke persoonsgerichte livemuziek heeft als doel studenten emotioneel te raken en op een diepere, ervaringsgerichte manier echte emoties bij hen op te roepen, te laten ervaren of herbeleven. Dit proces helpt studenten zich bewust te worden van hun authentieke emoties op dat moment, daarop te reflecteren en op een effectieve en duurzame manier te leren om constructief en gezond met deze emoties om te gaan. Emotionele uitputting en burn-out onder medische professionals is een groeiend probleem in de zorg. Zo luidt het KNMG de noodklok omdat de zorg vastloopt op het kwetsbaarste punt, namelijk de zorgprofessional zelf: artsen vertonen steeds vaker symptomen van stress en burn-out en vallen om of verlaten het vak. Zo is het percentage jonge artsen dat te kampen heeft met burn-outklachten gestegen van 14% in 2020 naar 24% in 2022. Ook uit recent onderzoek van TNO blijkt dat burn-outklachten een groeiend probleem vormen, met name bij werknemers in de onderwijs- en de zorgsector en vooral onder jonge werknemers, specifiek vrouwen. Onder deze laatste groep is het percentage met burn-outklachten gestegen van 25% in 2020 naar 29% in 2022. Ook het studentenwelzijn staat steeds meer onder druk, zodanig zelfs dat de regering de noodzaak heeft onderkend van een integrale aanpak van studentenwelzijn : uit de landelijke monitor mentale gezondheid en middelengebruik studenten hoger onderwijs is gebleken dat de helft van de studenten psychische klachten als angst en somberheid heeft, van wie 12% in ernstige mate. Gezonde emotieregulatie is essentieel voor het welzijn en functioneren van (toekomstige) artsen en cruciaal zowel voor de kwaliteit en veiligheid van zorg als voor de duurzame inzetbaarheid van artsen en het behouden van (toekomstige) artsen voor de zorgsector.2 Van oudsher zijn de medische praktijk en het medisch onderwijs echter vooral gericht op inhoudelijke kennis, technische vaardigheden en wetenschap en is er geen of relatief weinig aandacht voor emotionele aspecten, emotionele vorming en de ontwikkeling van emotieregulatievaardigheden. Gezien de groei in burn-outklachten in met name de zorgsector en onder studenten, en gezien het belang van gezonde emotieregulatie om emotionele uitputting en burn-outklachten te voorkomen, is het cruciaal om al in de opleiding aandacht aan te besteden aan emotieregulatie. Onze innovatieve MEER!- emotieregulatiecursus kan hierbij van meerwaarde zijn.Met MEER! maken wij gebruik van de kracht van participatieve livemuziek om emotieregulatie bij geneeskundestudenten – onze toekomstige artsen – te bevorderen. Eerdere toepassingen van participatieve livemuziek in de ziekenhuiscontext en in andere zorgcontexten bleken succesvol. Zo bleek uit onderzoek dat participatieve livemuziek het welzijn van patiënten en zorgpersoneel, hun onderlinge relaties en de compassie in de zorg kan versterken. Tot nog toe zijn er geen cursussen die emotieregulatie op deze unieke manier met behulp van muziek benaderen. Bij de ontwikkeling van de MEER!-cursus baseren we ons op de expertise die al is opgebouwd binnen het expertisecentrum voor persoonlijke ontwikkeling van het UMCG ‘SCOPE’ en op de ervaring van professionele musici met het succesvol toepassen van participatieve livemuziek in de gezondheidszorg in de MiMic en ProMiMiC projecten.8 Daarnaast zullen we MEER! inbedden in de bacheloropleiding Geneeskunde, specifiek in de lijn persoonlijke ontwikkeling die door SCOPE wordt verzorgd. Op deze manier willen we een effectieve, evidence-based cursus ontwikkelen om gezonde en duurzame emotieregulatie bij onze toekomstige artsen te bevorderen. Onze MEER!-cursus vormt zo hopelijk een brug naar veerkrachtigere artsen, die behalve hun zelfzorg en welzijn ook hun compassie met collega’s en patiënten versterkt, essentiële eigenschappen voor hoogwaardige patiëntenzorg.in ontwikkelingDit innovatieproject omvat de ontwikkeling van een nieuwe cursus getiteld 'Music Enhancing Emotion Regulation! (MEER!)', voor geneeskundestudenten met als doel het cultiveren van gezonde emotieregulatie. ‘Arts in health’ speelt een steeds grotere rol in de patiëntenzorg en ondersteunen van professionals, ook binnen het UMCG, en draagt bij aan positieve gezondheid. In ons project willen wij preventief een training met kunst, in dit geval muziek, opzetten voor onze toekomstige health professionals met als doel het op een constructieve en gezonde manier leren reguleren van emoties. Gezonde emotieregulatie bevordert zelfzorg en daarmee de vitaliteit en het welzijn van artsen, wat op zijn beurt van belang is voor hoogwaardige patiëntenzorg. Wij introduceren een vernieuwende benadering van emotieregulatie waarbij de cursusdocenten ervaren musici betrekken bij het geven van de cursus. Deze musici zijn gespecialiseerd in het samenwerken met zorgprofessionals in de gezondheidszorg en verrijken de cursus met persoonsgerichte participatieve livemuziek. Dit houdt in dat zij de te spelen muziek en live improvisaties afstemmen op de specifieke context, ervaringen, behoeftes en gevoelens van individuele studenten. Het gebruik van dergelijke persoonsgerichte livemuziek heeft als doel studenten emotioneel te raken en op een diepere, ervaringsgerichte manier echte emoties bij hen op te roepen, te laten ervaren of herbeleven. Dit proces helpt studenten zich bewust te worden van hun authentieke emoties op dat moment, daarop te reflecteren en op een effectieve en duurzame manier te leren om constructief en gezond met deze emoties om te gaan. Emotionele uitputting en burn-out onder medische professionals is een groeiend probleem in de zorg. Zo luidt het KNMG de noodklok omdat de zorg vastloopt op het kwetsbaarste punt, namelijk de zorgprofessional zelf: artsen vertonen steeds vaker symptomen van stress en burn-out en vallen om of verlaten het vak. Zo is het percentage jonge artsen dat te kampen heeft met burn-outklachten gestegen van 14% in 2020 naar 24% in 2022. Ook uit recent onderzoek van TNO blijkt dat burn-outklachten een groeiend probleem vormen, met name bij werknemers in de onderwijs- en de zorgsector en vooral onder jonge werknemers, specifiek vrouwen. Onder deze laatste groep is het percentage met burn-outklachten gestegen van 25% in 2020 naar 29% in 2022. Ook het studentenwelzijn staat steeds meer onder druk, zodanig zelfs dat de regering de noodzaak heeft onderkend van een integrale aanpak van studentenwelzijn : uit de landelijke monitor mentale gezondheid en middelengebruik studenten hoger onderwijs is gebleken dat de helft van de studenten psychische klachten als angst en somberheid heeft, van wie 12% in ernstige mate. Gezonde emotieregulatie is essentieel voor het welzijn en functioneren van (toekomstige) artsen en cruciaal zowel voor de kwaliteit en veiligheid van zorg als voor de duurzame inzetbaarheid van artsen en het behouden van (toekomstige) artsen voor de zorgsector.2 Van oudsher zijn de medische praktijk en het medisch onderwijs echter vooral gericht op inhoudelijke kennis, technische vaardigheden en wetenschap en is er geen of relatief weinig aandacht voor emotionele aspecten, emotionele vorming en de ontwikkeling van emotieregulatievaardigheden. Gezien de groei in burn-outklachten in met name de zorgsector en onder studenten, en gezien het belang van gezonde emotieregulatie om emotionele uitputting en burn-outklachten te voorkomen, is het cruciaal om al in de opleiding aandacht aan te besteden aan emotieregulatie. Onze innovatieve MEER!- emotieregulatiecursus kan hierbij van meerwaarde zijn.Met MEER! maken wij gebruik van de kracht van participatieve livemuziek om emotieregulatie bij geneeskundestudenten – onze toekomstige artsen – te bevorderen. Eerdere toepassingen van participatieve livemuziek in de ziekenhuiscontext en in andere zorgcontexten bleken succesvol. Zo bleek uit onderzoek dat participatieve livemuziek het welzijn van patiënten en zorgpersoneel, hun onderlinge relaties en de compassie in de zorg kan versterken. Tot nog toe zijn er geen cursussen die emotieregulatie op deze unieke manier met behulp van muziek benaderen. Bij de ontwikkeling van de MEER!-cursus baseren we ons op de expertise die al is opgebouwd binnen het expertisecentrum voor persoonlijke ontwikkeling van het UMCG ‘SCOPE’ en op de ervaring van professionele musici met het succesvol toepassen van participatieve livemuziek in de gezondheidszorg in de MiMic en ProMiMiC projecten.8 Daarnaast zullen we MEER! inbedden in de bacheloropleiding Geneeskunde, specifiek in de lijn persoonlijke ontwikkeling die door SCOPE wordt verzorgd. Op deze manier willen we een effectieve, evidence-based cursus ontwikkelen om gezonde en duurzame emotieregulatie bij onze toekomstige artsen te bevorderen. Onze MEER!-cursus vormt zo hopelijk een brug naar veerkrachtigere artsen, die behalve hun zelfzorg en welzijn ook hun compassie met collega’s en patiënten versterkt, essentiële eigenschappen voor hoogwaardige patiëntenzorg.
The textiles and apparel industry faces increasing regulatory pressure to reduce its negative environmental and social impact. A widely discussed strategy is to extend the active lifecycle of garments through durable, better quality clothing. Durability, however, is an ambiguous concept and a more complex understanding of durability is emerging that goes beyond material strength to notions of emotional, social and functional durability that live in consumers’ mindsets. Our understanding of durability and how it impacts product design, reuse, repair and recycling is limited and businesses find it difficult to incorporate durability into more sustainable and circular business models, particularly where there is also an element of degrowth or slow growth. Additionally, digital technologies, particularly for traceability and product information, are needed and require new organizational capabilities and change. Our project proposes to explore the concept of durability in the apparel and textiles industry, focusing on how various industry actors (e.g. fashion brands, designers, suppliers, consumers) define durability and how they incorporate it into commercially viable circular business models. Our proposal is timely in that local, national and EU research agendas are stimulating sustainable and circular transformation. Nationally, we address questions in the Nationale Wetenschaps Agenda (NWA-ORC), e.g. the call on the theme Ab-initio circular materials design that emphasizes an interdisciplinarity approach for circular redesign and includes aspects of socio-economic relevance, raw material innovations and digital tooling. On the EU level, policies, directives and regulations, so called New Industrial Strategies, are aimed at helping industry towards green and digital transformation. Our proposal is pertinent to the EU Strategy for Sustainable and Circular Textiles and the Transition Pathway for the Textiles Ecosystem. Calls in the near future offer opportunities for the consortium to access funding for continued research and industry collaboration.